Eerzaam

Uit Christipedia

Eerzaam betekent[1] in de eerste plaats achtenswaardig, deugdzaam, zedig. Wij hebben te bedenken "al wat eerzaam is" (Filip. 4:8).

Door een woord met het achtervoegsel -zaam te verbinden, zoals in eerzaam, deugdzaam, werkzaam, duidt men meer een blijvende hoedanigheid aan. Eerzaam duidt dan ook het bezit van eer aan, als voortvloeiende uit het karakter. "Een eerzame vrouw". "Een eerzaam leven leiden".

Verwante begrippen zijn eerbaar, kuis, ingetogen, rein[2]. Eerbaar wil zeggen wat eer heeft; de tegenstelling van eerbaar was dus oorspronkelijk eerloos; eer heeft in het begrip eerbaar allengs de betekenis van kuisheid gekregen. "Een eerbare jonge dochter". Kuis is eigenlijk rein, zuiver, en wordt in de uitdrukking kuise maagd synoniem met reine maagd. Verder krijgt het de betekenis van ingetogen, dat echter meer op het beheersen van de begeerten ziet. Het begrip eerbaar is ruimer dan het begrip kuis. Kuis ziet uitsluitend op het weerstaan van verboden vleselijke lusten; eerbaar onderstelt een ingetogen, zedig, deugdzaam gedrag, dat in geen enkel opzicht tegen de betamelijkheid of de welvoeglijkheid zondigt. Van ingetogen verschilt kuis in zoverre, dat de kuise niet aan het onreine denkt ("kuise gedachten", "kuise oren"), de ingetogene zijn lust tot het kwade weet te beheersen.

De apostel Paulus vermaant ons te bedenken al wat eerzaam is.

Flp 4:6 Weest in niets bezorgd, maar laat in alles, door gebed en smeking met dankzegging, uw verlangens bekend worden bij God. Flp 4:7 En de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaren in Christus Jezus. Flp 4:8 Overigens, broeders, al wat waar, al wat eerzaam, al wat rechtvaardig, al wat rein, al wat beminnelijk, al wat welluidend is, als er enige deugd en als er enige lof is, bedenkt dat. Flp 4:9 Wat u geleerd, ontvangen, gehoord en gezien hebt in mij, doet dat; en de God van de vrede zal met u zijn. (Telos)

Bron

Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908), s.v. Eerbaar — eerzaam — ingetogen — kuisch — rein. Tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 15 maart 2019.

Voetnoten

  1. Van Dale's Groot woordenboek der Nederlandse taal (13e uitgave), digitale versie 1.0 Plus, jaar 2000.
  2. Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908), s.v. Eerbaar — eerzaam — ingetogen — kuisch — rein