Deugd: verschil tussen versies

3 bytes verwijderd ,  4 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
Regel 12:
'''<nowiki/>'Aretè', 'virtus'.''' Het Griekse woord voor deugd is αρετη'', aretè'', het Latijnse woord is ''virtus''. Het begrip arete heeft de gedachte van ‘voortreffelijkheid’, zedelijke voortreffelijkheid. Het begrip virtus heeft de gedachte van ‘kracht’, zedelijke kracht.
 
Het woord ''aretè'' komt in de Griekse grondtekst van het Nieuwe Testament 5x voor. Het Strongnummer is 703. Het woord aretè heeft in hetdit tweede bijbeldeelBijbeldeel twee betekenissen<ref>''Grieks-Nederlands Lexicon'', onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.</ref>:
# een deugdzame loop van denken, voelen en handelen. In dit verband kan het betekenen: deugdzaamheid, deugdelijkheid, zedelijke goedheid.
# iedere bijzondere zedelijke voortreffelijkheid, zoals ingetogenheid, reinheid
'''Voorbeelden.''' Hoogst belangrijke christelijke deugden zijn geloof, hoop en liefde (1 Cor. 13). Andere deugden zijn onder meer: godsvrucht, ootmoed, zachtmoedigheid, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, rechtvaardigheid, trouw, ingetogenheid, matigheid, zelfbeheersing, volharding, vrijgevigheid, mededeelzaamheid.<blockquote>''Ga 5:22 Maar de vrucht van de Geest is: liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Ga 5:23 Tegen zulke dingen is geen wet. (TELOS)''</blockquote><blockquote>''1Ti 6:10 Want de geldzucht is een wortel van alle kwaad. Door daarnaar te streven zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben zich met vele smarten doorboord. 1Ti 6:11 Maar jij, mens Gods, ontvlucht deze dingen en jaag naar gerechtigheid, godsvrucht, geloof, liefde, volharding, zachtmoedigheid.''(TELOS)</blockquote>'''Gods deugd.''' God heeft ons geroepen ‘door zijn eigen heerlijkheid en ''deugd’'' (2 Pe 1:3).<blockquote>''2Pe 1:3 Zijn Goddelijke kracht heeft ons immers alles geschonken betreffende het leven en de godsvrucht door de kennis van Hem die ons heeft geroepen door zijn eigen heerlijkheid en deugd,'' (TELOS)</blockquote>Ook de Statenvertaling, Herziene Statenvertaling en de Naardense bijbelvertaling hebben in vers 3 ’deugd’. In de plaats van ‘deugd’ vertaalt de NBG51-vertaling in vers 3: ‘macht’. De Nieuwe Bijbelvertaling (2004): ‘wonderbaarlijke kracht’.
 
Gods voortreffelijkheden mogen wij verkondigen.<blockquote>''1Pe 2:9 U echter bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilige natie, een volk tot een eigendom, opdat u de deugden verkondigt van Hem die u uit de duisternis heeft geroepen tot zijn wonderbaar licht,'' (TELOS)</blockquote>'''Verkregen, trappen, oefening.''' De deugd van een mens is een ''verkregen'' voortreffelijkheid. En zij heeft ''trappen''. De deugd als zedelijke volkomenheid doet de mens aan zijn bestemming beantwoorden, voorzover de deugd hem maakt tot hetgeen hij zijn moet. Naar zijn aanleg en de wil van Zijn Schepper is de mens niet bestemd is, om de hoogste trap van de voor zijn wezen bereikbare volkomenheid inééns te beklimmen. Maar de mens voldoet reeds aan zijn bestemming, wanneer hij, door inspanning van zijn zedelijke krachten, die volkomenheid al meer nabij komt. Volmaking van zedelijke (evenals van lichamelijke) krachten wordt door ''oefening'' verkregen, en oefening geschiedt uit haar aard ''deelsgewijs''. Ook bezit de mens onderscheidene zedelijke vermogens, welke alle voor verhoging vatbaar zijn; dus zijn er evenzeer onderscheidene deugden, als er trappen van een en dezelfde deugd bestaan.<blockquote>''Hnd 24:16 Daarom oefen ik mij ook om altijd een onergerlijk geweten te hebben tegenover God en de mensen.'' (TELOS)</blockquote><blockquote>''1Ti 4:7 Verwerp echter de ongoddelijke oude-vrouwen-fabels. Oefen je echter in de godsvrucht.'' (TELOS)</blockquote>Zedelijke en geestelijke oefening dient niet alleen tot verhoging van de deugd, maar ook tot instandhouding ervan.
 
'''Voorwerp van bedenken.''' De apostel Paulus roept ons op: ‘als er enige deugd … is, bedenkt dat’ (Filp. 4:8).<blockquote>''Flp 4:8 Overigens, broeders, al wat waar, al wat eerzaam, al wat rechtvaardig, al wat rein, al wat beminnelijk, al wat welluidend is, als er enige deugd en als er enige lof is, bedenkt dat.'' (TELOS)</blockquote>'''Bij te voegen.''' Bij ons geloof hebben wij de deugd te voegen.<blockquote>''2Pe 1:5  Voegt om deze reden echter ook, met inbreng van alle ijver, bij uw geloof de deugd, en bij de deugd de kennis,'' (TELOS)</blockquote>'''Vrucht van de Geest.''' De zedelijk goede eigenschappen zijn de vrucht van de Geest die in de gelovige woont.<blockquote>''Ga 5:22 Maar de vrucht van de Geest is: liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. (TELOS)''</blockquote>
Regel 29:
'''Deugdzaamheid''' van personen, en dus in eigenlijke zin gebezigd, duidt het een collectief bezit aan van verschillende deugden, en een sterk plichtsgevoel. ‘Een deugdzaam burger’.
 
'''Vroomheid''' ziet behalve op de godsdienstige gemoedsgesteldheid, op de daden, die er uit voortspruiten. ‘Een man van een vrome wandel’. ‘Een vroom Christen’. Vroomheid ziet minder op een innerlijke toestand van het gemoed en meer op uiterlijke handelingen, die de godsdienstige gemoedsgesteldheid te kennen geven en er uit voorspruitenvoortspruiten. Vroomheid is deugd uitgeoefend als godsdienst. Oorspronkelijk betekende vroom vrijwel hetzelfde als ‘sterk’, vervolgens, door een natuurlijke overgang, ‘nuttig’, daarna ‘onschadelijk, schuldeloos, zachtzinnig’. Daar nu de godsdienst ons inzonderheid de zachtere deugden aanprijst, heeft men langzamerhand aan vroomheid de uitsluitende betekenis gegeven van in uitoefening gebrachte godsvrucht.
 
'''Braafheid''' is de eerlijkheid van karakter verbonden met het bewustzijn van zedelijke plicht.