Afgod: verschil tussen versies

Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 23: Regel 23:
De zon kan voorwerp van afgodendienst worden. 
De zon kan voorwerp van afgodendienst worden. 


<blockquote>''Deut. 4:19 Dat gij ook uw ogen niet opheft naar den hemel, en aanziet de zon, en de maan, en de sterren, des hemels ganse heir; en wordt aangedreven, dat gij u voor die buigt, en hen dient; dewelke de HEERE, uw God, aan alle volken onder den gansen hemel heeft uitgedeeld. ''(SV)''''</blockquote>
<blockquote>''Deut. 4:19 Dat gij ook uw ogen niet opheft naar den hemel, en aanziet de zon, en de maan, en de sterren, des hemels ganse heir; en wordt aangedreven, dat gij u voor die buigt, en hen dient; dewelke de HEERE, uw God, aan alle volken onder den gansen hemel heeft uitgedeeld. ''(SV)</blockquote>


<blockquote>''Job 31:26 Heb ik, bij het zien van de stralende zon en de prachtig voortschrijdende maan,<br>''Job 31:27 mij ooit heimelijk laten verleiden om hen met handkussen te vereren?''''<br>''Job 31:28 Zoiets zou een misdrijf zijn dat voor de rechter dient; dan zou ik God in de hemel hebben verloochend!<br>
<blockquote>''Job 31:26 Heb ik, bij het zien van de stralende zon en de prachtig voortschrijdende maan,<br>Job 31:27 mij ooit heimelijk laten verleiden om hen met handkussen te vereren?<br>Job 31:28 Zoiets zou een misdrijf zijn dat voor de rechter dient; dan zou ik God in de hemel hebben verloochend!<br>''(WV95)</blockquote>
''(WV95)''''</blockquote>


<blockquote>''Eze 8:16 En Hij bracht mij tot het binnenste voorhof van het huis des HEEREN; en ziet, [aan] de deur van den tempel des HEEREN, tussen het voorhuis en tussen het altaar, waren omtrent vijf en twintig mannen; hun achterste [leden] waren naar den tempel des HEEREN, en hun aangezichten naar het oosten, en deze bogen zich neder naar het oosten voor de zon. ''(SV)''''</blockquote>
<blockquote>''Eze 8:16 En Hij bracht mij tot het binnenste voorhof van het huis des HEEREN; en ziet, [aan] de deur van den tempel des HEEREN, tussen het voorhuis en tussen het altaar, waren omtrent vijf en twintig mannen; hun achterste [leden] waren naar den tempel des HEEREN, en hun aangezichten naar het oosten, en deze bogen zich neder naar het oosten voor de zon. ''(SV)</blockquote>


Een van de afgodische gruwelen die God in dit hoofdstuk van Ezechiel toont is de aanbidding van de zon.
Een van de afgodische gruwelen die God in dit hoofdstuk van Ezechiel toont is de aanbidding van de zon.