Brief aan de Efeziërs/Hoofdstuk 4: verschil tussen versies

k
Regel 207:
 
''Spr 15:1 Een zacht antwoord keert de grimmigheid af; maar een smartend woord doet den toorn oprijzen. (SV)''
 
Daarom ook:
 
''Efe 4:31  Laat alle bitterheid, gramschap, toorn, geschreeuw en lastering uit uw midden worden weggedaan met alle boosheid.'' (Telos)
 
Dat zijn uitingen van het vlees. Soms is toorn onvermijdelijk en gerechtvaardigd, en dan leert ons vers 26 hoe ermee om te gaan.
 
'''Laat de zon enz.''' De toorn mag niet lang aanhouden. In tegenstelling hiermee schijnt te staan:
Regel 233 ⟶ 239:
 
'''Opdat het genade geeft aan hen die horen.''' De hoorder wordt erdoor verkwikt, of gesterkt, of kan ermee verder in het leven, of wordt bekrachtigd tot het doen van een stap, of tot het vasthouden van de waarheid (vers 15), of tot het volhardend gaan van een goede weg.
 
== Ef. 4:30 ==
Efe 4:30  En bedroeft de Heilige Geest van God niet, met Wie u verzegeld bent tot de dag van de verlossing. (Telos)
'''Verzegeld bent.''' Ten teken dat u Gods eigendom bent.
 
'''De dag van de verlossing.''' Wanneer wij verlost zullen worden van "dit lichaam van de dood". Ons sterfelijk, vergankelijk lichaam zal onsterfelijk en onvergankelijk worden gemaakt. Ziekte, ellende, verdrukking houden op.
 
''Ro 7:24  Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit dit lichaam van de dood?'' (Telos)
 
Wij verwachten de Heer Jezus "als Heiland", die zijn heilswerk zal voltooien. Hij kwam als [[Heiland]] in deze wereld en zal voor ons terugkomen als Heiland.
 
''1Jo 4:14  En wij hebben aanschouwd en getuigen, dat de Vader de Zoon heeft gezonden als Heiland van de wereld.'' (Telos)
 
''Flp 3:20  Want ons burgerschap is in de hemelen, waaruit wij ook de Heer Jezus Christus als Heiland verwachten,'' (Telos)
 
== Ef. 4:32 ==
Efe 4:32  Maar weest jegens elkaar goedertieren, welgezind, elkaar vergevend, zoals ook God in Christus u vergeven heeft. (Telos)
Zie vers 2.
 
== Voetnoot ==