Asdod: verschil tussen versies

Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
'''Ashdod''', ook geschreven ''Asdod'' of ''Asjdod'', of, naar het Grieks, ''Azote'', is een havenstad in het westen van Israël, gelegen aan de Middellandse Zee. De stad is met 207 duizend inwoners (2007) de vijfde grote stad in [[Israël (staat)|Israël]].
'''Ashdod''', ook geschreven ''Asdod'' of ''Asjdod'', of, naar het Grieks, ''Azote'', is een havenstad in het westen van Israël, gelegen aan de Middellandse Zee. De stad is met 207 duizend inwoners (2007) de vijfde grote stad in [[Israël (staat)|Israël]].


De inwoners van Ashdod heten Ashdodieten, ook geschreven 'Asdodieten'. Hun taal heette Asdoditisch (Neh. 13:24).
In 1897 schrijft de <em>American Tract Society Bible Dictionary</em> nog: 'Vandaag de dag is het een miserabel dorp,&nbsp;nog altijd Esdud genoemd'.&nbsp;<p>Ashdod was in de oudheid één van de vijf Filistijnse hoofdsteden. Zij ligt ten westen van Jeruzalem, in de streek die bij de verdeling van het land Kanaän aan de stam Juda was toebedeeld. Juda had&nbsp;Ashdod echter niet veroverd.&nbsp;&nbsp;</p>


[[Bestand:Filistijnse pentapolis.png|geen|miniatuur|417x417px]]
Ashdod was in de oudheid één van de vijf Filistijnse hoofdsteden. Zij ligt ten westen van Jeruzalem, in de streek die bij de verdeling van het land Kanaän aan de stam Juda was toebedeeld. Juda had&nbsp;Ashdod echter niet veroverd.&nbsp;&nbsp;[[Bestand:Filistijnse pentapolis.png|geen|miniatuur|417x417px]]


[[Bestand:Judea-Wolters.jpg|thumb|1229x1229px|geen]]
[[Bestand:Judea-Wolters.jpg|thumb|1229x1229px|geen]]


De Filistijnen herbergden de buitgemaakte ark van het verbond in tempel van de afgod Dagon te Ashdod</p><blockquote><em>1Sa 5:1&nbsp;De Filistijnen hadden de ark Gods buitgemaakt en haar van Eben-haezer naar <u>Asdod</u> gebracht.</em></blockquote>De inwoners van Ashdod heten Ashdodieten, ook geschreven 'Asdodieten'. Hun taal heette Asdodietisch (Neh. 13:24). Ten tijde van [[Nehemia (persoon)|Nehemia]] waren zij waren tegen de herbouw van de muren van Jeruzalem.
De Filistijnen herbergden de buitgemaakte ark van het verbond in tempel van de afgod Dagon te Ashdod</p><blockquote><em>1Sa 5:1&nbsp;De Filistijnen hadden de ark Gods buitgemaakt en haar van Eben-haezer naar <u>Asdod</u> gebracht.</em></blockquote>'''ca. 712.''' Onder de Assyrische koning Sargon II kwamen Asjkelon en Asjdod in opstand. In zijn veldtocht van 713-711 greep Sargon echter in. Rond 712 werd een deel van de stad zwaar verwoest. De stadspoort en een deel van de stadsmuur werden neergehaald. Enkele massagraven uit deze periode getuigen van het grote aantal slachtoffers dat daarbij viel. De verwoesting van Asjdod wordt genoemd in de Bijbel en in Assyrische bronnen, alsmede op een in Ashdod gevonden inscriptie.

'''705.''' In 705 sloten de Filistijnse steden zich aan bij Hizkia's opstand tegen Sanherib.

'''701.''' Toen Sanherib in 701 het gebied heroverde, behoorde de Asjdoditische vorst Mitinti tot eersten die zich overgaf en hem schatting betaalden. Ashdod werd ingelijfd als een Assyrische provincie.

De stadspoort en de muren werden hersteld, mogelijk door Sanherib als beloning voor Mitinti's loyaliteit.

Ten tijde van [[Nehemia (persoon)|Nehemia]] (2e helft 5e eeuw v.C.) waren zij waren tegen de herbouw van de muren van Jeruzalem.


<blockquote><em>Ne 4:7&nbsp;Maar toen Sanballat, Tobia, de Arabieren, de Ammonieten en de <u>Asdodieten</u> gehoord hadden, dat de herstelling van de muren van Jeruzalem vorderde, dat de bressen zich begonnen te sluiten, ontstaken zij in hevige woede,</em>
<blockquote><em>Ne 4:7&nbsp;Maar toen Sanballat, Tobia, de Arabieren, de Ammonieten en de <u>Asdodieten</u> gehoord hadden, dat de herstelling van de muren van Jeruzalem vorderde, dat de bressen zich begonnen te sluiten, ontstaken zij in hevige woede,</em>
Regel 13: Regel 21:


De uit de Babylonische ballingschap teruggekeerde Joden hadden zich helaas vermengd met onder andere Asdodische (ook gespeld 'Asdodietische') vrouwen, zoals Nehemia vaststelt.<blockquote><em>Ne 13:23&nbsp;Ook zag ik in die dagen Joden, die <u>Asdodische</u>, Ammonietische [en] Moabietische vrouwen [bij] [zich] hadden doen wonen.<br />Ne 13:24 En hun kinderen spraken half <u>Asdodisch</u>, en zij konden geen Joods spreken, maar naar de taal eens iegelijken volks.</em></blockquote>De Griekse naam van de stad is <em>Azotus</em> (Gr. Azotos). In de tijd van Christus behoorde de stad tot het gebied van Judea. Filippus verkondigde er het evangelie.<blockquote><em>Hnd 8:40 Filippus echter werd in Asdod (Statenvertaling: Azote; Gr. Azotos) gevonden, en hij ging het land door en verkondigde het evangelie aan alle steden, totdat hij in Caesarea kwam.</em></blockquote>
De uit de Babylonische ballingschap teruggekeerde Joden hadden zich helaas vermengd met onder andere Asdodische (ook gespeld 'Asdodietische') vrouwen, zoals Nehemia vaststelt.<blockquote><em>Ne 13:23&nbsp;Ook zag ik in die dagen Joden, die <u>Asdodische</u>, Ammonietische [en] Moabietische vrouwen [bij] [zich] hadden doen wonen.<br />Ne 13:24 En hun kinderen spraken half <u>Asdodisch</u>, en zij konden geen Joods spreken, maar naar de taal eens iegelijken volks.</em></blockquote>De Griekse naam van de stad is <em>Azotus</em> (Gr. Azotos). In de tijd van Christus behoorde de stad tot het gebied van Judea. Filippus verkondigde er het evangelie.<blockquote><em>Hnd 8:40 Filippus echter werd in Asdod (Statenvertaling: Azote; Gr. Azotos) gevonden, en hij ging het land door en verkondigde het evangelie aan alle steden, totdat hij in Caesarea kwam.</em></blockquote>
[[Bestand:Uitbreiding van de vroege gemeente (Access Foundation).jpg|geen|miniatuur|1024x1024px|Filippus kwam in Azotus = Ashdod]]
[[Bestand:Uitbreiding van de vroege gemeente (Access Foundation).jpg|geen|miniatuur|1024x1024px|Filippus kwam in Azotus = Ashdod]]In 1897 schrijft de <em>American Tract Society Bible Dictionary</em> nog: 'Vandaag de dag is het een miserabel dorp,&nbsp;nog altijd Esdud genoemd'.&nbsp;