Cherub

Uit Christipedia
(Doorverwezen vanaf Cherubim)

Cherubs, ook genoemd cherubijnen, of, naar het Hebreeuws, cherubiem, cherubim, cheroeviem, zijn de dragers van Gods heerlijkheid. Deze in de hemel levende wezens vertegenwoordigen Gods kracht in de schepping en in Zijn rechtvaardige regering. Op het verzoendeksel van de verbondsark stonden twee cherubsbeelden tegenover elkaar, neerziende op het deksel. In het Allerheiligste van Salomo's tempel stonden twee grote cherubiem, vijf meter in hoogte. In de toekomst roepen zij de vier oordeelspaarden op (Opb. 4).

In Gods troon. In het midden van Gods troon en rond deze troon zijn vier cherubs. God troont in hun midden. De apostel Johannes heeft ze gezien en beschreven:

Opb 4:6  En voor de troon was als een glazen zee, kristal gelijk. En in het midden van de troon en rond de troon vier levende wezens, vol ogen van voren en van achteren. Opb 4:7  En het eerste levende wezen was een leeuw gelijk, en het tweede levende wezen een kalf gelijk, en het derde levende wezen had het gezicht als van een mens, en het vierde levende wezen was een vliegende arend gelijk. Opb 4:8 En de vier levende wezens hadden elk afzonderlijk zes vleugels, rondom en van binnen waren zij vol ogen en zij hebben geen rust, dag en nacht, en zeggen: Heilig, heilig, heilig, Heer, God de Almachtige, die was en die is en die komt. Opb 4:9  En wanneer de levende wezens heerlijkheid en eer en dankzegging zullen geven aan Hem die op de troon zit, die leeft tot in alle eeuwigheid, Opb 4:8 En de vier levende wezens hadden elk afzonderlijk zes vleugels, rondom en van binnen waren zij vol ogen en zij hebben geen rust, dag en nacht, en zeggen: Heilig, heilig, heilig, Heer, God de Almachtige, die was en die is en die komt. (TELOS)

Zij nemen deel aan de aanbidding van God en roepen de eerste vier oordeelspaarden op.

Satan. Satan was vóór zijn zondeval een zeer wijze en prachtvolle cherub.

Eze 28:12  ... Zo zegt de Heere HEERE: U, toonbeeld van volkomenheid, vol wijsheid en volmaakt van schoonheid, Eze 28:13  u was in Eden, de hof van God. Allerlei edelgesteente was uw sieraad: robijn, topaas en diamant, turkoois, onyx en jaspis, saffier, smaragd, beril en goud. Het werk van uw tamboerijnen en uw fluiten was bij u. Op de dag dat u geschapen werd, waren ze gereed. Eze 28:14  U was een cherub die [zijn vleugels] beschermend uitspreidt. [Daarvoor] heb Ik u aangesteld. U was op Gods heilige berg, u wandelde te midden van vurige stenen. (HSV)

Hof van Eden. Satan verleidde de eerste mensen tot zonde. Na deze zondeval en de verdrijving van het eerste mensenpaar uit de hof van Eden stelde God cherubs om de weg tot de boom des levens te bewaken.

Ge 3:24 En Hij dreef den mens uit; en stelde cherubim tegen het oosten des hofs van Eden, en een vlammig lemmer eens zwaards, dat zich omkeerde, om te bewaren den weg van den boom des levens. (SV)

De mens, zondaar geworden, mocht niet eten van de boom van het leven (Gen. 3:22). Hoeveel cherubs God stelde, weten wij niet.

Afgebeeld in Gods aardse Woning. Cherubs werden op Gods voorschrift afgebeeld in borduur- en beeldwerk van Gods Woning op aarde, zowel in de tabernakel als daaropvolgend in de tempel. Beide woningen met de cherubbeelden zijn afbeeldingen van een hemelse werkelijkheid.

Cherubs waren afgebeeld op het voorhangsel dat voor het Allerheiligste hing.

Ex 26:31  U moet ook een voorhangsel maken, van blauwpurperen, roodpurperen en scharlakenrode [wol] en dubbeldraads fijn linnen; men moet het maken [met] cherubs [erop], werk van een kunstenaar. (HSV)

Op de binnenwanden bracht Salomo graveringen van cherubs aan.

1Kon 6:29 En op alle wanden van het huis rondom bracht hij graveringen van houtsnijwerk aan: cherubs, dadelpalmen en ontluikende bloemen, vanbinnen en vanbuiten. (HSV)

Cherubs op het verzoekdeksel van de ark der getuigenis

Op het verzoendeksel van de verbondsark in het Allerheiligste waren twee cherubbeelden op de beide uiteinden van het deksel (Ex. 25:18-19). Zie Ex. 25:18-22; Ex 26:1, 31;. Ex 37:7-9; 1 Koningen 6:23-35; 1 Koningen 8:6-7. Ze waren één geheel met het verzoendeksel, alles uit één klomp goud vervaardigd.

Ex 37:8  één cherub uit het uiteinde aan de ene [kant], en één cherub uit het uiteinde aan de andere [kant]. Uit het verzoendeksel maakte hij de cherubs, uit de beide uiteinden ervan. (HSV)

Hun gezichten waren tegenover elkaar en zagen neer op het verzoendeksel. Verbeeldt hun blikrichting wellicht de aandachtige aanschouwing door deze hemelwezens van Gods verzoeningswerk voor Zijn volk? Met hun vleugels, omhoog gespreid, overspanden zij het verzoendeksel.

Ex 25:20 En de cherubim zullen hun beide vleugelen omhoog uitbreiden, bedekkende met hun vleugelen het verzoendeksel; en hun aangezichten zullen tegenover elkander zijn; de aangezichten der cherubim zullen naar het verzoendeksel zijn. (SV)

Materiaal. De cherubbeelden die Salomo bouwde waren van olieachtig hout (Statenvertaling), olijfwilgenhout (Herziene Statenvertaling), 1 Kon. 6:23, overtrokken met goud, 1 Kon. 6:28.

Grootte. De cherubbeelden die Salomo bouwde waren tien ellen, d.i. ongeveer 5 meter, hoog, 1 Kon. 6:23, 26. Elke vleugel was 5 ellen, d.i. ongeveer 2,5 meter, lang, 1 Kon. 6:24. De spanwijdte van de vleugels van elke cherub was 10 ellen, d.i. ongeveer 5 meter, 1 Kon. 6:24. De vleugel van de ene cherub raakte die van de andere cherub en de andere vleugel van de eerste cherub raakte de wand van het binnenste heiligdom en de andere vleugel van de tweede cherub raakte de andere wand, 1 Kon. 6: 27.

Heerlijkheid. De cherubs op het verzoendeksel zijn ‘de cherubs van de heerlijkheid’.

Heb 9:5 en daarboven de cherubs van de heerlijkheid die het verzoendeksel overschaduwden; het is niet mogelijk hierover nu in bijzonderheden te spreken. (TELOS)

God woont tussen de cherubs. Tussen de cherubim op de 'genadetroon' (het verzoendeksel) zit, woont God:

1Sa 4:4 Het volk dan zond naar Silo, en men bracht van daar de ark des verbonds des HEEREN der heirscharen, die tussen de cherubim woont; en de twee zonen van Eli, Hofni en Pinehas, waren daar met de ark des verbonds van God. (SV)

Toen de ark verhuisd was van de tabernakel naar de tempel, woonde God nog altijd tussen de cherubs.

2Kon 19:15 En Hizkia bad voor het aangezicht des HEEREN, en zeide: O HEERE, God Israëls, Die tussen de cherubim woont! Gij zelf, Gij alleen zijt de God van alle koninkrijken der aarde, Gij hebt den hemel en de aarde gemaakt. (SV)

Asaf dichtte:

Ps 80:2 Herder van Israël, neem ter ore, U, Die Jozef als schapen leidt. U, Die troont tussen de cherubs, verschijn blinkend! (HSV)

Ook in Psalm 99 wordt van God gezegd dat hij tussen de cherubim zit, troont:

Ps 99:1 De HEERE regeert, dat de volken beven; Hij zit [tussen] de cherubim; de aarde bewege zich. (SV)

God rijdt op cherubs. God zit, troont, woont tussen de cherubs en ook rijdt hij op een of meer cherubs.

Ps 18:10 (18:11) Hij reed op een cherub en vloog, ja, Hij zweefde snel op de vleugels van de wind. (HSV)

2Sa 22:11 Hij reed op een cherub en vloog, ja, Hij werd gezien op de vleugels van de wind. (HSV)

Vergelijk:

Ps 104:3 Die Zijn opperzalen zoldert in de wateren, Die van de wolken Zijn wagen maakt, Die op de vleugelen des winds wandelt.

De beide reusachtige cherubs in het Heilige der heiligen van Salomo's tempel werden een wagen genoemd.

1Kr 28:18 ... en goud voor het ontwerp van de wagen: de cherubs, die hun vleugels uitspreidden terwijl zij de ark van het verbond van de HEERE bedekten. (HSV)

Bij Ezechiël zijn de cherubs beschreven als voorzien van wielen, waarop zij liepen. Een wagen dient om iemand van de ene plaats naar de andere te vervoeren. De uitdrukking 'wagen' wijst misschien aan[1], dat God‚ door het bouwen van een tempel voor hem, niet zo vastgehecht aan deze plaats of aan zijn volk was, dat hij niet zou kunnen wijken, weggaan, nadat Hij door zijn volk verlaten zou zijn. Want toen Israël Hem verliet, gebruikte God deze wagen der cherubim om van hen te vertrekken, hetgeen men leest in Ezech. 10:15 enz.

De tabernakel was een mobiel heiligdom, de ark van het verbond met de cherubs verhuisde mee. De tempel en de ark daarin stond op een vaste plaats, maar de wagen der cherubiem wijzen op de 'mobiliteit' van God.

Zie hieronder Troonwagen in Ezechiël.

God spreekt van tussen de cherubs. Van tussen de twee cherubs, van boven het verzoekdeksel sprak God met Mozes, de leider van het volk:

Nu 7:89 En wanneer Mozes de tent van ontmoeting binnenging om met Hem te spreken, hoorde hij een stem tot hem spreken van boven het verzoendeksel, dat op de ark van de getuigenis ligt, van tussen de twee cherubs. Zo sprak Hij tot hem. Nu 8:1 De HEERE sprak tot Mozes: Nu 8:2 Spreek tot Aäron en zeg tegen hem: Wanneer u de lampen aansteekt, moeten de zeven lampen licht verspreiden in de richting van de voorzijde van de kandelaar. (HSV)

Troonwagen in Ezechiël

Gelijk hierboven gezegd, kan God op een of meer cherubs rijden. De beide grote Cherubs in de tempel van Salomo worden in verband met een wagen gebracht, de wagen der cherubim.

In de visioenen van Ezechiël komen cherubs voor in verband met de wielen van Gods troonwagen. Ze vertegenwoordigen de heerlijkheid en de gang van Gods rechtvaardige regeringswegen met Israël. Ze worden "levende wezens" genoemd (Ezechiël 1:5), met de gezichten van een man (rede), van een leeuw (sterkte), van een os (volharding in arbeid) en van een adelaar (vlugheid). Zie ook Ezechiël 10, waar zij 'cherubs' worden genoemd. Vergelijk ook Openbaring 4:6-9, enz., waar in sommige vertalingen de ongelukkige woordkeus 'dieren' of 'beesten' is gemaakt. (De Engelse Authorized Version heeft 'beasts' = beesten).

Toekomst

In de toekomst spelen de cherubs een rol in de oordelen die over de aarde zullen gaan. Zij roepen de eerste vier oordeelspaarden op (Opb. 4).

God zit in de toekomende tijd nog steeds tussen de cherubim.

Ps 99:1 De HEERE regeert, dat de volken beven; Hij zit [tussen] de cherubim; de aarde bewege zich. (SV)

Op de deuren en binnenwanden van het toekomstige tempelhuis dat aan Ezechiël getoond is, zijn cherubs en palmbomen afgebeeld, elkaar afwisselend, een palm tussen twee cherubs. Elke cherub heeft twee aangezichten: een van een mens en een van een jonge leeuw.

Eze 41:18 Er waren cherubs en dadelpalmen gemaakt, één dadelpalm tussen twee cherubs. Een cherub had twee gezichten, Eze 41:19 namelijk een mensengezicht naar de dadelpalm aan de ene kant en de kop van een jonge leeuw naar de dadelpalm aan de andere kant, helemaal rondom in heel het huis gemaakt. Eze 41:20 De cherubs en de dadelpalmen waren vanaf de grond tot boven de ingang gemaakt, en [op] de muur van de tempel. (HSV)

In het visioen van de troonwagen zag Ezechiël dat elke cherub vier aangezichten had, maar toen had hij een ruimtelijke dimensie meer dan het platte vlak van de tempelwand.

Assyrische afbeelding

De gevleugelde stieren die werden geplaatst bij de ingangen van de Assyrische paleizen berusten waarschijnlijk op overleveringen omtrent de cherubs. In de Akkadische taal werden ze kiroeboe genoemd. Men meende dat ze de plaatsen bewaarden tegen boze geesten. (In de hof van Eden hadden cherubs de taak 'om de weg van de boom des levens te bewaren', Gen. 3:24).

Bronnen

A New and Concise Bible Dictionary (George Morris, 1899) s.v. Cherub, Cherubim. Hieruit is op 30 sept. 2012 tekst genomen, vertaald en verwerkt.

Voetnoot

  1. Aldus Matthew Poole in Patrik, Polus en Wels, de Verklaring van de Geheele Heilige Schrift, door eenigen van de voornaamste Engelsche Godgeleerden (18e eeuw), commentaar op 1 Kron. 28:18.