Europese Unie/Parlement en verkiezing


Europese Unie > Parlement en verkiezing

Het Europees Parlement (EP) is een van de belangrijke bestuursorganen van de Europese Unie. Het Europese parlement vertegenwoordigt als enige instelling binnen de Europese Unie rechtstreeks de burgers van de EU. In het parlement zitten verschillende politieke partijen, die de verschillende stemmen binnen de Europese Unie vertegenwoordigen. Het parlement stemt over wetsvoorstellen, heeft zeggenschap over de begroting en controleert de andere EU-instellingen, waaronder de Europese Raad en de Europese Commissie.

Europees Parlement in Straatsburg tijdens een plenaire sessie in 2014.

Zetels. Het Europees Parlement bestaat (anno 2018) uit 751 zetels (parlementariërs). Begin 2009 waren er 785 zetels en had Nederland 26 zetels. Na de verkiezing voor het EP in 2009 werd het totaal aantal zetels verlaagd tot 736 zetels, met 25 zetels voor Nederland. In 2014 kreeg Nederland 26 zetels. Hoe groter de bevolking van een land, hoe meer zetels het krijgt in het parlement. Een parlementariër mag geen lid zijn van het parlement van het land van herkomst.

Het ondersteunende personeel bestond uit 7698 personen[1] (verwijzing naar NOS-artikel).

Fracties. In het parlement zitten geen afzonderlijke nationale partijen, maar Europese partijen, 'fracties' geheten. Want om meer invloed uit te kunnen oefenen, vormen politieke geestverwanten parlementaire fracties. Alle nationale partijen zijn aangesloten bij ‘fracties’, zoals de christendemocraten, de sociaal-democraten of de liberalen. In een fractie zitten nationale partijen uit verschillende landen die een verbinding zijn aangegaan.

Het Europees Parlement telt zeven fracties (anno 2019). Van groot naar klein zijn dat:

  • Europese Volkspartij (EPP groep). Dit zijn christendemocraten, waaronder de Nederlandse partij CDA. Ze vormen de grootste fractie.
  • Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten (S&D), waaronder de Nederlandse partij PvdA;
  • Europese Conservatieven en Hervormers (ECR), waaronder de Nederlandse partijen CU en SGP;
  • Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa (ALDE), waaronder de Nederlandse partij VVD;
  • Europees Unitair Links/Noords Groen Links (GUE/NGL), waaronder de Nederlandse partijen PvdD en SP;
  • De Groenen/Vrije Europese Alliantie (De Groenen), waaronder de Nederlandse partij Groen Links;
  • Europa van Vrijheid en Directe Democratie;
  • Europa van Naties en Vrijheid, waaronder de Nederlandse partij PVV.

De lijsttrekker van een Europese fractie heet, naar het Duits, een Spitzenkandidat. De Spitzenkandidat[2] van de fractie die de Europese verkiezingen wint, wordt voorzitter van de Europese Commissie.

Wetsvoorstel, debat, stemming. De behandeling van een wetsvoorstel in het EP wordt voorbereid in een van de vakcommissies, bijvoorbeeld die van werkgelegenheid en sociale zaken of die van milieu. De leden daarvan wijzen uit hun midden een rapporteur aan. Die schrijft een verslag over het desbetreffende dossier. De collega’s dienen daarop amendementen in. Daarna vindt het debat en de stemming plaats, eerst in de commissie en later in de plenaire vergadering.

De plenaire debatten kenmerken zich door een aaneenschakeling van monologen. Degenen die het woord willen voeren, hebben een beperkte spreektijd, vaak van maar 1 minuut. Er zijn geen interrupties, geen spontane discussies tussen politieke tegenstanders.

Een veelomvattend voorstel waarbij het EP grote invloed heeft uitgeoefend, is de dienstenrichtlijn, met voorschriften voor een vrij verkeer van diensten binnen de Unie. Twee andere voorbeelden in dit verband zijn Reach, de benaming voor regelgeving ten aanzien van chemische stoffen, en het klimaat-pakket, met voornemens voor het terugdringen van de CO2-uitstoot.

Toezicht. Er is nog te weinig toezicht op Europees niveau. Europarlementarier Sophie in 't Veld merkte kritisch op (in 2008): ‘Nationale regeringen profiteren daar heel sneaky van. Ze willen bijvoorbeeld wetgeving die grotere inzage in persoonsgegevens mogelijk maakt. Omdat ze weten dat ze daar in hun eigen parlement nooit een meerderheid voor krijgen, onderhandelen ze daar in beslotenheid over in Brussel. Dan komen ze terug en zeggen ze: zo moet het van Europa. Policy laundering is dat, het witwassen van beleid." 

Voorzitter. De voorzitter van het EP wordt gekozen voor een termijn van 2,5 jaar.

Geen tweedeling. De EU heeft als blok niet een eigen regering. Er is in het EP dan ook geen tweedeling tussen coalitie- en oppositiepartijen. Het Parlement beschikt niet over de macht om een minister of een individuele commissaris naar huis te sturen. Dat allemaal maakt de debatten politiek minder spannend.

Vergaderplaatsen. De vergaderingen vinden plaatsen in de steden Brussel en Straatsburg. Dat ligt vast in het EU-verdrag. Eén week in de maand verblijven de volksvertegenwoordigers in Straatsburg. In de tussenliggende tijd verrichten zij hun werkzaamheden in Brussel. Het reizen tussen beide locaties en de voortdurende verhuizing van alle benodigdheden kost jaarlijks zo’n 200 miljoen euro (2009). Het afschaffen van de zittingen in Straatsburg is alleen mogelijk als de regeringen van alle EU-landen, dus ook die van Frankrijk, daarmee instemmen.

Verscheidenheid van talen. De EU hanteert 23 officiële talen. In de vergaderingen van het EP mag iedereen zijn eigen taal gebruiken. Tolken geven de gesproken tekst simultaan in de overige talen weer. Ook alle documenten zijn in de diverse talen voorhanden.

Jaarbudget. Het jaarbudget (begroting) van parlement bedroeg in 2018 1,95 miljard euro. Ruim de helft daarvan was bestemd voor de parlementariërs en het ondersteunend personeel.

Verkiezing van het parlement. De Europese verkiezingen worden eens in de vijf jaar gehouden. Dan kunnen de burgers hun vertegenwoordigers (‘Europarlementariërs’) in het Europese parlement kiezen. Zo bepalen zij mee welke kant de Europese Unie opgaat. De Europese Unie telde in september 2018 bijna 427 miljoen stemgerechtigden, waarvan ruim 14 miljoen Nederlandse kiezers.

De Europese verkiezingen zijn, na die in India en China, de grootste verkiezingen ter wereld (anno 2019).

De burger kan alleen stemmen op een partij die landgenoten vertegenwoordig: een Nederlander kun slechts stemmen op een Nederlandse partij. De afgevaardigden voor het Europees Parlement worden dus per land gekozen.

Aan de verkiezingen in 2019 nemen de volgende christelijke partijen deel: CDA, CU-SGP (gecombineerde kandidatenlijst), Jezus Leeft.

Een partij als Jezus Leeft hoeft niet in de Tweede Kamer te zitten om mee te mogen doen aan de Europese Parlementsverkiezingen. De Kiesraad bepaalt of aan alle voorwaarden om mee te mogen doen is voldaan.

Opkomst. De opkomst voor de verkiezingen vertoont een dalende trend. Bij de allereerste Europese Parlementsverkiezingen was de opkomst 61,9 procent, in 2014 was het opkomstpercentage 42,6 procent. Voor de Nederland is de dalende lijn minder constant. In 1999 gingen 3 op de 10 Nederlanders naar de stembus, in 2004 39,3 procent, in 2014 was de opkomst 37 procent.

Invloed van de burgers. Het Europees Parlement is de enige instelling die rechtstreeks gekozen wordt door de burgers. Op de andere instellingen hebben de burgers die kiezen indirect invloed. De leden van de Europese Commissie moeten goedgekeurd worden door het Europese Parlement. Het Europees Parlement stemt over de voorzitter van de Commissie. De Europese Raad bestaat uit regeringsleiders die nationale parlementsverkiezingen aan het roer zijn gekomen. De Raad van ministers bestaat uit nationale minister die ook door nationale parlementsverkiezingen naar voren zijn gekomen.

Christenen die hun stem uitbrengen, doen er goed aan te stemmen op een partij met christelijke beginselen. Immers, aan de vrucht kent men de boom en de boom ontspruit uit de wortels (beginselen).

2004-2009. In deze periode hadden het christelijk-democratische CDA en de liberale VVD elk 7 van de 27 Nederlandse zetels. Kleinere partijen (VVD, GroenLinks, de nieuwe partij Europa Transparant, de SP, de ChristenUnie/SGP en D66) bemachtigden één of meer zetels. De opkomst bij de verkiezingen bedroeg in 2004 in Nederland 39,3 procent van de kiesgerechtigden.

2009-2014. In deze periode hadden de christelijke partijen totaal 7 zetels, 2 minder dan de vorige periode. De opkomst voor de verkiezingen was in Nederland 36,5 procent. Het CDA kreeg 5 zetels, ChristenUnie-SGP kreeg 2 zetels.

SGP en Christen-Unie willen zich in Europees verband inzetten voor het behoud van vrede, welvaart en stabiliteit in Europa. Hun verkiezingsprogramma (2009) zei:

“Met vrede, welvaart en stabiliteit zijn we in Europa gezegend. Zeker in vergelijking met de rest van de wereld. Hieraan moeten we blijven werken. In Europa doen we dat samen waar Nederland dit alleen niet kan. Dat is de kern van het programma waarmee ChristenUnie en SGP deelnemen aan de verkiezingen voor het Europees Parlement in juni 2009. Vrede, welvaart en stabiliteit worden bedreigd door diverse crises: kredietcrisis, grondstoffencrisis, energiecrisis, voedselcrisis, klimaatcrisis, milieucrisis. Bovendien is er nog een institutionele crisis. Ten diepste is er een religieuze en daarmee een morele crisis; voor velen is God verdwenen uit Europa. De Westerse cultuur is meer en meer blind geraakt voor de niet-materiële dimensies van het bestaan. Daaronder lijden mens, samenleving, milieu en natuur. In antwoord daarop willen ChristenUnie en SGP werken vanuit een christelijk perspectief. Dat vergt zorg voor de schepping (Planet), zorg voor de naaste (People) en zorg voor de huishouding (Prosperity).”[3]

Israël

In het Europese parlement is een parlementsgroep voor de betrekking met Israël, één voor de betrekking met Iran, één voor de betrekking met Japan, enz. In 2009 werd Bas Belder, lid van de Staatkundig Gereformeerde Partij en welgezind jegens Israël, voorzitter van de Israëldelegatie van het Europese parlement.

Meer weten

Over de Europese verkiezingen: Holy FAQ over de Europese Parlementsverkiezingen, NOS.nl, 14 mei 2019.

Over de salariëring en onkostenvergoeding van Europarlementariërs, zie vraag 7 in Holy FAQ over de Europese Parlementsverkiezingen, NOS.nl, 14 mei 2019.

Bronnen

Voetnoot