Cornelis Johannes Hoekendijk

Uit Christipedia

Cornelis Johannes Hoekendijk (1873 – 1948) was zendeling-leraar op Java, een Maranatha-spreker en een vrije-evangelische predikant in Nederland, waar hij ook veel zendingsarbeid verrichtte. Hij was een begaafd spreker en schrijver, naar eigen zeggen ‘vrolijk orthodox’. In Nederland is hij vooral bekend geworden door de vele geschriften, welke van zijn hand verschenen, en door zijn Maranatha-lezingen. 

Cornelis Johannes (“Kees”) werd geboren op 29 okt. 1873 te Kralingen. Zijn ouders waren Willem Hoekendijk, retorisch begaafd en scheepseigenaar, en Lavina Boshoven. Zijn moeder behoorde tot gezelschapskringen, maar volgde na haar hertrouwen haar man in de doleantie.

Kees Hoekendijk werd leerling-kleermaker en winkelbediende. Van 1891-1895 was hij broeder in “Meer en Bosch", een inrichting voor lijders aan vallende ziekte, te Heemstede. Mede onder invloed van het Leger des Heils kwam hij tot een besliste aanvaarding van de genade in Christus. Op zijn verdere vorming had de directeur van de inrichting, J.L. Zegers (van 1868-1890 zendeling te Indramayu) grote invloed.

Van 1895-1899 volgde Hoekendijk de opleiding tot zendeling-leraar aan de Zendingsschool der Nederlandsche Zendingsverenigingte Rotterdam. Daar ontving hij theologisch onderwijs van J. Riemens sr. en B. ten Kate.

Op 9 november 1899 huwde hij met Suzanna Christina van der Kris (1875-1941), zijn eerste vrouw. In dat jaar vertrok hij naar Java. 

Van 1900-1903 was hij zendeling-leraar in Indramayu, aan de Noordkust van Java.  Zijn gemeente bestond hoofdzakelijk uit Chinezen. Tijdens zijn werkzaamheid breidde deze gemeente zich sterk uit.Kort na de aanvang van zijn arbeid mocht hij 18 Chinezen dopen. In drie maanden tijden groeide zijn gemeente met 73 leden.Zijn spontane hulpactie tijdens de hongersnood van 1902 en 1903 leidde tot een geruchtmakend conflict met de gouvernementsambtenaren, waarin het grootste deel van de Indische pers de zijde van de zendeling koos.

Van 1903 – 1905 was hij in Nederland op medische indicatie met verlof. In deze tijd werd hij geraakt door de opwekkingsbeweging van 1905. Toen, of mogelijk al tijdens de zendingsopleiding te Rotterdam, leerde hij Johannes de Heer kennen.

Van 1905-1916 was hij leraar-zendeling in Garoet (of Garut), Java. Zijn arbeid op medisch en educatief gebied te Garoet was zeer succesvol, doch gedurende tien jaren kon hij slechts enkele personen dopen. Hij begon daarom op grote schaal lectuurarbeid. In 1906 stichtte hij het lectuurfonds “De papieren zendeling". Hij zette de christelijke boekhandel “het Boekendepot" op. In 1914 richtte hij het weekblad De Vredebode op, waaraan hij ook na zijn terugkeer naar Nederland bleef meewerken. 

Op 25 aug. 1915 richtte hij met anderen een “Tentzending" op voor evangelisatie in N.O.-Indië. 

Van 1916-1918 verbleef Hoekendijk met verlof in Apeldoorn. Hier raakte hij bevriend met J.H. Gunning J.Hzn.

Zijn lectuurarbeid hadden Hoekendijk steeds meer in de richting van arbeid onder Europeanen gebracht. Het hoofdbestuur der Ned. Zendingsvereniging stelde dat niet op prijs. Daarom ging hij in 1918 over in dienst van de Bond voor evangelisatie in N.O.- Indië, die in 1915 onder de naam “Tentzending" was opgericht.

Van 1918-1925 was hij evangelist voor Java in dienst van de Bond voor evangelisatie onder Europeanen in N.O.-Indië. Hij hield er lezingen en conferenties  over geheel Java, in kerken, vrijmetselaarsloges  en sociëteiten. Hij werkte enige tijd samen met een pinksterpredikant, maar ca. 1922 kwam het tot een breuk met deze en de pinksterbeweging.

Foto: Hoekema staat met de armen over elkaar achter de middelste zittende.

In 1925 ging Hoekendijk met verlof naar Nederland. De gezondheidstoestand van zijn vrouw verhinderde terugkeer naar Java.

Van 1925-1930 was hij vrije-evangelische predikant te Rotterdam. In deze periode bezocht hij Israël. Zijn reisverslagen verschenen in Het Zoeklicht en werden later gebundeld in boekvorm onder de titel ‘Zijn vaderland’, uitgegeven ca. 1928.

Van jan. 1927 af gaf hij het 14-daags blad De Levensgids uit, in een oplaag van 4.000-5.000 ex. Van dit evangelisatieblad was hij jarenlang redacteur.

Van 1930-1942 was Hoekendijk vrije-evangelische predikant in Bussum. Hij heeft de gemeente aldaar gediend tot aan zijn emiritaat. Bij zijn veertigjarig ambtsjubileam werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Ter gelegenheid van dit jubileum gaf hij een populaire uiteenzetting, een soort christelijke catechisatie uit onder titel 'Aan Jezus' voeten' (2 delen), die heel het gebied van het christelijk geloof en van het christelijk leven bestrijkt: de leer over God, over de mens, over Christus en de verlossing, over het gebed, de Kerk en de toekomst. Het werk is bestemd voor christenen en niet-christenen, en beweegt zich in de lijn van het orthodoxe Protestantisme. Ondersteund met Schriftuurteksten wordt ook de leer over het duizendjarig vrederijk ontvouwd.

Hij wijdde zijn meeste tijd aan conferenties overal in het land. Hij leidde samen met anderen Maranatha-conferenties van de Vrije Evang. Gemeenten en sprak regelmatig in de door Johannes de Heer belegde Zoeklicht-Maranatha Tentdagen/conferenties. Hij was tevens, tot aan zijn dood, vast medewerker aan het blad Het Zoeklicht.

Hij richtte opnieuw een Lectuurfonds op, dat tot 1942 ongeveer 130 boeken en boekjes uitgaf en per jaar ± 100.000 exemplaren verspreidde. Gedurende de eerste oorlogsjaren werd hij tweemaal door de bezetters gearresteerd.

In aug. 1941 trouwde hij met A. Groenland, zijn tweede vrouw. Na zijn emiritaat in 194 vestigde hij zich metterwoon in Baarn. 

Tot aan zijn dood bleef hij prediken en schrijven. In zijn sterfjaar verscheen 'Man van smarten', twee delen, waarin hij diep op het lijden van de Heiland en van de gelovige ingaat. Na een langdurig lijden ontsliep Cornelis Johannes ('Kees') Hoekendijk op 27 september 1948, op bijna 75-jarige leeftijd, in zijn woning te Baarn. Tijdens de uitvaartdienst deelde een spreker mee dat de dankbaarheid van de Chinezen, Javanen en andere Oosterlingen groot is, zó groot dat ook in de delen van de Archipel, waar de overledene destijds werkzaam was, momenteel droevenis heerst[2].

Hoekendijk was een gevoelsmens. Hij was een begaafd spreker en vlot met de pen. Hij hield in totaal ruim 8000 samenkomsten. Van zijn hand verschenen 110 boeken en boekjes, zowel in het Nederlands als in andere talen. Voor de NCRV, een Nederlandse christelijke radio-omroep, hield hij talrijke spreekbeurten.

Mede door zijn arbeid onder de Europeanen op Java kende de Protestantse Kerk een opleving waardoor haar zelfstandig wording in 1935 mogelijk werd.

De Maranatha-prediking met de boodschap van het duizendjarig rijk ging bij hem gepaard met de oproep om tot Jezus te komen en eigen leven aan Hem over te geven.

Van de pinksterbeweging, met haar nadruk op gevoel en tekenen, bleef Hoekendijk tot op het laatst zeer afkerig. Hij weigerde zich bij een kerkelijke richting onder te laten brengen; daarnaar gevraagd noemde hij zich steeds „vrolijk orthodox".

Kinderen

Hoekendijk kreeg de volgende zoons en dochters[1]

  • zoon K. (Karel) Hoekendijk (1904-1988), kunstschilder en evangelist;
  • dochter S.C. Hoekendijk;
  • dochter C.J. Hoekendijk;
  • zoon J.C. (Johannes Christiaan) Hoekendijk (1912-1975), hoogleraar in de theologie te Utrecht en New York;
  • dochter P. Hoekendijk;
  • dochter M.G. Hoekendijk.

Geschriften

Hoekendijk publiceerde 110 boeken en boekjes[2]. In bladen als De Vredebode, De Levensgids en Het Zoeklicht schreef hij duizenden artikelen. Een selectie van zijn geschriften:

  • Een "soldatenmeid" die een koningskind werd (1900)
  • Een wegwijzer naar het vaderhuis (1907)
  • Frissche teugen uit de levensbron (1911)
  • Mozes en Sam (uitg. J.M. Bredée, 1914)
  • Jezus en de Zijnen, of Hoe Jezus Zich aan de Zijnen openbaart (ca. 1915)
  • De toovenaar der Soendalanden (Hoenderloo, 1916)
  • Sermoenen van Kees Flapuit (Soekaboemi,1919)
  • Uit de duisternis tot het licht: een verhaal uit de Soendalanden (uitg. M. Vorkink, 1919)
  • De Paaschbloemen geslingerd om het kruis (1920)
  • Jezus en de Zijnen (1920)
  • Hoe een gevallen vrouw tot nieuw, heerlijk en rein leven kwam (1921)
  • De Soendaneesche hemelling (uitg. Callenbach, 1922)
  • Wat Jezus wil zijn voor de lijdende menschheid (1922)
  • De eerste morgenstralen van den dag (1924)
  • Pinksterbloemen (1925)
  • Eindelijk gevonden (uitg. Koopmans , 1926)
  • Zijn ‘Vaderland’; mijn reis naar en door het heilige land. Franeker, Het Lectuurfonds, z.j, waarsch. 1928.
  • Met J. Bliek: De vrouw en de zending (193?)
  • Het schrift Gods in de wolken of De oplossing der wereldcrisis (1930)
  • De school des gebeds (Franeker: Lectuurfonds, 1932)
  • De hemel en het hemelleven (Franeker: Het Lectuurfonds, 1932)
  • Levensbalans, of: Hoe staat gij tegenover uw verleden, heden en toekomst? (Franeker: Lectuurfonds, ca. 1932)
  • Met Johannes de Heer en Dirk Hermanis Dolman: De geestelijke achtergrond van de tegenwoordige wereld-crisis (Zoeklicht-Boekhandel, 1932)
  • De smart van God (1936). Pagina’s: 32
  • Aan Jezus' voeten (Bussum, 1938).
  • Kunnen vrouwen ook in den hemel komen? (Bussum: Lectuurfonds, ca. 1941)
  • Nji Sima's val en opstanding : een verhaal uit de Soendalanden (niet geschikt voor kinderen). (Lectuurfonds, 1941).
  • Een voltooide verlossing (Bussum: Lectuurfonds, 1941)
  • Levensvolheid (1946)
  • Een arme Rijkmaker (ca. 1947)
  • Wandelen op Gods bergen (1947)
  • Brieven zonder omslag (1948)
  • Voor zoekende zielen (uitg. Lectuurfonds, 1948)
  • De man van smarten, 2 delen. (Franeker: Wever, 1948).
  • Bladen uit mijn levensboek. Autobiografie van Ds. C.J. Hoekendijk (1873-1948), bewerking door Th. van den End, Zoetermeer 1993.

Meer informatie

Th. van den End, Hoekendijk, Christiaan Johannes, in: Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederlands protestantisme, deel 4 (1998), blz.202-203. (De naam moet zijn Hoekendijk, Cornelis Johannes

Bronnen

Th. van den End, Hoekendijk, Christiaan Johannes, in: Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederlands protestantisme, deel 4 (1998), blz.202-203. Dit lexicon is te lezen op http://www.historici.nl/.  De naam moet zijn Hoekendijk, Cornelis Johannes.

Ds. C.J. Hoekendijk † Zendeling van wereldvermaardheid, in: De Gooi- en Eemlander: nieuws- en advertentieblad, 29 sept. 1948. 

Voetnoten

  1. Overlijdensbericht in: De Gooi- en Eemlander: nieuws- en advertentieblad, 29 sept. 1948. Hieraan zijn de namen van de kinderen ontleend.
  2. Getal genoemd in Leeuwarder Courant, rubriek kerknieuws, 30 sept. 1948.