Cel: verschil tussen versies

Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 12: Regel 12:
De streng is opgerold en bij de deling van een cel nog meer opgerold. Het opgerold-zijn is mogelijk dankzij verpakkingseiwitten, de ''histonen''. De DNA-streng zit hierom heen gedraaid. Wanneer de cel niet in deling is, noemen we het DNA samen met de histonen: ''chromatine''.
De streng is opgerold en bij de deling van een cel nog meer opgerold. Het opgerold-zijn is mogelijk dankzij verpakkingseiwitten, de ''histonen''. De DNA-streng zit hierom heen gedraaid. Wanneer de cel niet in deling is, noemen we het DNA samen met de histonen: ''chromatine''.


Het DNA kun je beeldsprakig noemen 'het kookboek voor de vorming van een mens'. In het 'kookboek' staan de recepten voor eiwitten. Deze recepten worden 'genen' genoemd; een enkel 'recept' heet een 'gen'. Elk gen 'codeert' voor een of meer eiwitten. Al de genen van iemand samen heten zijn of haar ''genoom''.
Het DNA kun je beeldsprakig noemen 'het kookboek voor de vorming van een mens'. In het 'kookboek' staan de recepten voor eiwitten. Deze recepten worden 'genen' genoemd; een enkel 'recept' heet een 'gen'. Elk gen 'codeert' voor een of meer eiwitten. Al de genen van iemand samen heten zijn of haar ''genoom''. Elke cel heeft een genoom. In het genoom zitten ongeveer 20.000 eiwitgenen en ongeveer 40.000 RNA-genen. Een eiwitgen bepaalt een erfelijke eigenschap, bijvoorbeeld iemands oogkleur. De RNA-genen zijn niet-eiwitgenen, ze reguleren de andere genen. De 'expressie' van een gen is de uiting van het gen in een eigenschap.


De genen die een cel niet nodig heeft, blijven uitgeschakeld. Een spiercel bijvoorbeeld hoeft geen gal aan te maken. Daarom blijven de genen voor de aanmaak van gal uitgeschakeld. Een spiercel moet samentrekken, een hersencel niet. Daarom blijven de genen voor samentrekking in een hersencel uitgeschakeld.
De genen die een cel niet nodig heeft, blijven uitgeschakeld. Een spiercel bijvoorbeeld hoeft geen gal aan te maken. Daarom blijven de genen voor de aanmaak van gal uitgeschakeld. Een spiercel moet samentrekken, een hersencel niet. Daarom blijven de genen voor samentrekking in een hersencel uitgeschakeld.