Anti-supranaturalisme

Uit Christipedia

Anti-supranaturalisme is de loochening van alle openbaring en wonder. Het hecht geen geloof aan het bovennatuurlijke (supranaturele).

Het anti-supranaturalisme is een hoofdkenmerk van de moderne richting in de theologie, die in Nederland omstreeks 1850 opkwam.

De moderne vrijzinnige theologie heeft met het supranaturele, in al zijn vertakkingen, gebroken en leert dat God (hoe dan ook opgevat en gekend) nooit buiten de natuurlijke samenhang der verschijnselen om, Zich openbaart, nooit door een wonder in de natuur of in de geschiedenis heeft ingegrepen, aangezien daar nooit iets gebeurt of bestaat waarvoor geen eindige natuurlijke oorzaak bestaat, zodat elke bovennatuurlijke werking van God ontkend, daarentegen Gods natuurlijke, regelmatige werkzaamheid altijd volgehouden moét worden.

De moderne theologie zag zich tot het innemen van dit negatieve standpunt verplicht, omdat de nieuwere natuur- en geschiedwetenschap naar haar mening onweerlegbaar had aangetoond, dat er van een orde der dingen buiten en boven de natuur geen sprake meer is, dat alles ook op het gebied van de geest natuurlijk toegaat, en dat de tijd van het wondergeloof onherroepelijk voorbij is. De theologie moest dit voetspoor van de wetenschap volgen, zozeer zelfs, dat, wanneer zij van God blijft spreken, zij dit niet doet met het oog op een wezen, dat buiten en in die zin boven de natuur zijn zou, maar dat een redelijk geloof de religieuze mens noopt, om, waar hij in de wereld van de verschijnselen orde, regelmaat, wet en harmonie erkent, uit het bekende besluitend tot het niet bekende, in het heelal of het geheel der verschijnselen de werkzaamheid te erkennen van een hoogste wezen, dat, als de kracht in alle kracht, als het leven in alle leven, naar vaste, logische wetten, alles veroorzaakt. Het supranaturalisme werd door de moderne theologie van de aanvang af niet alleen op historische, maar vooral ook op metafysische gronden bestreden; zij ontkende niet slechts de werkelijkheid, maar ook de mogelijkheid van openbaring en wonder.

Prent van E.J. Pace uit 1922. De loochening van wonderen als een trede in de afdaling tot atheïsme.

Het supranaturalisme van de moderne vrijzinnige theologie leidt tot een andere Schriftbeschouwing en -verklaring. Een voorbeeld ter illustratie. God voorzegde Abraham dat zijn nageslacht 400 jaar in Egypte zou zijn.

Ge 15:13  Toen zei Hij tot Abram: Weet voorzeker, dat uw zaad vreemd zal zijn in [een] land, dat het hunne niet [is], en zij zullen hen dienen, en zij zullen hen verdrukken, vierhonderd jaren. (SV)

Sommige geleerden zijn van mening dat Mozes of een latere redacteur van Genesis hier, met kennis van Israëls verleden, woorden heeft toegevoegd onder het mom van een voorzegging door God. Want Abram kon onmogelijk toen al (ca. 2000 v.C.) weten dat zijn nageslacht 400 jaar in Egypte zou zijn en dat het gedurende een deel van die periode in slavernij zou zijn en verdrukt zouden worden. Een dergelijk verstaan en verklaren van Gen. 15:13 is geworteld in een anti-supranaturalistische vooringenomenheid. Bovendien is het in strijd met het feit dat reeds veel van de Bijbelse voorzeggingen tot in de kleinste bijzonderheden zijn vervuld.

Sommigen zien de loochening van wonderen door het modernisme (de moderner vrijzinnige theologie) als een trede in de afdaling tot atheïsme.

Bron

F. W. Grosheide, J.H. Landwehr, C. Lindeboom, J.C. Rullmann, Christelijke Encyclopaedie voor het Nederlandsche volk. Kampen: J.H. Kok, 1925-1931. Zes delen. Enige tekst van het lemma 'Modernisme' is onder wijziging verwerkt op 17 mei 2020.