Adamkwesties zijn, in het verband van dit artikel, intellectuele (twist)vragen aangaande Adam. Belangrijke kwesties aangaande Adam betreffen zijn oorsprong en zijn historisch bestaan. Is Adam door evolutie in het dierenriijk ontstaan? En: is er ooit een mens als Adam geweest?

Historisch bestaan

Aanvaarding van de biologische evolutietheorie over het ontstaan van de mens heeft vele theologen en andere christenacademici gebracht tot de ontkenning van het bestaan van de eerste mens, Adam. Adam en Eva, de oerouders van de mensheid, hebben volgens hen niet echt bestaan.

Dat Adam een mens is die echt bestaan heeft, wordt afdoende door de Schrift aangetoond. Hieronder volgt bijbels bewijs voor het historisch bestaan van Adam.

In de eerste plaats is daar het scheppingsbericht in Genesis, het boek der 'wording' (Genesis = ontstaan, wording). Verder beschrijft Genesis de plaats waar Adam in het begin verbleef, de taak die hij van God kreeg, zijn kennismaking met de dieren, de wijze waarop hij zijn vrouw kreeg, hoe hij in de zonde viel en welk kwaad daaruit voortvloeide, welke woorden hij over zijn vrouw en tot God sprak, welke nakomelingen hij en zijn vrouw kregen, de leeftijd die hij bereikte.

Andere Schriftplaatsen grijpen op een of meer van de in Genesis beschreven gebeurtenissen terug en tonen aan dat Adam als een letterlijke en historische man begrepen moet worden.  

Job, de meest rechtvaardige man van zijn tijd, geloofde aan het historisch bestaan van Adam

Job 31:33 Als ik, zoals Adam, [ooit] mijn overtredingen bedekt heb, door mijn ongerechtigheid in mijn binnenste te verbergen, (HSV)

In 1 Kron. 1:1 wordt Adam als de eerste mens genoemd:

1Kr 1:1 Adam, Seth, Enos, (SV)

God Zelf verwijst door de dienst van de profeet Hosea naar Adam, die in overtreding viel:

Hos 6:7 Zíj hebben echter als Adam het verbond overtreden. Daar hebben zij trouweloos gehandeld tegenover Mij. (HSV)

De Heer Jezus is de zoon van Adam.

Lu 3:38 van Enos, van Seth, van Adam, van God. (TELOS)

De Heer Jezus verwijst naar de schepping van Adam en Eva. Hij luidt zijn woorden in met: "Hebt u niet gelezen?"

Mt 19:4 Hij antwoordde echter en zei: Hebt u niet gelezen dat Hij die hen heeft geschapen, hen van het begin af als man en vrouw heeft gemaakt
Mr 10:6 van het begin van de schepping echter heeft Hij hen mannelijk en vrouwelijk gemaakt.
(TELOS)

In de Griekse stad Athene verkondigde de apostel Paulus dat God uit “één bloed” (=Adam) het hele mensengeslacht gemaakt heeft.

Hnd 17:26 En Hij heeft uit een bloed het hele mensengeslacht gemaakt om op het hele aardoppervlak te wonen, terwijl Hij de bepaalde tijden en de grenzen van hun woonplaats heeft vastgesteld, (TELOS)

Paulus spreekt ten aanzien van Adam van ‘één mens’, ‘de ene’, ‘de ene mens’ en noemt hem in verband met de personen Mozes en Jezus.

Ro 5:12 Daarom, zoals door een mens de zonde in de wereld is gekomen en door de zonde de dood, en zo de dood tot alle mensen is doorgegaan, doordat allen gezondigd hebben…
Ro 5:13 (want tot aan de wet was er zonde in de wereld, maar zonde wordt niet toegerekend als er geen wet is;
Ro 5:14 toch heeft de dood geregeerd van Adam tot Mozes, ook over hen die niet gezondigd hadden door te overtreden zoals Adam, die een voorbeeld is van Hem die zou komen.
Ro 5:15 Maar de genadegave is niet zoals de overtreding. Want als door de overtreding van de ene de velen gestorven zijn, veel meer is de genade van God en de gave in genade die door de ene mens Jezus Christus is, overvloedig geweest over de velen.
Ro 5:16 En de gave is niet zoals het zondigen van de ene. Want het oordeel was uit een daad tot veroordeling, maar de genadegave is uit vele overtredingen tot rechtvaardiging.
Ro 5:17 Want als door de overtreding van de ene de dood heeft geregeerd door die ene, veel meer zullen zij die de overvloed van de genade en van de gave der gerechtigheid ontvangen in het leven regeren door de Ene, Jezus Christus.) -
Ro 5:18 zoals het dus door een overtreding tot alle mensen tot de veroordeling strekt, zo ook strekt het door een gerechtigheid tot alle mensen tot rechtvaardiging van het leven.
Ro 5:19 Want zoals door de ongehoorzaamheid van de ene mens de velen tot zondaars zijn gesteld, zo zullen ook door de gehoorzaamheid van de Ene de velen tot rechtvaardigen gesteld worden.

(TELOS)

Paulus vergelijkt de eerste mens, Adam, met de tweede mens, de laatste Adam, Christus. Hij gelooft aan beider historisch bestaan. 

1Co 15:45 Zo staat er ook geschreven: ‘De eerste mens, Adam, werd tot een levende ziel’; de laatste Adam tot een levendmakende geest.
1Co 15:46 Maar niet het geestelijke is eerst, maar het natuurlijke; daarna het geestelijke.
1Co 15:47 De eerste mens is uit de aarde, stoffelijk, de tweede mens is uit de hemel.
1Co 15:48 Zoals de stoffelijke is, zo zijn ook de stoffelijken; en zoals de Hemelse is, zo zijn ook de hemelsen.
1Co 15:49 En zoals wij het beeld van de stoffelijke gedragen hebben, zo zullen wij ook het beeld van de Hemelse dragen.

(TELOS)

Niet alleen was Adam een letterlijke man, ook Eva heeft echt bestaan en de verleiding die tot hun val leidde is letterlijk gebeurd. Paulus schrijft aan Timotheüs: 

1Ti 2:13 Want Adam is eerst geformeerd, daarna Eva;
1Ti 2:14 en Adam werd niet verleid, maar de vrouw werd verleid en viel in overtreding.

(TELOS)

Ook Judas geloofde aan het historisch en persoonlijk bestaan van Adam.

Jds 1:14 En ook Henoch, de zevende van Adam af, heeft van dezen geprofeteerd door te zeggen: Zie, de Heer is gekomen temidden van zijn heilige tienduizenden, (TELOS)

Veel theologen die het historisch bestaan van Adam en Eva loochenen nemen het scheppingsbericht van de eerste mensen als een allegorie, een symbolisch verhaal met een diepere betekenis. Ze komen met verscheidene alternatieve uitleggingen van het scheppingsbericht. Bij voorbeeld: het verhaal van Adam en Eva is het verhaal van de oorsprong van het volk Israël, niet van de mensheid.

Gevolgen van de ontkenning

Ontkenning van het historisch bestaan van Adam zet fundamentele zaken op losse schroeven. Ten eerste, de ontkenning van Adam ondermijnt het gezag van de Schrift, doordat zij de bijbelse voorstelling van Adam onbetrouwbaar maakt. De Bijbel wordt daardoor ten aanzien van de oorsprong van de mens feilbaar en onnauwkeurig. De Bijbel begint dan met een mythe, waarop wordt voortgeborduurd door Job, Lucas, Paulus, Judas en … Jezus zelf. 

Als Adam niet letterlijk bestaan heeft, heeft de mensheid opeens geen bekende oervader meer. Het is alsof een adoptiekind erachter komt dat zijn vader een gewaande vader is en dat zijn echte vader een ander is, een onbekende vader. Oorsprong en identiteit, individueel (van een concrete mens) en collectief (van de mensheid), hangen samen. Als de oorsprong van de mensheid duister wordt, wordt haar identiteit problematisch. Hoe moeten we dan de mens als bijzondere schepping naar het beeld en de gelijkenis van God begrijpen?

Door het bestaan van Adam te ontkennen, wordt ook de zondeval van Adam een probleem. Hoe is dan de zonde in de wereld gekomen? En hoe is dan de dood, het gevolg van de zondeval, in de wereld gekomen?

De ontkenning van Adams historiciteit schrapt een naam in het geslachtsregister van de Heer Jezus Christus.

Lu 3:38 van Enos, van Seth, van Adam, van God.

wordt

Lu 3:38 van Enos, van Seth, van , van God.

wordt

Lu 3:38 van Enos, van Seth, van ? , van God.

Paulus ontvouwt in de Romeinenbrief de verlossing door God. De zondeval van de eerste mens is het begin van de ellende, die om verlossing vraagt. Wat blijft er van de (leer van de) verlossing over, als de eerste mens, door wie de ellende ontstond, wordt weggenomen? “Geen Adam en Eva betekent geen nood aan een Heiland,” stellen sommige atheïsten[1]

Ook de titel ‘laatste Adam’, door de Schrift aan Christus verleend, wordt moeilijk te verstaan als er geen eerste Adam is geweest. Adam is volgens de Schrift het hoofd van de oude mensheid, de Laatste Adam is het hoofd van de nieuwe mensheid. Als Adam niet letterlijk bestaan heeft, is er dan wél een létterlijke Laatste Adam?

Als het gezag van de Schrift ondermijnt wordt door de ontkenning van Adams historisch bestaan, dan wordt het geloof aan de Schrift ondermijnt en het geloof in de Heer Jezus zelf. Dit bevordert geloofsafval en de secularisatie van de samenleving. 

Jes 46:9 Denk aan de dingen van vroeger, van oude tijden af, dat Ik God ben en niemand anders. [Ik ben] God, en er is er geen als Ik,
Jes 46:10 Die vanaf het begin verkondigt wat het einde zal zijn, van oudsher [de dingen] die nog niet plaatsgevonden hebben; Die zegt: Mijn raadsbesluit houdt stand en Ik zal al Mijn welbehagen doen;
Jes 46:11 Die een roofvogel roept uit het oosten, een man van Mijn raad uit een ver land. Ja, Ik heb gesproken, Ik zal het ook doen komen; Ik heb [het] geformeerd, Ik zal het ook doen.
Jes 46:12 Luister naar Mij, onbuigzamen van hart, u die ver bent van gerechtigheid:
Jes 46:13 Ik breng Mijn gerechtigheid nabij, zij zal niet ver zijn, en Mijn heil zal niet uitblijven, maar Ik zal heil geven in Sion, aan Israël Mijn luister.

(HSV)

Adam in scheppingssagen

Men mag verwachten dat de nakomelingen van Adam en Eva, de vader en moeder van alle levenden (vgl. Gen. 3:20), een herinnering aan hun oerouders hebben bewaard. Men mag tevens verwachten dat deze herinnering door gebrekkige overlevering en verbeelding is vervormd. Dergelijke overleveringen kunnen in het licht van Woordopenbaring (de Bijbel) op hun historisch gehalte worden beoordeeld. Voorzover ze overeenstemmen met het scheppingsbericht uit Genesis, bevestigen ze dat bericht. Ze leveren buitenbijbels bewijsmateriaal, zij het ook in onzuivere vorm, voor de historische waarheid van het bijbelse scheppingsbericht, behalve uiteraard wanneer de sage zelf direct of indirect beïnvloed is door het scheppingsbericht van Genesis. Onder een scheppingssage verstaan we hier een buitenbijbels volksverhaal dat door overlevering en verbeelding afwijkt van de werkelijke toedracht van de schepping, maar wel een historische kern bevat. Een herinnering aan Adam, de eerste mens, treffen we aan in verschillende scheppingssagen, zie Adam in scheppingsagen

Dierlijke afkomst van Adam?

Onder invloed van de biologische evolutietheorie aangaande de oorsprong van de mens nemen velen aan dat Adam dierlijke voorouders had. God zou een aap of aapachtig dier hebben genomen en hem met rede en geweten begiftigd hebben. 

Dat denkbeeld is strijdig met de Schrift. Nergens wijst de Schrift op een dierlijke oorsprong van de mens. Het scheppingsbericht toont aan dat Adam uit het stof, niet uit een dier, is geformeerd, en Eva uit het vlees van Adam en niet uit een dier. Van de mens geldt: 

Ge 3:19 In het zweet van uw gezicht zult u brood eten, totdat u tot de aardbodem terugkeert, omdat u daaruit genomen bent; want stof bent u en u zult tot stof terugkeren. (HSV)

Omdat Adam uit de aardbodem is genomen, noemt Paulus hem 'de stoffelijke' (1 Cor. 15:48). Als zijn nakomelingen heten wij ook 'de stoffelijken'. 

1Co 15:45 Zo staat er ook geschreven: ‘De eerste mens, Adam, werd tot een levende ziel’; de laatste Adam tot een levendmakende geest.
1Co 15:46 Maar niet het geestelijke is eerst, maar het natuurlijke; daarna het geestelijke.
1Co 15:47 De eerste mens is uit de aarde, stoffelijk, de tweede mens is uit de hemel.
1Co 15:48 Zoals de stoffelijke is, zo zijn ook de stoffelijken; en zoals de Hemelse is, zo zijn ook de hemelsen.
1Co 15:49 En zoals wij het beeld van de stoffelijke gedragen hebben, zo zullen wij ook het beeld van de Hemelse dragen.

(TELOS)

Het geslachtsregister van de Here Jezus is één rechte lijn van mens naar God, zonder dierlijke tussenschakel. De Heer Jezus is de zoon van Adam en Adam is de zoon van God, d.w.z. door God geschapen en voortgebracht.

Lu 3:38 van Enos, van Seth, van Adam, van God. (TELOS)

God verkondigt vanaf het begin wat het einde zal zijn (Jes. 46:10), doch Hij heeft tevens het begin, de oorsprong van de mens, bekend gemaakt. De mens weet (kan weten) vanwaar hij komt en waarheen hij gaat, wat het begin en einde van de wereld is, wat het begin en einde van het kwaad is. 

De theïstische evolutietheorie zet, speculerend, een lange reeks schakels tussen Adam en God. De naturalistische evolutietheorie zet een lange reeks schakels in de tijd vóór Adam en haalt bovendien God als het begin weg. Beide theorieën echter nemen een dier als voorouder van de eerste mens, wat op gespannen voet staat met de leer die naar de Schrift is.

Deze dwaling leidt tot een andere, meer aapachtige voorstelling van Adam. Vergelijk hieronder de afbeelding door Michelangelo en de afbeelding op een cover van het tijdschrift Christianity Today uit 2011. 

 
 
 

Afbeeldingen: Het denkbeeld van de dierlijke afkomst van Adam leidt tot een andere
voorstelling van Adam. De eerste afbeelding stelt Adam voor volgens Michelangelo (1475-1564).
De tweede afbeelding op een voorblad (uit 2011) geeft weer hoe sommigen Adam zien
door de bril van de evolutietheorie.

Deze dwaling leidt ook tot een ander zelfbeeld van de mens. Hij ziet zichzelf als een wezen dat uit het dierenrijk is opgeklommen en dat wezenlijk met de dieren verwant is en blijft. Hij is eigenlijk één van de dieren, zij het dat hij in de strijd om het bestaan macht over hen gekregen heeft. Hij vergelijkt zich met hen en meent in zijn doen en laten dierlijke trekken te ontwaren. Omgekeerd zal hij menselijke (eigenlijk vóór-menselijke) trekken in dieren menen aan te treffen. Het denkbeeld van dierlijke afkomst tekent en kleurt zijn mens- en levensbeschouwing. 

Voetnoot

  1. Aangehaald in: Eryn Sun, Ken Ham Agrees With Atheists on Literal View of Adam and Eve? ChristianPost.com, 2 juni 2011.