Dolik

Uit Christipedia

Dolik is de volksnaam van verschillende gewassen, onder andere van het raaigras en van het bedwelmend raaigras of hondsdravik[1].

De hondsdravik (Lat. Lolium temulentum; Eng. darnel of cockle, Duits Taumel-Dolch, Frans ivraie) behoort wetenschappelijk gesproken tot het geslacht Raaigras (Lat. Lolium). Hij komt overvloedig voor in Israël en Syrië. Hij schiet tussen het koren op en wordt beschouwd als onkruid. Hij lijkt zo sterk op de tarwe dat de plant in sommige streken 'valse tarwe' wordt genoemd.

Hondsdravik (Lat. Lolium temulentum) is de plant rechts (A)

In Jezus’ gelijkenis van het onkruid onder de tarwe is het bedoelde onkruid waarschijnlijk de dolik, wellicht de hondsdravik. De meeste Nederlandse vertalingen hebben ‘onkruid’; de TELOS-vertaling heeft ‘dolik’ en de Naardense vertaling ‘raaigras’.

Mt 13:24 Een andere gelijkenis hield Hij hun voor en zei: Het koninkrijk der hemelen is gelijk geworden aan een mens die goed zaad in zijn akker zaaide. Mt 13:25 Terwijl echter de mensen sliepen, kwam zijn vijand en zaaide dolik midden tussen de tarwe en ging weg. Mt 13:26 Toen nu het graan opkwam en vrucht voortbracht, toen kwam ook de dolik te voorschijn. Mt 13:27 De slaven van de heer des huizes nu kwamen en zeiden tot hem: Heer, hebt u niet goed zaad in uw akker gezaaid? Waar heeft hij dan dolik vandaan? Mt 13:28 Hij nu zei tot hen: Een vijandig mens heeft dat gedaan. Mt 13:29 De slaven nu zeiden tot hem: Wilt u dan dat wij het gaan verzamelen? Hij echter zei: Nee, opdat u bij het verzamelen van de dolik niet misschien tegelijk daarmee de tarwe uittrekt. Mt 13:30 Laat beide samen opgroeien tot de oogst; en in de oogsttijd zal ik tot de maaiers zeggen: Verzamelt eerst de dolik en bindt het in bossen om het te verbranden, maar brengt de tarwe bijeen in mijn schuur. (TELOS)

Een van de gronden om aan te nemen dat de Heer Jezus op de dolik doelt, is gelegen in de Griekse grondtekst. Hier staat het Griekse woord zizania, dat samenhangt met het Aramese zonin en het Arabische zuwan. De Arabische naam voor dolik is zizan.

De hondsdravik wordt 30-60 cm hoog; de stam van de plant kan tot een meter lang worden. Deze dolik heeft scherpe grasachtige bladen, die iets smaller zijn dan die van de tarwe. Het blad is lichtgroen tot blauwgroen van kleur, onbehaard en vettig glanzend. Zolang alleen de bladeren te zien zijn, is de overeenkomst met tarwe groot en alleen door kenners te onderscheiden. Deze dolik is bijna niet te onderscheiden zolang de tarwe nog niet volgroeid is.

Zodra de aren te voorschijn komen, is het verschil duidelijk te zien. De aren van de tarwe zitten dicht bij elkaar, terwijl die van de hondsdravik veel losser zijn en van elkaar afstaan. Terwijl de zware aren de tarwe doen buigen, blijft de hondsdravik met zijn lichtere aren gewoonlijk rechtop staan. De rijpe tarwe ziet er bruin uit, de rijpe hondsdravik oogt zwart. Het verschil tussen de tarwe en de dolik wordt duidelijk in de oogsttijd. Dit bedoelt de gelijkenis met de uitdrukking “kwam ook de dolik te voorschijn”.

De hondsdravik geeft een gevoel van dronkenschap (Lat. Temulentus = dronken), doch is giftig en kan dodelijk zijn.

De Meester vertelde de gelijkenis in Galilea, waar de tarwe dikwijls sterk opwies met de zaden van de dolik. De letterlijke betekenis van de gelijkenis was dus duidelijk voor de toehoorders.

Bronnen

  • In dit artikel is, onder toestemming, gebruik gemaakt van tekst uit: J.P. van de Giessen, Het onkruid in de akker, op Bijbelaantekeningen.blogspot.com dd. 6 maart 2008.
  • Artikel Lolium Temulentum op Wikipedia (Engels)
  • Afbeelding, zie voetnoten.

Meer informatie

Voetnoot

  1. Aldus Van Dale’s woordenboek der Nederlandse taal (1961)