Atheïsme: verschil tussen versies

Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 17: Regel 17:
'''Geen bewijs.''' Nooit heeft iemand bewezen dat God niet bestaat, of dat Zijn bestaan tot de onmogelijkheden behoort. Atheïsten geven toe dat niet bewezen kan worden dat er geen hogere macht bestaat. Hun overtuiging berust niet op bewijs. Zelfs de hardnekkigste godloochenaars geven dit vrij algemeen toe.
'''Geen bewijs.''' Nooit heeft iemand bewezen dat God niet bestaat, of dat Zijn bestaan tot de onmogelijkheden behoort. Atheïsten geven toe dat niet bewezen kan worden dat er geen hogere macht bestaat. Hun overtuiging berust niet op bewijs. Zelfs de hardnekkigste godloochenaars geven dit vrij algemeen toe.


'''Hartsgesteldheid.''' Door onze zondige natuur is er weerstand tegen God. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de volgende woorden van een bekende filosoof. "''Het is niet alleen maar zo, dat ik niet geloof in God en, natuurlijk, hoop dat mijn geloof juist is. Het ook zo, dat ik hoop dat er geen God is! Ik wil niet dat er een God is; ik wil niet dat het universum zodanig is.''" — Thomas Nagel, filosoof (1997)<ref>“It isn’t just that I don’t believe in God and, naturally, hope that I’m right in my belief. It’s that I hope there is no God! I don’t want there to be a God; I don’t want the universe to be like that.” — Thomas Nagel (1997)</ref>
'''Onwil.''' Door onze zondige natuur is er weerstand tegen God. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de volgende woorden van een bekende filosoof. "''Het is niet alleen maar zo, dat ik niet geloof in God en, natuurlijk, hoop dat mijn geloof juist is. Het ook zo, dat ik hoop dat er geen God is! Ik wil niet dat er een God is; ik wil niet dat het universum zodanig is.''" — Thomas Nagel, filosoof (1997)<ref>“It isn’t just that I don’t believe in God and, naturally, hope that I’m right in my belief. It’s that I hope there is no God! I don’t want there to be a God; I don’t want the universe to be like that.” — Thomas Nagel (1997)</ref>

Als je niet ''wilt'' dat God bestaat, geloof je graag in argumenten tegen Diens bestaan en ben je gauw goedgelovig. Een rooms-katholieke polemist verzuchtte eens <ref>Th. F. Bensdorp, ''Apologetica''. Verzameld en ingeleid door M. Stoks. Derde deel. Amsterdam: N.V. de R.K. Boek-Centrale, 1922. Blz. 214. In het citaat is de spelling gemoderniseerd.</ref>over de argumentatie van atheïsten tegen het bestaan van God: "''Wat zijn die godloochenaars toch spoedig tevreden, als het argumenten geldt tegen het bestaan van God! Dan worden die sterke geesten ineens zo goedgelovig als het onnozelste kwezeltje''."


'''Naturalisme.''' Als God niet bestaat, dan houd je volgens veel atheïsten alleen de wereld, de natuur over. Het wereldbeeld is dan ''naturalistisch'': er is geen plaats is voor bovennatuurlijke, boven de wereld uitstijgende (transcendente) krachten of machten. Veel atheïsten zijn daarom sceptisch ten aanzien van bovennatuurlijke wonderen en paranormale verschijnselen.
'''Naturalisme.''' Als God niet bestaat, dan houd je volgens veel atheïsten alleen de wereld, de natuur over. Het wereldbeeld is dan ''naturalistisch'': er is geen plaats is voor bovennatuurlijke, boven de wereld uitstijgende (transcendente) krachten of machten. Veel atheïsten zijn daarom sceptisch ten aanzien van bovennatuurlijke wonderen en paranormale verschijnselen.