Europese Unie/Parlement en verkiezing


Europese Unie > Parlement en verkiezing

Het Europees Parlement (EP) is een van de belangrijke bestuursorganen van de Europese Unie. Het bestaat uit 785 zetels (begin 2009), die bezet worden door de vertegenwoordigers van de lidstaten van de Europese Unie. Het vaste aantal afgevaardigden per lidstaat is gebaseerd op het aantal inwoners. Nederland heeft 27 zetels in het EP. Na de verkiezing voor het EP in 2009 werd het totaal aantal zetels verlaagd tot 736 zetels, met 25 zetels voor Nederland. In 2014 kreeg Nederland 26 zetels. 

In het parlement zitten geen afzonderlijke nationale partijen, maar Europese partijen. Een parlementariër mag geen lid zijn van het parlement in de staat die hij vertegenwoordigd.

De behandeling van een wetsvoorstel in het EP wordt voorbereid in een van de vakcommissies, bijvoorbeeld die van werkgelegenheid en sociale zaken of die van milieu. De leden daarvan wijzen uit hun midden een rapporteur aan. Die schrijft een verslag over het desbetreffende dossier. De collega’s dienen daarop amendementen in. Daarna vindt het debat en de stemming plaats, eerst in de commissie en later in de plenaire vergadering.

De plenaire debatten kenmerken zich door een aaneenschakeling van monologen. Degenen die het woord willen voeren, hebben een beperkte spreektijd, vaak van maar 1 minuut. Er zijn geen interrupties, geen spontane discussies tussen politieke tegenstanders.

De voorzitter van het EP wordt gekozen voor een termijn van 2,5 jaar.

Een veelomvattend voorstel waarbij het EP grote invloed heeft uitgeoefend, is de dienstenrichtlijn, met voorschriften voor een vrij verkeer van diensten binnen de Unie. Twee andere voorbeelden in dit verband zijn Reach, de benaming voor regelgeving ten aanzien van chemische stoffen, en het klimaat-pakket, met voornemens voor het terugdringen van de CO2-uitstoot.

De EU heeft als blok niet een eigen regering. Er is in het EP dan ook geen tweedeling tussen coalitie- en oppositiepartijen. Het Parlement beschikt niet over de macht om een minister of een individuele commissaris naar huis te sturen. Dat allemaal maakt de debatten politiek minder spannend.

Er is nog te weinig toezicht op Europees niveau. Europarlementarier Sophie in 't Veld merkte kritisch op (in 2008): ‘Nationale regeringen profiteren daar heel sneaky van. Ze willen bijvoorbeeld wetgeving die grotere inzage in persoonsgegevens mogelijk maakt. Omdat ze weten dat ze daar in hun eigen parlement nooit een meerderheid voor krijgen, onderhandelen ze daar in beslotenheid over in Brussel. Dan komen ze terug en zeggen ze: zo moet het van Europa. Policy laundering is dat, het witwassen van beleid."  

Het Parlement vergadert op twee plaatsen. Dat ligt vast in het EU-verdrag. Eén week in de maand verblijven de volksvertegenwoordigers in Straatsburg. In de tussenliggende tijd verrichten zij hun werkzaamheden in Brussel. Het reizen tussen beide locaties en de voortdurende verhuizing van alle benodigdheden kost jaarlijks zo’n 200 miljoen euro (2009). Het afschaffen van de zittingen in Straatsburg is alleen mogelijk als de regeringen van alle EU-landen, dus ook die van Frankrijk, daarmee instemmen.

De EU hanteert 23 officiële talen. In de vergaderingen van het EP mag iedereen zijn eigen taal gebruiken. Tolken geven de gesproken tekst simultaan in de overige talen weer. Ook alle documenten zijn in de diverse talen voorhanden.

De Europese verkiezingen worden eens in de vijf jaar gehouden. De afgevaardigden voor het Europees Parlement worden per land gekozen. De Nederlandse nationale orthodox-christelijke partijen SGP en Christen-Unie doen samen met een gecombineerde lijst aan deze verkiezingen mee.

In de periode 2004 tot 2009 hadden het christelijk-democratische CDA en de liberale VVD elk 7 van de 27 Nederlandse zetels. Kleinere partijen (VVD, GroenLinks, de nieuwe partij Europa Transparant, de SP, de ChristenUnie/SGP en D66) bemachtigden één of meer zetels. De opkomst bij de verkiezingen bedroeg in 2004 in Nederland 39,3 procent van de kiesgerechtigden.

In de periode vanaf 2009 hadden de christelijke partijen totaal 7 zetels, 2 minder dan de vorige periode. De opkomst voor de verkiezingen was in Nederland 36,5 procent. Verdeling van de zetels:

- CDA: 5 zetels met 19,9 procent van de stemmen

- PVV: 4 zetels met 17 procent

- PvdA: 3 zetels met 12,1 procent

- VVD: 3 zetels met 11,4 procent

- D66: 3 zetels met 11,3 procent

- GroenLinks: 3 zetels met 8,8 procent

- SP: 2 zetels met 7,1 procent

- ChristenUnie-SGP: 2 zetels met 6,9 procent

Om meer invloed uit te kunnen oefenen, vormen politieke geestverwanten parlementaire fracties. Het Europees Parlement telt zeven fracties (in 2009):

  • Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten (afgekort EVP-ED). Dit is de grootste fractie; ze telt 288 leden afkomstig uit alle lidstaten van de EU, waaronder het Nederlandse CDA.
  • Sociaal-democratische Fractie in het Europees Parlement
  • Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa fractie
  • Fractie Unie voor een Europa van Nationale Staten
  • Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie
  • Confederale Fractie Europees Unitair Links/Noords Groen Links
  • Fractie Onafhankelijkheid/Democratie

SGP en Christen-Unie willen zich in Europees verband inzetten voor het behoud van vrede, welvaart en stabiliteit in Europa. Hun verkiezingsprogramma (2009) zegt:

“Met vrede, welvaart en stabiliteit zijn we in Europa gezegend. Zeker in vergelijking met de rest van de wereld. Hieraan moeten we blijven werken. In Europa doen we dat samen waar Nederland dit alleen niet kan. Dat is de kern van het programma waarmee ChristenUnie en SGP deelnemen aan de verkiezingen voor het Europees Parlement in juni 2009. Vrede, welvaart en stabiliteit worden bedreigd door diverse crises: kredietcrisis, grondstoffencrisis, energiecrisis, voedselcrisis, klimaatcrisis, milieucrisis. Bovendien is er nog een institutionele crisis. Ten diepste is er een religieuze en daarmee een morele crisis; voor velen is God verdwenen uit Europa. De Westerse cultuur is meer en meer blind geraakt voor de niet-materiële dimensies van het bestaan. Daaronder lijden mens, samenleving, milieu en natuur. In antwoord daarop willen ChristenUnie en SGP werken vanuit een christelijk perspectief. Dat vergt zorg voor de schepping (Planet), zorg voor de naaste (People) en zorg voor de huishouding (Prosperity).”[1]

In het Europese parlement is een parlementsgroep voor de betrekking met Israël, één voor de betrekking met Iran, één voor de betrekking met Japan, enz. In 2009 werd Bas Belder, lid van de Staatkundig Gereformeerde Partij en welgezind jegens Israël, voorzitter van de Israëldelegatie van het Europese parlement.

Bronnen

Voetnoot