Adar

Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 25 mei 2019 om 08:45 (Nieuwe pagina aangemaakt met '== Adar (12<sup>e</sup> maand) == Adar is de naam van de twaalfde maand van de Hebreeuwse kalender. De naam wordt genoemd in Ezra 6: 15; Esth. 3: 7, 13: 8: 12; 9:1,...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Adar (12e maand)

Adar is de naam van de twaalfde maand van de Hebreeuwse kalender. De naam wordt genoemd in Ezra 6: 15; Esth. 3: 7, 13: 8: 12; 9:1, 15, 17, 19, 21. De maand komt grotendeels overeen met de maand maart. In het jaar 1857 - om een voorbeeld uit een 'ver' verleden te noemen - was de maand van 25 februari tot 25 maart. Het is de maand van het Poeriemfeest.

Esth 3:7  In de eerste maand, dat is de maand Nisan, in het twaalfde jaar van koning Ahasveros, wierp men het ‘pur’, dat is het lot, in de tegenwoordigheid van Haman, van dag tot dag en van maand tot maand, [tot] de twaalfde maand, dat is de maand Adar. (HSV)

Esth 3:13 De brieven werden door ijlboden verzonden naar alle gewesten van de koning, [met het bevel] alle Joden weg te vagen, te doden en om te brengen, van jong tot oud, [met] de kleine kinderen en de vrouwen, op één dag, de dertiende van de twaalfde maand, dat is de maand Adar, en hun bezit te plunderen. (HSV)

Esth 9:19 Daarom maken de Joden van het platteland, die in niet ommuurde steden wonen, de veertiende dag van de maand Adar tot [een dag van] blijdschap en maaltijden, een vrolijke dag en een dag om elkaar geschenken te sturen. (HSV)

Esth 9:21 om voor hen vast te leggen dat zij ieder jaar de veertiende dag van de maand Adar en de vijftiende dag daarvan moesten vieren (HSV)

Ezr 6:15 En dit huis werd voltooid op de derde dag van de maand Adar; het was het zesde regeringsjaar van koning Darius. (HSV)

Buiten de Schrift wordt de maan genoemd in in 1 Makk. 7: 43; 2 Makk. 15: 37; 3 Ezra 7: 5.

De Assyrische naam is Ad-da-ru, waarschijnijk naar de God Adar genaamd.