Ebal: verschil tussen versies

Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1: Regel 1:
De berg '''Ebal''' is een berg in [[Samaria (landstreek)|Samaria]], een rots van het gebergte [[Efraïm]], tegenover de berg [[Gerizim]] gelegen. God gebood de Israëlieten om de vloek voor de overtreders op de berg Ebal uit te spreken (Deut. 11:29).
De berg '''Ebal''' is een berg in [[Samaria (landstreek)|Samaria]], een rots van het gebergte [[Efraïm]], tegenover de berg [[Gerizim]] gelegen. God gebood de Israëlieten om de vloek voor de overtreders op de berg Ebal uit te spreken (Deut. 11:29).


De Ebal ligt 940<ref>Een hoogte van 938 noemt: A. Noordtzij, Joh. de Groot, ''Des Heeren heirscharen.'' Premieboek bij de N.C.R.V.-kalender 1938. Blz. 24.</ref> meter boven de zeespiegel. Het is de hoogste berg in het centrale en noordelijke deel van [[Samaria (landstreek)|Samaria]]. Tegenover de Ebal ligt de berg Gerizim, die 881<ref>Een hoogte van 868 meter noemt: A. Noordtzij, Joh. de Groot, ''Des Heeren heirscharen.'' Premieboek bij de N.C.R.V.-kalender 1938. Blz. 24. </ref> meter hoog is. Beide schijnen echter lager, omdat Sichem, gelegen in het dal tussen deze bergen, zelf op een hoogte van 570<ref>A. Noordtzij, Joh. de Groot, ''Des Heeren heirscharen.'' Premieboek bij de N.C.R.V.-kalender 1938. Blz. 24. </ref> meter ligt.
'''Ligging.''' De Ebal ligt 940<ref>Een hoogte van 938 noemt: A. Noordtzij, Joh. de Groot, ''Des Heeren heirscharen.'' Premieboek bij de N.C.R.V.-kalender 1938. Blz. 24.</ref> meter boven de zeespiegel. Het is de hoogste berg in het centrale en noordelijke deel van [[Samaria (landstreek)|Samaria]]. Tegenover de Ebal ligt de berg [[Gerizim]], die 881<ref>Een hoogte van 868 meter noemt: A. Noordtzij, Joh. de Groot, ''Des Heeren heirscharen.'' Premieboek bij de N.C.R.V.-kalender 1938. Blz. 24. </ref> meter hoog is. Beide schijnen echter lager, omdat Sichem, gelegen in het dal tussen deze bergen, zelf op een hoogte van 570<ref>A. Noordtzij, Joh. de Groot, ''Des Heeren heirscharen.'' Premieboek bij de N.C.R.V.-kalender 1938. Blz. 24. </ref> meter ligt.


Ebal is de noordelijke bergtop van het gebergte Efraïm, Gerizim heette de zuidelijke. Mozes duidde hun ligging aan, toen het volk Israël in de vlakke velden van Moab (in het tegenwoordige Jordanië) gelegerd was:<blockquote>''De 11:30 Die liggen immers aan de overzijde van de Jordaan, achter de weg naar de zonsondergang, in het land van de Kanaänieten die in de Vlakte wonen, tegenover Gilgal, bij de eiken van More.'' (HSV)</blockquote>De Ebal en de Gerizim vormen een mooi dal, waarin de stad Nabloes, het Bijbelse [[Sichem]], ligt. De berg ligt in het gebied van de Palestijnse Autoriteit.
Ebal is de noordelijke bergtop van het gebergte Efraïm, Gerizim heette de zuidelijke. Mozes duidde hun ligging aan, toen het volk Israël in de vlakke velden van Moab (in het tegenwoordige Jordanië) gelegerd was:<blockquote>''De 11:30 Die liggen immers aan de overzijde van de Jordaan, achter de weg naar de zonsondergang, in het land van de Kanaänieten die in de Vlakte wonen, tegenover Gilgal, bij de eiken van More.'' (HSV)</blockquote>De Ebal en de Gerizim vormen een mooi dal, waarin de stad Nabloes, het Bijbelse [[Sichem]], ligt. De berg ligt in het gebied van de Palestijnse Autoriteit.
Regel 9: Regel 9:
[[Bestand:Gerizim gezien vanaf de Ebal.jpg|geen|miniatuur|1024x1024px|''Foto boven:'' De Berg Gerizim gezien vanaf de berg Ebal, ca. 1915. Op de weg die om de berg slingert heeft vermoedelijk<ref>Dat de Heer daar gelopen heeft, zegt de oude beschrijving bij de foto, zie [https://www.flickr.com/photos/osucommons/4879799142/in/photostream/ https://www.flickr.com/photos/osucom...n/photostream/].</ref> de Heer Jezus met zijn leerlingen gelopen, op weg van Judea naar Galilea. Aan de voet van de Gerizim ligt het dorp Askar, misschien gelijk aan het Nieuwtestamentische [[Sichar]], waar de leerlingen voedsel gingen kopen (Joh. 4:8). In kleine ommuurde plek links van het dorp is 'de bron van Jacob' (Joh. 4), waar de Heer met de Samaritaanse sprak.]]
[[Bestand:Gerizim gezien vanaf de Ebal.jpg|geen|miniatuur|1024x1024px|''Foto boven:'' De Berg Gerizim gezien vanaf de berg Ebal, ca. 1915. Op de weg die om de berg slingert heeft vermoedelijk<ref>Dat de Heer daar gelopen heeft, zegt de oude beschrijving bij de foto, zie [https://www.flickr.com/photos/osucommons/4879799142/in/photostream/ https://www.flickr.com/photos/osucom...n/photostream/].</ref> de Heer Jezus met zijn leerlingen gelopen, op weg van Judea naar Galilea. Aan de voet van de Gerizim ligt het dorp Askar, misschien gelijk aan het Nieuwtestamentische [[Sichar]], waar de leerlingen voedsel gingen kopen (Joh. 4:8). In kleine ommuurde plek links van het dorp is 'de bron van Jacob' (Joh. 4), waar de Heer met de Samaritaanse sprak.]]
[[Bestand:Samaria-Wolters.jpg|geen|miniatuur|1024x1024px|''Ligging van de Ebal, noordelijk van de Gerizim. Zie onder het midden van vak B2.'']]
[[Bestand:Samaria-Wolters.jpg|geen|miniatuur|1024x1024px|''Ligging van de Ebal, noordelijk van de Gerizim. Zie onder het midden van vak B2.'']]
'''Uitzicht.''' Op de Ebal staat aanschouwt het gehele (omringende) land. Wie noordwaarts blikt, ziet over Samaria's bergen eerst de lange bergkam van de Karmel, van de zeekust tot waar hij neerdaalt in de heuvels van En Gannim, waarachter iets kan gezien worden van de wonderlijk vruchtbare vlakte van Jizreël (= God zaait). Aan de andere zijde van de vlakte ziet hij, in nevelen gehuld, de bergen van Galiléa zich verheffen, waarboven de met eeuwige sneeuw bedekte toppen van de [[Hermon]] uitsteken als schouders en hoofd van een geweldigen reus. Wie vandaar naar het Oosten zich wendt, aanschouwt eerst boven de diepte van Gennésarets meer de hoog­vlakte, waarachter de rijke oase van Damaskus zich uitstrekt. En als hij zijn oog dan steeds meer zuidwaarts laat gaan, ziet hij eerst op de verre achter­grond het gebergte van de Hauran, en dichterbij achter het dal van de Jordaan eerst de bergen van Gilead met de diepe kloven van de Jarmoek en de Jabbok, en vervolgens die van Ammon en Moab, waartussen de Arnon zich zijn bedding heeft ge­graven. Wie van de Ebal zuidwaarts blikt, ziet aan zijn voet Sichem liggen, waarachter de helling van de Geri­zim opwaarts golft. En daarachter ziet hij een wirwar van bergen, ook die, waarop Mispa ligt, welke Jeru­zalem en het gebergte van Juda voor de speurende blik verbergt.
De naam 'Ebal' '''betekent''', naar het Arabisch, 'bladerloos'<ref>Aldus S.J. van Ronkel, ''Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld.'' (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Ebal. Van Ronkel was destijds hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler. </ref>. De berg is onvruchtbaar, en misschien werden ook daarom de vloekwoorden tegen de overtreders, van Ebal, en


En eindelijk, wie zijn oog van het zuiden westwaarts laat dwalen, kan eerst iets vermoeden van de kust­vlakte, waaraan de onbesneden Filistijnen voorgoed hun naam hebben verbonden, en ziet dan hoe Kanaäns bergen in onregelmatige terrassen zeewaarts dalen. En daarachter schouwt hij het diepblauwe watervlak van de Middellandse zee, „de Groote zee" met haar kust, die Israëls westelijke grens is (Num. 34 : 6).
de zegeningen voor de onderhouders der wet, van de vruchtbare en bronrijke Gerizim uitgesproken, Deut. 11:29.

'''Naam.''' De naam 'Ebal' betekent, naar het Arabisch, 'bladerloos'<ref>Aldus S.J. van Ronkel, ''Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld.'' (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Ebal. Van Ronkel was destijds hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler. </ref>. De berg is onvruchtbaar, en misschien werden ook daarom de vloekwoorden tegen de overtreders, van Ebal, en de zegeningen voor de onderhouders der wet, van de vruchtbare en bronrijke Gerizim uitgesproken, Deut. 11:29.


Deze plaatsen zijn voor de Israëliet, wegens de herinneringen, die zij opwekken, heilig en eerwaardig. In deze omgeving woonde vermoedelijk [[Melchizedek]]<ref>Aldus P.J. Gouda Quint, ''Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling'' (Haarlem: De erven F. Bohn, 1866), s.v. Gerizim.</ref>, en sloeg [[Abraham]] het eerst zijn tenten op. Hier kocht [[Jakob (aartsvader)|Jakob]] een stuk land van de kinderen van Hemor, en is zijn zoon [[Jozef (zoon van Jacob)|Jozef]] begraven.
Deze plaatsen zijn voor de Israëliet, wegens de herinneringen, die zij opwekken, heilig en eerwaardig. In deze omgeving woonde vermoedelijk [[Melchizedek]]<ref>Aldus P.J. Gouda Quint, ''Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling'' (Haarlem: De erven F. Bohn, 1866), s.v. Gerizim.</ref>, en sloeg [[Abraham]] het eerst zijn tenten op. Hier kocht [[Jakob (aartsvader)|Jakob]] een stuk land van de kinderen van Hemor, en is zijn zoon [[Jozef (zoon van Jacob)|Jozef]] begraven.
Regel 25: Regel 27:


S.J. van Ronkel, ''Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld.'' (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Ebal. Hieruit is op 18 maart 2015 tekst genomen en verwerkt.
S.J. van Ronkel, ''Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld.'' (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Ebal. Hieruit is op 18 maart 2015 tekst genomen en verwerkt.

A. Noordtzij, Joh. de Groot, ''Des Heeren heirscharen.'' Premieboek bij de N.C.R.V.-kalender 1938. Tekst van blz. 25-26 is onder wijziging verwerkt op 17 dec. 2020


== Voetnoten ==
== Voetnoten ==