Chronologie: Assyrië en anderen

Uit Christipedia
Assyrië Hatti
1074 Assur-bel-kala middenrijk
1036  David Assur-rabi II
993 Tiglatpileser II
962 Assurdan II nieuwe rijk
950 Tudhaliya I
936 Adadnirari II
930 Arnuwanda I
914 Tukulti Ninurta II
910 Tudhaliya II
907  Omri Assurnasirpal II
895 Tudhaliya III
Suppiluliuma I
883 Salmanassar III
874  Osorkon II Arnuwanda II
Mursullis II
849 Samsi Adad V
848 Muwatallis II 23e nevendynastie
836 Adadnirari III Leontopolis
825 Uhri-Teshub
818 Pedoebast I
807 Salmanassar IV
803 Ioepoet coregent
800 Hattusilis II
797 Assurdan III
792 Ioepoet I
783 Sjesjonq IV
776  Pamai Osorkon III
775 Assurnirari V
761  (Pekah) Tiglatpileser III Pul
754 Babylon Takelot III coregent
749 Takelot III
747 Nabonassar
734 Roedamon
733 Nabu nadin zir
731 Ukinzer Pulu Ioepoet II
729 Salmanassar V
726 Ululai
723 Sargon II (usurpator)
721 Merodach-baladan
715 Sanherib
709 Sargon II
702 Bel-lebni
699  Taharka Esarhaddon Ashur-nadin-shumi
692 Nergal-ushesib
691 Mushesib-Marduk
687 koningloos tijdperk
680 Esarhaddon
668 Assurbanipal Shamash-shum-ukin
Chaldea/Akkad
636 ca Suppiluliuma II
627 Nabopolassar=Mursilis III
625 Assuretililani
621 Sinsariskun
612  Necho II Ninevé ingenomen
605 Nebukadnessar
562 Evil-Merodach
560 Niricassolassar
556 Nabonidus en Belsazar
539 Babylon ingenomen


Periode van Assyrische overheersing

883 Salmanassar koning over Assyrië. Hij noemt zichzelf ook wel Burraburiash en vereenzelvigt zich daarmee met een beroemde voorganger.

877 Zesde regeringsjaar van Salmanassar III. Slag te Karkar. In hetzelfde jaar neemt Joram de zaken waar voor zijn zieke broer Amazia. Beiden waren zoons van Achab van Israël.

865 Achttiende regeringsjaar van Salm. III. Jehu van Israël (865-836) schatplichtig gemaakt. In dat jaar werd Jehu koning over Israël.

761 Menahem van Israël (761-752) was volgens 2Kon.15:19 schatplichtig aan Tiglatpileser III (Pul).

730 Tiglatpileser III zinspeelt op de ondergang van Pekah van Israël (750-730) als hij zegt: ' …. en ik stelde Hoséa als koning over hen aan'.

724 Salmanassar V belegert Samaria. Hij beschuldigt Hosea van Israël (730-721) er van dat hij een verbintenis met Farao So (Sjesjonq V of Osorkon IV?) gemaakt had tegen Assyrië (2Kon.17:4). De koningen Achaz (743-727) en Hiskia (727-697) van Juda hadden eveneens met Salm. V te maken volgens 2Kon.17:3 en 2Kon.18:9-10.

721 Samaria ingenomen door de usurpator voor Salm. V, Sargon II. (Een usurpator is een veroveraar die namens de koning over een eigen leger beschikte. Zodoende beschikte de koning over twee legers die in verschillende gebieden konden optreden.) Merodach Baladan koning te Babel.

713 Sanherib belegert Lachis en Libna, vaste steden van Juda (2Kon. 18:13).

712 Tirhaka (Taharka), troonopvolger, tevens koning over Cush en usurpator voor zijn broer Sjabataka, de farao over Egypte (25e dynastie), komt Hiskia te hulp (2Kon.19:9). Assyrië trekt zich als reactie daarop terug van de belegering van Jeruzalem, maar keert spoedig daarna weer terug met een extra bedreiging. De profeet Jesaja mag Hiskia bezoeken met een Goddelijke toezegging. Hij komt met de belofte van een jubeljaar (2Kon.19:29; Jesaja 37:30) en met de belofte dat Hiskia zal genezen van zijn ernstige ziekte (2Kon.20:6), nog 15 jaar mag leven en een zoon zal krijgen. Achaz' gradenboog gaat tien graden terug en de Engel des HEEREN doodt 185.000 Assyriërs. Sanherib keert terug naar zijn land (2Kon.19:35-36; 2 Kron.32).

711 Merodach Baladan van Babel bezoekt Hiskia (2Kon.20:12-20).

710 Juda viert het jubeljaar. Sanherib verovert Babylon en maakt zijn vader, Sargon II, vervangend koning of usurpator.

707 Plundering van Babylon door Sanherib.

701 Astronomisch gezien een bijzonder jaar (verschijning van Halleys komeet?). Sanherib wordt vermoord (2Kon.19:37).

699 In Egypte volgt Tirhaka zijn broer Sjabataka op als farao van de 25e dynastie.

687 Wereldwijd vindt er in het 12e regeringsjaar van Esarhaddon astronomisch gezien een enorme catastrofe plaats (2Kron.33:10?), volgens overlevering op 23 maart. China wordt getroffen door een regen van meteorieten. De gevolgen zijn dermate groot dat men genoodzaakt wordt de kalender aan te passen. Een kalenderjaar krijgt nu 365 dagen in plaats van 360.

677 Esarhaddon trekt met een leger naar Egypte en voert Manasse van Juda (697-641) in ballingschap naar Assyrië, samen met het volk van Efraïm (Jes.7:8).

671 Esarhaddon verslaat Tirhaka van Egypte en neemt de stad Memfis in. Onder druk van de Babylonische dreiging kan hij zich niet handhaven in Egypte en blijft Tirhaka farao.

668 Assurbanipal koning over Assyrië. Esarhaddon maakt een broer van Assurbanipal, Shamash-shum-ukin, koning over Babel. Tirhaka van Egypte wil met deze broer een verbond sluiten tegen Assurbanipal.

667 Tirhaka overleden. Zijn weduwe, Dakhamon, vraagt aan Suppiluliuma II van Hatti om een prins als echtgenoot te sturen. Op weg naar Egypte wordt deze prins gedood. Tanotamun, een neef van Tirhaka, wordt farao van de 25e dynastie te Thebe.

661 Assurbanipal verslaat Tanotamun en neemt Thebe in. Hij maakt daarmee een eind aan de 25e dynastie van Egypte, waarvan de farao's een Ethiopische (Cushitische) oorsprong hadden. Assurbanipal raakt in de problemen door de opkomende macht van Hatti (de Chaldeeën) en zoekt bondgenoten. Hij maakt Seti I farao van Egypte tot bondgenoot. Zo doet hij ook met Manasse, die hij terugstuurt naar Jeruzalem. Uit alles blijkt Gods' leiding daarin. (2Kron.33:12-13).

660 Juda viert het jubeljaar.

648 Assurbanipal verovert Babylon. Nahum was profeet in Israël.

Assyrië kan echter niet voorkomen dat het koninkrijk van de Chaldeeën (Chaldea of Hatti) onder leiding van Suppiluliuma II na verloop van jaren het rijk van Akkad aan zich onderwerpt.

626 Nabopolassar (Musilis III), zoon van Suppiluliuma II, volgt zijn overleden vader op.

Babel wordt nu centrum van macht. Jeremia profeet.

621 Sinsariskun van Assyrië sluit met farao Seti II van Egypte een bondgenootschap tegen de opkomende macht van Babel. Het wetboek Deuteronomium gevonden. Hulda profetes.

612 Nabopolassar neemt met steun van de Meden Ninevé in en daarmee komt een eind aan het Assyrische rijk.

610 Juda viert het jubeljaar.

Bronnen

  • Dr. M.J. Mulder, e.a. - Bijbels Handboek (Kampen 2004)
  • Hans J. Nissen - Geschichte Alt-Vorderasiens (München 1999)
  • J.N. Postgate - Early Mesopotamia. Society and economy at the dawn of history. (Routledge Londen)
  • Amelie Kurt - The Ancient Near East  (Londen 1995)
  • Dr. Stephen Bourke, e.a. - The Middle East. The Cradle of civilisation revealed. (Londen 2008)
  • Joan Oates - Babylon  (Londen 1979)