Airo (Grieks): verschil tussen versies

Uit Christipedia
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1: Regel 1:
Het Griekse werkwoord αἴρω, aíro, komt in de brontekst van het Nieuwe Testament voor. Het woord betekent eigenlijk 'opheffen'. De gedachte is: opheffen en wegdragen, wegnemen, weghalen.
Het Griekse werkwoord αἴρω, '''aíro''', komt in de brontekst van het [[Nieuwe Testament]] voor. Het woord betekent eigenlijk 'opheffen'. De gedachte is: opheffen en wegdragen, wegnemen, weghalen.


Het Strongnummer van het woord is 102. Hieronder staan verscheidene Schriftplaatsen waarin het woord voorkomt.
Het Strongnummer van het woord is 102. Hieronder staan verscheidene Schriftplaatsen waarin het woord voorkomt.
Regel 9: Regel 9:
De Heer Jezus zei tot de geldwisselaars en duivenverkopers in de tempel: '<u>Neem</u> deze dingen van hier <u>weg</u>' (Joh. 2:16)
De Heer Jezus zei tot de geldwisselaars en duivenverkopers in de tempel: '<u>Neem</u> deze dingen van hier <u>weg</u>' (Joh. 2:16)


Omstanders 'namen stenen op' (Joh. 8:59) om Jezus te stenigen. De Joden zeiden tot Hem: 'Hoe lang <u>houdt</u> u onze ziel <u>op</u>?' (SV), d.w.z. houdt u ons in spanning (Telos), in het onzekere (HSV).
Omstanders 'namen stenen op' (Joh. 8:59), raapten ze van de grond op, om Jezus te stenigen. De Joden zeiden tot Hem: 'Hoe lang <u>houdt</u> u onze ziel <u>op</u>?' (SV), d.w.z. houdt u ons in spanning (Telos), in het onzekere (HSV).


Bij het graf van Lazarus zei de Heer: '<u>Neemt</u> de steen <u>weg</u>' (Joh. 11:39). De mensen dan '<u>namen</u> de steen <u>weg</u>' (Joh. 11:41).
Bij het graf van Lazarus zei de Heer: '<u>Neemt</u> de steen <u>weg</u>' (Joh. 11:39). De mensen dan '<u>namen</u> de steen <u>weg</u>' (Joh. 11:41).

Huidige versie van 2 sep 2018 om 09:36

Het Griekse werkwoord αἴρω, aíro, komt in de brontekst van het Nieuwe Testament voor. Het woord betekent eigenlijk 'opheffen'. De gedachte is: opheffen en wegdragen, wegnemen, weghalen.

Het Strongnummer van het woord is 102. Hieronder staan verscheidene Schriftplaatsen waarin het woord voorkomt.

De Heer Jezus zei tot een verlamde: 'Neem uw bed op en ga naar uw huis' (Matth. 9:6).

De discipelen van Johannes namen het lichaam van hun onthoofde meester weg (Matt. 14:12). Een discipel van Jezus zou tegen een berg kunnen zeggen; 'Word opgeheven en in de zee geworpen' (Matth. 21:21).

De Heer Jezus zei tot de geldwisselaars en duivenverkopers in de tempel: 'Neem deze dingen van hier weg' (Joh. 2:16)

Omstanders 'namen stenen op' (Joh. 8:59), raapten ze van de grond op, om Jezus te stenigen. De Joden zeiden tot Hem: 'Hoe lang houdt u onze ziel op?' (SV), d.w.z. houdt u ons in spanning (Telos), in het onzekere (HSV).

Bij het graf van Lazarus zei de Heer: 'Neemt de steen weg' (Joh. 11:39). De mensen dan 'namen de steen weg' (Joh. 11:41).

De menigte schreeuwde aangaande de Heer Jezus: 'Weg met Deze' (Luc. 23:18 SV, HSV), 'Neem weg, neem weg, kruis Hem!' (Joh. 19:15 SV). Ook over Paulus werd geroepen 'Weg met hem' (Hand. 21:36) en 'Weg van de aarde met zo iemand' (Hand. 22:22).

De Joden verzochten Pilatus dat lichamen van de gestorven kruiselingen 'weggenomen' zouden worden (Joh. 19:31). Jozef van Arimathea mocht het lichaam van Jezus 'wegnemen' (Joh. 19:38).

Maria Magdalena zag op die zondagochtend dat de steen van Jezus' graf was 'weggenomen' (Telos), 'weggehaald' (NBV2004) (Joh. 20:1). Zij meende dat haar gestorven Heer was 'weggenomen' uit het graf (Joh. 20:2 Telos 'Zij hebben de Heer weggenomen uit het graf, en wij weten niet waar zij Hem hebben gelegd.'). Tegen de vermeende tuinman zei ze: 'zeg mij waar u Hem gelegd hebt en ik zal Hem wegnemen' (Joh. 20:15 Telos).

Het wegnemen kan met geweld gebeuren. Wie niet heeft, 'ook wat zal van hem worden genomen.' (Matth. 13:12 Telos). Een rank die geen vrucht draagt wordt door de landman weggenomen (Joh. 15:2).

Na het anker te hebben 'gelicht' (Hand. 27:13) voer het schip met Paulus verder.

We mogen geen leden van Christus 'nemen' en ze tot leden van een hoer maken (1 Cor. 6:15 Telos). Zondige uitingen en dingen echter moeten uit hun midden worden 'weggedaan' (Ef. 4:31 Telos).