Evangelie naar Lukas/Hoofdstuk 11: verschil tussen versies
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
k (Jillis Roosken heeft pagina Lukas (Bijbelboek)/Hoofdstuk 11 hernoemd naar Lukas (boek)/Hoofdstuk 11) |
k (→Luc. 11:27) |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
{{Commentaar hoofdstuk}} |
{{Commentaar hoofdstuk}} |
||
== |
== Luk. 11:15 == |
||
Lu 11:16 Anderen nu verlangden van Hem een teken uit de hemel, om Hem te verzoeken. (Telos) |
|||
'''Een teken uit de hemel.''' Een wonderteken in de vorm van verschijnsel dat zijn oorsprong zichtbaar of hoorbaar in de hemel heeft. |
|||
''Mt 16:1 En de farizeeën en sadduceeën kwamen naar Hem toe, en om Hem te verzoeken vroegen zij Hem hun een teken uit de hemel te tonen. (Telos)'' |
|||
Misschien dachten ze aan een zonsverduistering, een komeet, een aangekondigde windvlaag of zoiets. Zo'n teken kon bewijzen dat hij de Christus was; genezingen bewezen, volgens sommigen, niets of niet genoeg. Misschien dachten ze aan een teken als van [[Elia]]. Deze profeet Elia op de berg bad vuur van de hemel af, dat vervolgens het kletsnatte offer verteerde - ten teken dat niet Baäl maar de God van Israël de ware God is (1 Kon. 18: 36-38). In de toekomst zal de Valse Profeet een dergelijk teken doen, om de mensen te misleiden. |
|||
''Opb 13:13 En het doet grote tekenen, zodat het zelfs vuur uit de hemel laat neerdalen op de aarde ten aanschouwen van de mensen. (Telos)'' |
|||
De Heer Jezus Zelf is een teken uit de hemel: zijn woorden en wonderen, zijn doen en laten. Zijn teken zal bij zijn wederkomst verschijnen in de hemel. |
|||
''Mt 24:30 En dan zal het teken van de Zoon des mensen verschijnen in de hemel; en dan zullen alle stammen van het land weeklagen en zij zullen de Zoon des mensen zien komen op de wolken van de hemel met kracht en grote heerlijkheid.'' (Telos) |
|||
== Luk. 11:19 == |
|||
Lu 11:19 Als Ik nu door Beëlzebul de demonen uitdrijf, door wie drijven uw zonen ze dan uit? Daarom zullen die uw rechters zijn. (Telos) |
|||
'''Uw zonen.''' Wellicht de discipelen of anders andere Joden. De discipelen hadden eerder de macht gekregen om demonen uit te drijven (Luk. 9:1; 10:17). Maar ook anderen dreven demonen uit. |
|||
''Mr 9:38 Johannes zei tot Hem: Meester, wij zagen iemand die ons niet volgt, in uw naam demonen uitdrijven, en wij hebben het hem verhinderd, omdat hij ons niet volgde. Mr 9:39 Jezus echter zei: Verhindert het hem niet; want er is niemand die een kracht zal doen in mijn naam en kort daarna smadend van Mij zal kunnen spreken. Mr 9:40 Want wie niet tegen ons is, is voor ons. (Telos)'' |
|||
'''Zullen die uw rechters zijn.''' Dat de discipelen rechters zullen zijn, wordt ons meegedeeld: |
|||
''Mt 19:28 Jezus nu zei tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, dat u die Mij gevolgd bent, in de wedergeboorte, wanneer de Zoon des mensen zal zitten op de troon van zijn heerlijkheid, u ook op twaalf tronen zult zitten om de twaalf stammen van Israel te oordelen. (Telos)'' |
|||
== Luk. 11:20 == |
|||
Lu 11:20 Als Ik echter door de vinger van God de demonen uitdrijf, dan is het koninkrijk van God tot u gekomen. (Telos) |
|||
Dat uitdrijven was een teken van Gods koninkrijk. Het was een teken uit de hemel, waar God woont. |
|||
''Heb 2:4 terwijl God bovendien meegetuigde zowel door tekenen als wonderen en allerlei krachten en uitdelingen van de Heilige Geest naar zijn wil. (Telos)'' |
|||
Het koninkrijk van God, van Zijn Christus, zal het rijk van de satan vernietigen. Denk aan de steen die het statenbeeld van Daniël vernietigt. In het [[Vrederijk]] zal kennelijk geen bezetenheid meer voorkomen. |
|||
== Luk. 11:21 == |
|||
Lu 11:21 Wanneer de sterke welbewapend zijn hofstede bewaakt, zijn zijn bezittingen in vrede. (Telos) |
|||
'''Hofstede.''' Grieks: αυλη, aule. De open binnenplaats van een huis, binnen de muren van het huis, of een open ruimte, binnen de 'tuinmuren', tussen het huis en de straat. |
|||
'''Bezittingen.''' Die in de macht van [[Satan]] zijn, zijn diens bezittingen. Bezetenen zijn bezittingen van de duivel. |
|||
'''In vrede.''' Een satanische vrede. |
|||
De ruiter op het witte paard (het eerste gerichtszegel in de [[Openbaring van Johannes]]) brengt kennelijk vrede, die bij het volgende zegel wordt weggenomen van de aarde. |
|||
== Luk. 11:22 == |
|||
Lu 11:22 Als echter iemand op hem af komt die sterker is dan hij en hem overwint, neemt die zijn hele wapenrusting waarop hij vertrouwde, en verdeelt zijn buit. (Telos) |
|||
Dat overwinnen en verdelen gebeurt bij het winnen en "bijeenbrengen" (vers 23) van de mensen onder de vleugels van de Heiland. |
|||
'''Zijn buit.''' De tot buit genomen 'bezittingen' (vers 21). |
|||
'''Verdeelt zijn buit.''' Vertrouwt de bevrijden toe aan de zorg van 's Heren discipelen. |
|||
== Luk. 11:23 == |
|||
Lu 11:23 Wie niet met Mij is, is tegen Mij, en wie niet met Mij bijeenbrengt, verstrooit. (Telos) |
|||
'''Bijeenbrengt.''' |
|||
''Mt 23:37 Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt en hen stenigt die tot u zijn gezonden, hoe dikwijls heb Ik uw kinderen willen <u>bijeenverzamelen</u>, zoals een hen haar kuikens <u>bijeenverzamelt</u> onder haar vleugels, en u hebt niet gewild.'' (Telos) |
|||
== Luk. 11:27 == |
|||
Lu 11:27 Het gebeurde nu, toen Hij dit zei, dat een vrouw uit de menigte haar stem verhief en tot Hem zei: Gelukkig de schoot die U heeft gedragen en de borsten die U hebt gezogen. Lu 11:28 Hij echter zei: Jawel, maar veeleer gelukkig zij die het woord van God horen en bewaren. (TELOS) |
Lu 11:27 Het gebeurde nu, toen Hij dit zei, dat een vrouw uit de menigte haar stem verhief en tot Hem zei: Gelukkig de schoot die U heeft gedragen en de borsten die U hebt gezogen. Lu 11:28 Hij echter zei: Jawel, maar veeleer gelukkig zij die het woord van God horen en bewaren. (TELOS) |
||
'''Veeleer gelukkig'''. Deze woorden moeten ons ervoor bewaren Maria op een voetstuk te zetten. Vergelijk: |
'''Veeleer gelukkig'''. Deze woorden moeten ons ervoor bewaren Maria op een voetstuk te zetten. Vergelijk: |