Bederven, bederf

Uit Christipedia

Bederven betekent[1] 1. onbruikbaar maken, of 2. slechter maken, of 3. verwennen, of 4. onbruikbaar worden: “vlees kan bederven. Bederf betekent[1] 1. ontbinding, rotting, of 2. achteruitgang, verslechtering.

In overdrachtelijke zin duiden ‘bederven’ en ‘bederf’ aan dat iets minder goed wordt, slecht wordt. In deze overdrachtelijke zin kan 'bederven' ook van personen gebruikt worden: “de jongen is door zijn omgang met hen geheel bedorven.”

Jacob was “een bedorven Syriër” (Statenvertaling):

De 26:5 Dan zult gij voor het aangezicht des HEEREN, uws Gods, betuigen en zeggen: Mijn vader was een bedorven Syriër, en hij toog af naar Egypte, en verkeerde aldaar als vreemdeling met weinig volks; maar hij werd aldaar tot een groot, machtig en menigvuldig volk.

De Herziene Statenvertaling heeft echter: “verloren Syriër”. De NBG51-vertaling zegt “zwervende Arameeër”. De Naardense bijbelvertaling zet over: “verloren Arameeër”.

Eze 28:17 Uw hart verheft zich over uw schoonheid; gij hebt uw wijsheid bedorven, vanwege uw glans; Ik heb u op de aarde henengeworpen, Ik heb u voor het aangezicht der koningen gesteld, om op u te zien. (SV)

De Herziene Statenvertaling heeft “u richtte uw wijsheid te gronde”. De NBG51-vertaling zegt: “hebt gij ook uw wijsheid teniet doen gaan”.

“Zedenbederf” betekent achteruitgang in de zeden: de zeden worden slechter worden, de goede zeden worden aangetast. Naar aanleiding van de Franse revolutie (1789-1799) schreef iemand: "Wij hebben moorden, roverijen, en dagelijks aangroeiend bederf van zeden gezien, welker voortgang bijna door niets kon gestuit worden"[2].

Met bederf verwant in betekenis zijn verderf en verrotting. De drie woorden beduiden alle de overgang tot een toestand van onbruikbaarheid.

Bederf en verrotting. Bederf, bederven en verrottingverrotten worden gebezigd van stoffen die overgaan tot ontbinding. Bij bederf is het nog niet zo ver gekomen als bij verrotting. Het bederf is aan vlees, wanneer het tot verrotting begint over te hellen. Bederf is dus het begin van een ontbinding, van welke verrotting een hogere trap is.

Ondertussen gebruiken wij het woord bederf, met betrekking tot het nut, dat wij uit de stof, als zij niet bedorven was, hadden kunnen trekken, en tot de onbruikbaarheid, waarin zij, door haar ontbinding, ten opzichte van ons geraakt.

Verrotting zegt men met oog op de verandering, welke de stof zelf ondergaat. Niet alle zaken kunnen tot verrotting overgaan, al bederven zij; sommige toch drogen in en vallen uiteen.

Bederf en verderf. Verderf betekent ‘ondergang’[1]. Verderf is een volkomen bederf en wordt slechts figuurlijk gezegd. Men gebruikt het om de hele vernietiging van alle welstand uit te drukken. “U loopt in uw verderf”. “Dood en verderf zaaien”.

Bronnen

VanDale.nl 

Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908). Hiervan is tekst verwerkt op 22 aug. 2015.

Weiland & Landré, Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, bladzijde 219, s.v. Bederf, verderf, verrotting.

Voetnoten

  1. 1,0 1,1 1,2 Online woordenboek op VanDale.nl
  2. Johannes Melchior Kemper, hoogleraar in het natuur- en burgerrecht, in: Verhandelingen raakende den natuurlijken en geopenbaarden godsdienst uitgegeven door Teyler's godgeleerd genootschap XX. deel (Haarlem, 1802), blz. 505.