Afzondering: verschil tussen versies

Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
'''Afzonderen''' is scheiden en elders leggen of zetten. Wordt het doel, de bestemming aangegeven, dan gebruikt daarbij het voorzetsel 'tot' of 'voor'. Het werkwoord 'afzonderen' kan in overgankelijke dan wel wederkerig vorm ('zich afzonderen') worden gebezigd. Afzondering van kwaad is een wezenlijk element van een heilig, Gode welgevallig leven.
'''Afzonderen''' is scheiden en elders leggen of zetten. Wordt het doel, de bestemming aangegeven, dan gebruikt daarbij het voorzetsel 'tot' of 'voor'. Het werkwoord 'afzonderen' kan in overgankelijke dan wel wederkerig vorm ('zich afzonderen') worden gebezigd. Afzondering van kwaad is een wezenlijk element van een heilig, Gode welgevallig leven.


== Nederlands woordgebruik ==
'''Overgankelijk of wederkerig'''. - Het werkwoord 'afzonderen' kan in overgankelijke dan wel wederkerige vorm ('zich afzonderen') worden toegepast. In "God zonderde Paulus af tot verkondiging van het evangelie" is 'afzonderen'een overgankelijk werkwoord. In "Paulus zonderde ''zich'' dikwijls af tot gebed" vinden wij het als wederkerig werkwoord; Paulus zonderde zichzelf af.
'''Overgankelijk of wederkerig'''. - Het werkwoord 'afzonderen' kan in overgankelijke dan wel wederkerige vorm ('zich afzonderen') worden toegepast. In "God zonderde Paulus af tot verkondiging van het evangelie" is 'afzonderen'een overgankelijk werkwoord. In "Paulus zonderde ''zich'' dikwijls af tot gebed" vinden wij het als wederkerig werkwoord; Paulus zonderde zichzelf af.


Regel 13: Regel 14:
'''In gedachte.''' Men kan ook in gedachte iets afzonderen. "Men moet het beginsel van toevallige bijkomstigheden afzonderen" betekent: in gedachte afscheiden en als op zichzelf staand beschouwen.
'''In gedachte.''' Men kan ook in gedachte iets afzonderen. "Men moet het beginsel van toevallige bijkomstigheden afzonderen" betekent: in gedachte afscheiden en als op zichzelf staand beschouwen.


== Andere voorbeeldzinnen ==
=== Andere voorbeeldzinnen ===
"Door de werking van de zeef zondert zich het kaf van het koren af", d.w.z. het kaf raakt afgescheiden, scheidt zich af.
"Door de werking van de zeef zondert zich het kaf van het koren af", d.w.z. het kaf raakt afgescheiden, scheidt zich af.


Regel 37: Regel 38:


== Afgezonderd leven ==
== Afgezonderd leven ==
Afzondering van kwaad is een wezenlijk element van een heilig, Gode welgevallig leven. Dat vinden wij in het Oude en Nieuwe Testament. Afzondering voorkomt (verder) kwaad en kan ook een verbetering zijn van een toestand waarin de ongelovige verkeert door omgang met kwaad. Afzondering kan dus ''preventief,'' voorkomend, of ''correctief,'' verbeterend, zijn. Afzondering heeft ook een gunstig gevolg: het is God welbehaaglijk en brengt de beleving van gemeenschap van kinderen van God met hun hemelse Vader, 2 Cor. 6:18 (zie hieronder). Afzondering is een voorwaarde om de gemeenschap met God te genieten. Immers, bevlekking met kwaad verstoort die gemeenschap. Afzondering behoort tot het volbrengen van de heiligheid, 2 Cor. 7:1 (zie hieronder). De geschikte gezindheid hiervoor is 'de vrees van God', 1 Cor. 7:1
Afzondering van kwaad is een wezenlijk element van een heilig, Gode welgevallig leven. Dat vinden wij in het Oude en Nieuwe Testament. Afzondering voorkomt (verder) kwaad. Men voorkomt er twee dingen mee: 1. gemeenschap met kwaad, 2. oordeel van Godswege over het kwaad. De volgende Schrift noemt ze beide: <blockquote>''Opb 18:4 En ik hoorde een andere stem uit de hemel zeggen: <u>Gaat uit van haar</u>, mijn volk, opdat u met haar zonden geen gemeenschap hebt en opdat u van haar plagen niet ontvangt; (TELOS)''</blockquote>De Israëlieten moesten afgezonderd van de volken leven en zich niet men hen door huwelijk vermengen. Na de terugkeer uit de Babylonische ballingschap trouwden vele Joden met heidenen. Dit werd Ezra meegedeeld. <blockquote>''Ezr 9:1 Als nu deze dingen voleind waren, traden de vorsten tot mij toe, zeggende: Het volk Israëls, en de priesters, en de Levieten, zijn niet <u>afgezonderd</u> van de volken dezer landen, naar hun gruwelen, [namelijk] van de Kanaänieten, de Hethieten, de Ferezieten, de Jebusieten, de Ammonieten, de Moabieten, de Egyptenaren en de Amorieten.<br>Ezr 9:2 Want zij hebben van hun dochteren genomen voor zichzelven en voor hun zonen, zodat zich vermengd hebben het heilig zaad met de volken dezer landen; ja, de hand der vorsten en overheden is de eerste geweest in deze overtreding.<br>Ezr 9:3 Als ik nu deze zaak hoorde, scheurde ik mijn kleed en mijn mantel; en ik trok van het haar mijns hoofds en mijns baards uit, en zat verbaasd neder.''<br>(SV)</blockquote>

Door afzondering voorkomt men twee dingen: 1. gemeenschap met kwaad, 2. oordeel van Godswege over het kwaad. De volgende Schrift noemt ze beide: <blockquote>''Opb 18:4 En ik hoorde een andere stem uit de hemel zeggen: <u>Gaat uit van haar</u>, mijn volk, opdat u met haar zonden geen gemeenschap hebt en opdat u van haar plagen niet ontvangt; (TELOS)''</blockquote>De Israëlieten moesten afgezonderd van de volken leven en zich niet men hen door huwelijk vermengen. Na de terugkeer uit de Babylonische ballingschap trouwden vele Joden met heidenen. Dit werd Ezra meegedeeld. <blockquote>''Ezr 9:1 Als nu deze dingen voleind waren, traden de vorsten tot mij toe, zeggende: Het volk Israëls, en de priesters, en de Levieten, zijn niet <u>afgezonderd</u> van de volken dezer landen, naar hun gruwelen, [namelijk] van de Kanaänieten, de Hethieten, de Ferezieten, de Jebusieten, de Ammonieten, de Moabieten, de Egyptenaren en de Amorieten.<br>Ezr 9:2 Want zij hebben van hun dochteren genomen voor zichzelven en voor hun zonen, zodat zich vermengd hebben het heilig zaad met de volken dezer landen; ja, de hand der vorsten en overheden is de eerste geweest in deze overtreding.<br>Ezr 9:3 Als ik nu deze zaak hoorde, scheurde ik mijn kleed en mijn mantel; en ik trok van het haar mijns hoofds en mijns baards uit, en zat verbaasd neder.''<br>(SV)</blockquote>


Ezra treedt daarop tegen de gemengde huwelijken op. Want dergelijke huwelijken brengen de Joden in de verleiding om de afgoden van hun heidense vrouwen te gaan dienen of de verkeerde gebruiken van hun vrouwen over te nemen.
Ezra treedt daarop tegen de gemengde huwelijken op. Want dergelijke huwelijken brengen de Joden in de verleiding om de afgoden van hun heidense vrouwen te gaan dienen of de verkeerde gebruiken van hun vrouwen over te nemen.


Paulus vermaant de gelovigen een juk met ongelovigen te vermijden, 2 Cor. 6:14. Zo'n juk is ongelijk. Want het is een verbintenis tussen twee zaken die elkaar niet verdragen, niet niet samen kunnen gaan: gerechtigheid en wetteloosheid, licht en duisternis, Christus en Belial, de tempel van God en de tempel van een afgod. <blockquote>''2Co 6:14 Gaat niet met ongelovigen onder een ongelijk juk. Want welk deelgenootschap hebben gerechtigheid en wetteloosheid? Of welke gemeenschap heeft licht met duisternis? 2Co 6:15 En welke overeenstemming heeft Christus met Belial? en welk deel heeft een gelovige met een ongelovige? 2Co 6:16 En welke overeenkomst heeft Gods tempel met afgoden? Want wij zijn de tempel van de levende God, zoals God gezegd heeft; ‘Ik zal onder hen wonen en wandelen, en Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn’. 2Co 6:17 Daarom, ‘gaat weg uit hun midden en scheidt u af, zegt de Heer, en raakt niet aan wat onrein is, 2Co 6:18 en Ik zal u aannemen; en Ik zal u tot Vader zijn, en u zult Mij tot zonen en dochters zijn, zegt de Heer, de Almachtige’. 2Co 7:1 Daar wij dan deze beloften hebben, geliefden, laten wij onszelf reinigen van alle bevlekking van het vlees en van de geest, en de heiligheid volbrengen in de vrees van God. (TELOS)''</blockquote>Een leven in afzondering vereist naar de Schrift niet een leven buiten de maatschappij, bijv. in een klooster. Een gelovige is 'in' de mensenwereld en daarin gezonden, maar hij is niet 'van' de wereld; hij is in de wereld, niet van de wereld.
Paulus vermaant de gelovigen een juk met ongelovigen te ''vermijden'', 2 Cor. 6:14. Zo'n juk is ongelijk, want het is een verbintenis tussen twee zaken die elkaar niet verdragen, niet samen kunnen gaan: gerechtigheid en wetteloosheid, licht en duisternis, Christus en Belial, de tempel van God en de tempel van een afgod. Hebben wij een onheilige verbintenis, een onheilig contact, een onheilige omgang te midden van ongelovigen, dan moeten wij uit hun midden weggaan en ons afscheiden (2 Cor. 6:14). <blockquote>''2Co 6:14 Gaat niet met ongelovigen onder een ongelijk juk. Want welk deelgenootschap hebben gerechtigheid en wetteloosheid? Of welke gemeenschap heeft licht met duisternis? 2Co 6:15 En welke overeenstemming heeft Christus met Belial? en welk deel heeft een gelovige met een ongelovige? 2Co 6:16 En welke overeenkomst heeft Gods tempel met afgoden? Want wij zijn de tempel van de levende God, zoals God gezegd heeft; ‘Ik zal onder hen wonen en wandelen, en Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn’. 2Co 6:17 Daarom, ‘gaat weg uit hun midden en scheidt u af, zegt de Heer, en raakt niet aan wat onrein is, 2Co 6:18 en Ik zal u aannemen; en Ik zal u tot Vader zijn, en u zult Mij tot zonen en dochters zijn, zegt de Heer, de Almachtige’. 2Co 7:1 Daar wij dan deze beloften hebben, geliefden, laten wij onszelf reinigen van alle bevlekking van het vlees en van de geest, en de heiligheid volbrengen in de vrees van God. (TELOS)''</blockquote>Afzondering houdt ook in: onthouding; 'raakt niet aan wat onrein is' (2 Cor. 6:18). Afzondering brengt ons in gemeenschap met God als onze Vader, vers. 18. Afzondering ter verbetering is reiniging, want verbinding met kwaad verontreinigt, en als wij ons hiervan afzonderen, reinigen wij onszelf, 2 Cor. 7:1.

'''Afzondering en terugtrekking uit de wereld.''' Afzondering schept afstand en scheiding (2 Cor. 6:17), maar een leven in afzondering vereist naar de Schrift niet een leven buiten de maatschappij, bijv. zich terugtrekken in een klooster. Een gelovige is 'in' de mensenwereld en daarin gezonden, maar hij is niet 'van' de wereld; wij zijn in de wereld, niet van de wereld. Wij moeten ons licht verspreiden en niet onder een bedekking houden. We hebben goede werken te doen, voor de ogen van de wereld. <blockquote>''Mt 5:16 Laat zo uw licht schijnen voor het oog van de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader die in de hemelen is, verheerlijken. (TELOS)''</blockquote>


== Bron ==
== Bron ==