Daniël 8: verschil tussen versies

Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
Regel 23: Regel 23:
'''Die twee hoornen waren hoog.''' Machtig waren zij.
'''Die twee hoornen waren hoog.''' Machtig waren zij.


'''De een was hoger dan de andere.''' De Perzen waren machtiger dan de Meden.
'''De een was hoger dan de andere.''' De Perzen waren machtiger dan de Meden. Dit is ook afgebeeld doordat de beer (= Medo-Perzische rijk) in het vorige hoofdstuk zich naar één kant oprichtte (7:5).


'''De hoogste kwam in het laatste op.''' Het Perzische rijk kwam later dan het Medische rijk op.
'''De hoogste kwam in het laatste op.''' Het Perzische rijk kwam later dan het Medische rijk op.
Regel 29: Regel 29:
== 4 ==
== 4 ==
<onlyinclude><sup>4</sup> Ik zag, dat de ram met de hoornen tegen het westen stiet, en tegen het noorden, en tegen het zuiden, en geen dieren konden voor zijn aangezicht bestaan, en er was niemand, die uit zijn hand verloste; maar hij deed naar zijn welgevallen, en hij maakte zich groot. </onlyinclude>(SV)
<onlyinclude><sup>4</sup> Ik zag, dat de ram met de hoornen tegen het westen stiet, en tegen het noorden, en tegen het zuiden, en geen dieren konden voor zijn aangezicht bestaan, en er was niemand, die uit zijn hand verloste; maar hij deed naar zijn welgevallen, en hij maakte zich groot. </onlyinclude>(SV)
'''Tegen het westen stiet, en tegen het noorden, en tegen het zuiden.''' In dit richtingen breidde het rijk zich uit. Vergelijk de drie ribben in de muil van de beer, welk beest het [[Perzische Rijk|Medo-Perzische rijk]] afbeeldt ([[Daniël 7]]).
'''Tegen het westen stiet, en tegen het noorden, en tegen het zuiden.''' In die richtingen breidde het rijk zich uit. Vergelijk de drie ribben in de muil van de beer, welk beest het [[Perzische Rijk|Medo-Perzische rijk]] afbeeldt ([[Daniël 7]]). Naar het westen: Babel, Syrië, Lydië (Klein-Azië), Griekenland. Naar het noorden: Armeniërs en Scythen. Naar het zuiden: Israël, Arabië, Egypte, Koesj. In het gezicht van de vier dieren was de Beer aangespoord met de woord: "Sta op, eet veel vlees" ([[Daniël 7#5|7:5]]).


'''Geen dieren.''' Zinnebeeldig gezegd van stammen, volken, koninkrijken.
'''Geen dieren.''' Zinnebeeldig gezegd van stammen, volken, koninkrijken.
Regel 38: Regel 38:
== 5 ==
== 5 ==
<onlyinclude><sup>5</sup> Toen ik [dit] overlegde, ziet, er kwam een geitenbok van het westen over de hele aardbodem, en raakte de aarde niet aan; en die bok had een aanzienlijke hoorn tussen zijn ogen. </onlyinclude>(CP<ref name=":0" />)
<onlyinclude><sup>5</sup> Toen ik [dit] overlegde, ziet, er kwam een geitenbok van het westen over de hele aardbodem, en raakte de aarde niet aan; en die bok had een aanzienlijke hoorn tussen zijn ogen. </onlyinclude>(CP<ref name=":0" />)
'''Er kwam een geitenbok van het westen.''' Een "harige" (21) geitenbok. Dit verbeeldt "de koningen der Grieken" (21).
'''Er kwam een geitenbok van het westen.''' Een "harige" (21) geitenbok. Dit verbeeldt "de koningen der Grieken" (21). Deze kwamen ten opzicht van Perzië van het westen.


'''Over de hele aardbodem.''' Over het hele Midden-Oosten.
'''Over de hele aardbodem.''' Over het hele Midden-Oosten.
Regel 44: Regel 44:
'''En raakte de aarde niet aan.''' Hij vloog snel als een arend. Vergelijk het zinnebeeld van het ''gevleugelde'' luipaard in het gezicht van [[Daniël 7]]; ook deze luipaard stelt het Griekse rijk voor.
'''En raakte de aarde niet aan.''' Hij vloog snel als een arend. Vergelijk het zinnebeeld van het ''gevleugelde'' luipaard in het gezicht van [[Daniël 7]]; ook deze luipaard stelt het Griekse rijk voor.


'''Die bok had een aanzienlijk hoorn tussen zijn ogen.''' Vs. 8: "grote hoorn". Vs. 21: "de grote hoorn, welke tussen zijn ogen is"(21). Deze hoorn symboliseert "de eerste koning" (21) der Grieken, [[Alexander de Grote]]. [[Bestand:Thoughts on the prophecies of Daniel; (1899) (14595864709).jpg|geen|miniatuur|482x482px]]
'''Die bok had een aanzienlijk hoorn tussen zijn ogen.''' Vs. 8: "grote hoorn". Vs. 21: "de grote hoorn, welke tussen zijn ogen is"(21). Deze hoorn symboliseert "de eerste koning" (21) der Grieken, [[Alexander de Grote]]. Deze veroverde 'vliegensvlug' het rijk der Perzen. [[Bestand:Thoughts on the prophecies of Daniel; (1899) (14595864709).jpg|geen|miniatuur|482x482px]]


== 6 ==
== 6 ==
Regel 52: Regel 52:
== 7 ==
== 7 ==
<onlyinclude><sup>7</sup> En ik zag hem, nakende aan den ram, en hij verbitterde zich tegen hem, en hij stiet den ram, en hij brak zijn beide hoornen; en in den ram was geen kracht, om voor zijn aangezicht te bestaan; en hij wierp hem ter aarde, en hij vertrad hem, en er was niemand, die den ram uit zijn hand verloste. </onlyinclude>(SV)
<onlyinclude><sup>7</sup> En ik zag hem, nakende aan den ram, en hij verbitterde zich tegen hem, en hij stiet den ram, en hij brak zijn beide hoornen; en in den ram was geen kracht, om voor zijn aangezicht te bestaan; en hij wierp hem ter aarde, en hij vertrad hem, en er was niemand, die den ram uit zijn hand verloste. </onlyinclude>(SV)
'''En hij brak de beide hoornen.''' Het rijk van de Meden en de Perzen werd verbroken.
'''En hij brak de beide hoornen.''' Het rijk van de Meden en de Perzen werd verbroken. In twee oorlogen verplettert Alexander de Grote het Medisch-Perzische rijk.


== 8 ==
== 8 ==
Regel 62: Regel 62:
'''Toen hij sterk geworden was, brak die grote hoorn.''' Hij werd "verbroken" (22). Op het toppunt van zijn macht stief Alexander de Groot onderweg aan de gevolgen van een ziekte.
'''Toen hij sterk geworden was, brak die grote hoorn.''' Hij werd "verbroken" (22). Op het toppunt van zijn macht stief Alexander de Groot onderweg aan de gevolgen van een ziekte.


'''Vier aanzienlijke.''' "Vier koninkrijken zullen uit dat volk ontstaan" (22). Het grote rijksgebied werd verdeeld onder vier generaals van Alexanders leger en zo ontstonden er vier koninkrijken. Deze waren weliswaar aanzienlijke hoornen, maar zonder de kracht (22) van de eerste koning (21) Alexander de Grote.
'''Vier aanzienlijke.''' "Vier koninkrijken zullen uit dat volk ontstaan" (22). Het grote rijksgebied werd verdeeld onder vier generaals van Alexanders leger en zo ontstonden er vier koninkrijken. Deze waren weliswaar aanzienlijke hoornen, maar zonder de kracht (22) van de eerste koning (21) Alexander de Grote.


'''Naar de vier winden van de hemel.''' Een rijk in het westen, een in het oosten, een in het noorden en een in het zuiden.
'''Naar de vier winden van de hemel.''' Een rijk in het westen, een in het oosten, een in het noorden en een in het zuiden.
Regel 152: Regel 152:


== Nabeschouwing ==
== Nabeschouwing ==
Dit hoofdstuk (tot het eind van het boek Daniël) is weer in het Hebreeuws, de taal van de Israëlieten. De beschreven gebeurtenissen blijken gevolgen te hebben voor Israël, het sierlijke land (9), de heiligen, de tempel ( vs. 11: 'de woning van Zijn heiligdom') en de offerdienst.

In Dan. 7 worden de vier rijken beschreven. In hoofdstuk 8 wordt het conflict tussen het tweede en het derde rijk getekend. Daniël leeft nog onder de heerschappij van het eerste rijk, maar hij ziet al vooruit naar de gebeurtenissen in verband met het tweede en het derde rijk.

Deze worden onder een ander beeld voorgesteld. Beer en luipaard (in hoofdstuk 7) zijn wilde en (naar de wet van Mozes) onreine dieren. Ram en geitenbok zijn gedomesticeerde en reine dieren. Waarom een ander dierbeeld? Een uitleg is: "De wereldrijken zijn onreine machten die gruwelijk verslinden. Toch is er ook een aspect in die wereldrijken waardoor ze met een ram en geitenbok kunnen worden vergeleken, wat aangeeft dat ze een welgevallen zijn voor God. Zij volbrengen namelijk het welgevallen van God door Zijn werk te doen. Dat werk bestaat uit het uitvoeren van Zijn oordeel, eerst en vooral over Zijn volk, maar dan ook over het volk dat Zijn oordeel heeft uitgevoerd, omdat dit volk verder is gegaan dan God wilde."<ref>Ger de Koning, [https://www.kingcomments.com/nl/bijbelstudies/Dn/8 Daniël 8], op: Kingcomments.com. Aangehaald op 16 maart 2023.</ref> Zo wordt de Perzische koning Kores de gezalfde van God genoemd (Jes. 45:1), die God inzet voor Zijn plan: de vernedering van Babel en het herstel van Juda.

Het is een gezicht waarvan een deel in het eindtijd vervuld zal worden. Een belangrijk punt van dit "gezicht van de avonden en de morgens" is dat God dagelijks brandoffers onthouden worden gedurende 1160 dagen, dat is bijna 3,5 jaar, de periode van de Grote Verdrukking.
Het is een gezicht waarvan een deel in het eindtijd vervuld zal worden. Een belangrijk punt van dit "gezicht van de avonden en de morgens" is dat God dagelijks brandoffers onthouden worden gedurende 1160 dagen, dat is bijna 3,5 jaar, de periode van de Grote Verdrukking.