Chronologie: Abraham tot de Uittocht
De chronologie van Abraham tot de Uittocht behandelt aan de hand van bijbelse en geschiedkundige gegevens de periode van Abraham tot de uittocht van het volk Israël uit Egypte.
Van belang voor de chronologie van deze periode is Galaten 3:17-18. In de brief van Paulus aan de Galaten zegt Paulus dat de wetgeving, die 430 jaar na de belofte aan Abraham plaats vond, de uiteindelijke vervulling van die belofte (namelijk de komst van onze Heer Jezus Christus) niet te niet doet. Toen Abraham de lieden van Sodom en Gomorra bevrijd had uit de handen van Kedor-Laomer en de zijnen, bevestigde de HEERE aan Abraham Zijn belofte, die Hij dertig jaar daar voor aan hem deed. God sprak volgens Gen. 15:13 namelijk nu over een periode van 400 jaar. Er waren dus inmiddels dertig jaar voorbij.
Hand. 7:6 verwijst naar de tekst in Gen. 15:13 en zegt daarbij dat de genoemde periode tegelijk de periode is van vreemdelingschap van Abraham en zijn nakomelingen. De verdrukking tijdens dat vreemdelingschap, waarover gesproken wordt in Gen. 15:13, zal zijn hoogtepunt bereiken kort voor de wetgeving, die plaats zou hebben 430 jaar na de belofte aan Abraham in Ur.
De Goddelijke openbaring vertelt ons een geschiedenis van 'Belofte en Vervulling'. Een geschiedenis die niet voor tweeërlei uitleg vatbaar is.
Uitgaande van de veronderstelling dat Abraham in 1880 v. Chr. uit Haran vertrok, komt de Bijbel met betrekking tot de periode 'Abraham tot uittocht', met duidelijke informatie die van belang is voor de opstelling van een chronologie.
Jaar vóór Christus | Gebeurtenis |
1955 Gen. 17:17 | Abraham geboren |
1945 Gen. 17:17 | Sara geboren |
1902 Galaten 3:17-18 | Goddelijke openbaring aan Abraham te Ur |
1880 Gen. 12:4 | Abraham vertrekt uit Haran |
1872 Gen. 12:4 | Het offer van Abraham. God bevestigt Zijn belofte. |
1856 Gen. 17:1 | Verwoesting van Sodom en Gomorra |
1855 Gen. 21:5 | Izak geboren |
1795 Gen. 25:26 | Jakob en Ezau geboren |
1665 Gen. 47:9 | Jakob in Egypte |
1552 Ex. 7:7 | Mozes geboren |
1472 Gal. 3:17-18 | Uittocht en wetgeving |
1432 Deut. 34:7 | Intocht in Kanaän |
Met de verwoesting van Sodom en Gomorra in 1856 kwam een eind aan het vroegbrons en begon het middenbrons in het Nabije Oosten. De in Gen. 14 genoemde Kedor-Laomer is vermoedelijk Lugalzagezi, koning van Umma. Nadat hij verslagen was stichtte Sargon de dynastie van Akkad. Daarmee begon het middenbrons.
Bijbelse en Egyptische chronologiën. Problemen gaan ontstaan, wanneer geprobeerd wordt tot een juiste synchronisatie te komen met andere chronologieën, zoals met die van Mesopotamië of Egypte. Lange tijd heeft de chronologie van Egypte de beste papieren gehad en is dan ook wereldwijd algemeen aanvaard als een waarheidsgetrouwe chronologie. Daartegenover heeft men de geschiedenissen uit de Bijbel naar het land der fabelen verwezen en alleen dan willen geloven wanneer de archeologie met duidelijke bewijzen kwam. Wanneer het op synchronisatie aan komt, blijkt het veelal de vraag of men bereid is de Bijbelse chronologie te handhaven ten opzichte van de Egyptische. Al snel komt men dan met verwijzingen naar andere interpretaties, mogelijke verschrijvingen, hiaten in de geschiedschrijving of verwijzingen naar de Septuaginta om Bijbelse informatie aan te passen.
Velikovksy's synchronisatie van Bijbelse en Egyptische chronologie. Het is de verdienste van Velikovsky geweest, dat hij onjuistheden in de chronologie van Egypte duidelijk, met bewijzen omgeven, heeft aangetoond. De belangrijkste wijzigingen hebben betrekking op de plaats van enkele dynastieën in de chronologie van Egypte. Volgens hem is de 19e dynastie dezelfde als de 26e dynastie, de 20e dynastie dezelfde als de 30e dynastie en bleken de farao's van de 21e dynastie vazallen te zijn geweest van de 27e dynastie. De chronologie van Egypte zou daardoor enkele honderden jaren korter zijn dan is aangenomen. De juistheid van die gedachte wordt bevestigd doordat zij de sleutel blijkt te zijn tot een sluitende synchronisatie gedurende de periode van de koningen van Juda en Israël, die anders, vooral naarmate men verder terug gaat in de tijd, onhoudbaar is. Bestaande pogingen worden doorgaans ten onrechte kloppend gemaakt door de genoemde 430 jaar (zie hier boven) van toepassing te laten zijn op uitsluitend het verblijf in Egypte, tijdens de regering van de Hyksosvorsten.
Velikovsky wijst farao Tutimaios van de 13e dynastie aan als de farao van de uittocht. Omdat de naam Tutimaios ook kan duiden op Amenemhat IV van de 12e dynastie, moet gedacht worden dat deze dynastie, de dynastie van de uittocht is geweest. Gedurende de woestijnreis en de richterentijd werd Egypte vervolgens bestuurd door Hyksosvorsten. De visie van Velkovsky leidt tot de conclusie dat Josafat van Juda, Echnaton van Egypte, Salamnassar III van Assyrië en Burraburiash tijdgenoten zijn geweest (Burraburiash of Burnaburiash is mogelijk een van de namen van Salmanassar III.). Burnaburiash beweert dat hij de tempel heeft hersteld, die Hammurabi van Babylon 700 jaar geleden te Larsa stichtte.
In de onderstaande tabel is een synchronisatie van chronologieën over de periode van Abraham tot de Uittocht.
Bijbel | Mesopotamië | Mesopotamië | Egypte | |
Akkad | ||||
1872 | Sargon (Sharrum-kin) | |||
1869 | Ismaël geboren | |||
1855 | Izak geb | dyn.v. Gutiërs | ||
1817 | Rimush | |||
1809 | Manishtusu | Nemtiemsaf II 6e dynastie | ||
Nitokris | ||||
1795 | Jakob en Ezau geb | Naram-Sin | Ur III | |
1758 | Shar-kali-sharri | |||
1740 | Ur-Nammu | |||
1729 | Dudu | |||
1723 | Shulgi | |||
1720 | Ruben geb | Mentuhotep II 11e dyn. | ||
1710 | Suderul | |||
1705 | Jozef geb | |||
1e dyn. v. Babylon | ||||
1702 | Sumuabum | |||
1688 | Sumu-la-el | |||
1675 Gen. 41:1 | Amar-Sin | |||
1670 | Mentuhotep III | |||
1666 Gen. 47:9 | Shu-Sin | |||
1658 | Mentuhotep IV | |||
1657 | Ibbi-Sin | |||
1652 | Sabium | |||
1651 | Amenemhat I 12e dyn. | |||
1638 | Apil-Sin | Assyrië | ||
1622 | Shamsi-Adad | Sesosteris I | ||
1620 | Sin-Mubalit | |||
1600 | Hammurabi | |||
1588 | Isjme-Dagan I | |||
1585 | Amenemhat II | |||
1557 | Samsu-Iluna | |||
1554 Ex. 2:8 | Sesosteris II | |||
1552 | Mozes geb | |||
1547 | Sesosteris III | |||
1528 | Amenemhat III | |||
1519 | Abi-eshuh | |||
1491 | Ammi-ditana | |||
1480 Ex. 2:23 | Amenemhat IV | |||
1472 | uittocht | |||
1471 | Sobekneferu | |||
1453 Num. 24:7 | Ammi-saduqa | Apop I (Agag) Hyksos | ||
1433 | Samsu-ditana | |||
1432 | intocht Jozua |
De farao's van de onderdrukking waren Sesosteris II, Sesosteris III, Amenemhat III en Amenemhat IV. Amenemhat IV werd de nieuwe farao, nadat volgens Ex. 2:23 Amenemhat III overleden was. Amenemhat IV is de farao van de uittocht. Na zijn dood tijdens de uittocht, werd hij opgevolgd door zijn zus Sobekneferu.
Bronnen
- Immanuel Velikovsky - Worlds in collision (Londen, 1969)
- Immanuel Velikovsky - Ages in chaos (Londen, 1971)
- http://www.varchive.org/ce/hammurabi.html Hammurabi and the Revised Chronology
- Marya Gimbutas, The Goddesses and the Gods of the Old Europe (Londen, 1982)
- Anton Moortgat, Geschichte Vorderasiens bis zum Hellenismus (Hildesheim, 1984)