Efraïm (stad)

Uit Christipedia

Efraïm, ook gespeld Ephraïm, was de stad waar de Heer Jezus zich vanuit Jeruzalem terugtrok toen de Joodse leidslieden beraadslaagden om Hem te doden, na de geruchtmakende opwekking van Lazarus.

Over betekenis van de naam Efraim, die vruchtbaarheid aanduidt, zie artikel Efraïm.

In het Nieuwe Testament wordt zij alleen genoemd in Joh. 11:54. De stad was klein en weinig bekend. Haar ligging is niet meer zekerheid vast te stellen[1]. Efraïm lag vermoedelijk 21 km noordelijk van Jeruzalem, in het gebied van de stam van Benjamin of Efraïm, aan de oostelijke grenzen van Bethel en daarom binnen het gebied van de Romeinse provincie Judea. De stad was gelegen in een schone, grasrijke vlakte, dichtbij het woestijngebied dat op de Jordaanvlakte uitloopt.

Efraïm wordt algemeen vereenzelvigd met het huidige dorp Et-Taijibe, ​21 km noordnoordoostelijk van Jeruzalem en 6,5 km ten noordoosten van Bethel. Efraïm is waarschijnlijk ook identiek met Ofra, een stad in het stamgebied van Benjamin (Jos. 18:23), en kan ook identiek zijn met het stadje Efraïm dat de Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus noemt in Joodse Oorlogen, waar hij vermeldt dat Vespasianus innam "Bethel en Efraim, twee kleine steden" (IV.9.9). 

Wellicht wordt in 2 Sam. 13: 23 dezelfde stad bedoeld. 

2Sa 13:23 En het geschiedde, na twee volle jaren, dat Absalom, [schaaps] scheerders had te Baäl-hazor, dat bij Efraïm is; zo nodigde Absalom al des konings zonen. (SV)

Efraïm kan ook identiek zijn met Efron van 2 Kron. 13:19.  In Efraïm, dat in een dunbevolkte streek lag, onttrok de Heer zich aan de vijandige vervolging die in Jeruzalem beraamd werd. In Efraïm vertoefde Hij enige dagen in de kring van zijn leerlingen.

Joh 11:53 Van die dag af dan beraadslaagden zij om Hem te doden. Joh 11:54 Jezus dan wandelde niet meer vrijelijk onder de Joden; maar ging van daar naar het land bij de woestijn, naar de stad, genaamd Efraïm, en verkeerde aldaar met Zijn discipelen. (TELOS)

Jezus trok zich terug in Efraïm, vroeger Ofra geheten.

De in Joh. 11:54 genoemde woestijn is vermoedelijk de woestijn van Bethaven, die juist ten zuidoosten en oosten van Efraïm werd gevonden. Deze woestijn was met hoge klippen bezaaid, door oneffen dalen afgewisseld, die hier en daar een vreselijke wildernis vormden[2].

Bronnen

Karl August Dächsel; F P L C van Lingen; H van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) (Kampen: Bos, 1893-1901), stukje commentaar door J.J.van Oosterzee op Joh. 11:54 verwerkt.

Bromiley, Geoffrey  W.: The International Standard Bible Encyclopedia, Revised (Wm. B. Eerdmans, 1988, 2002) s.v. Ephraim.

Voetnoten

  1. Aldus de aantekening van de Wilibrordvertaling uit 1995 bij Joh. 11:54 .
  2. Aldus Van Oosterzee, aangehaald in het commentaar van Dächsel, Van Lingen en Van Griethuijsen bij Joh. 11:54.