Aven

Uit Christipedia

Aven, ook gespeld Awen, is een plaatsnaam in de Bijbel, gebruikt om op verachtelijke wijze plaatsen van afgoderij te noemen. De naam betekent: ijdelheid, nietigheid.

De naam Aven komt in de Bijbel drie maal voor, ter aanduiding van de volgende plaatsen:

  1. een stad in het noorden van Egypte, mogelijk On (Heliopolis = ‘Zonnestad’), een plaats van afgoderij.

    Eze 30:17 De jongelingen van Aven en Pibeseth zullen door het zwaard vallen, en de [dochters] zullen gaan in de gevangenis.(SV)

  2. Bethel (= ‘Huis van God’), dat door zijn kalverdienst ‘Nietigheid’(‘Aven’) of ‘Huis der Nietigheid’ (‘Beth-Aven’) was geworden (Hos. 10:8; 4:15; 5:8; 10:5)

    Hos 10:5 Om dat kalf van Bet-awen zijn de inwoners van Samaria bezorgd; ja, daarover treurt het volk, daarover maken de afgodspriesters misbaar, omdat de heerlijkheid daarvan is geweken. (NBG51)
    Hos 10:8 Weggevaagd zullen worden de hoogten van Aven, de zonde van Israël; doornen en distels zullen opschieten tot boven hun altaren. Dan zullen zij tegen de bergen zeggen: Bedek ons! en tegen de heuvels: Val op ons! (HSV)

  3. Een stad of streek in Syrië (Amos 1:5), nadere ligging is onbekend.

    Am 1:5 Ik zal de grendel van Damascus in stukken breken, Ik zal de inwoner uitroeien uit Bikeat-Aven, en de scepterdrager uit Beth-Eden, en het volk van Syrië zal in ballingschap gaan naar Kir, zegt de HEERE.(HSV)

Bronnen

Hebreeuws-Nederlands lexicon (onderdeel van de Online Bible), strongnummer H206.

A New and Concise Bible Dictionary (George Morris, 1899) s.v. Aven.