Exodus 30: verschil tussen versies
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
k (→Voetnoot) |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 3: | Regel 3: | ||
== Samenvatting == |
== Samenvatting == |
||
1-10 Het reukaltaar en reukwerk daarop. 11-16 Het hefoffer. 17-21 Het koperen wasvat. 22-33 De heilige zalfolie. Samenstelling. De te zalven en zodoende te heiligen voorwerpen en zaken. Verbod op maken voor andere toepassingen. 34-38 Het heilige reukwerk. |
1-10 Het reukaltaar en reukwerk daarop. 11-16 Het hefoffer. 17-21 Het koperen wasvat. 22-33 De heilige zalfolie. Samenstelling. De te zalven en zodoende te heiligen voorwerpen en zaken. Verbod op maken voor andere toepassingen. 34-38 Het heilige reukwerk. |
||
== 6 == |
|||
<onlyinclude><sup>6</sup> En u zult het zetten voor de voorhang, die voor de ark der getuigenis zijn zal; voor het verzoendeksel, dat zijn zal boven de getuigenis, waarheen Ik met u samenkomen zal. </onlyinclude>(CP<ref name=":0" />) |
|||
'''Voor de voorhang.''' Deze voorhang scheidde het Allerheilige van het Heilige. |
|||
De plaats van het reukaltaar was tussen de gouden kandelaar en de tafel van de toonbroden in, maar dichter bij het voorhangsel. |
|||
'''Voor het verzoendeksel ... waarheen Ik met u samenkomen zal.''' De plaats van het gouden altaar staat in verband met het verzoendeksel, met de aanspraakplaats, waar Mozes met God sprak. Daarom wordt dat altaar in 1 Kon.6:22 genoemd het altaar, die voor de aanspraakplaats was. Zo nauw was de betrekking en zo nauw hing zijn betekenis samen met de spreekplaats.<ref name=":1" /> <blockquote>''1Kon 6:22 Alzo overtoog hij het ganse huis met goud, totdat het ganse huis volmaakt was; daartoe overtoog hij met goud het gehele altaar, dat voor de aanspraakplaats was.'' (SV)</blockquote> |
|||
== 23 == |
== 23 == |
||
Regel 22: | Regel 30: | ||
== 32 == |
== 32 == |
||
Ex 30:32 Op geens mensen vlees zal men ze gieten; gij zult ook naar haar maaksel geen dergelijke maken; het is heiligheid, zij zal ulieden heiligheid zijn. (SV) |
Ex 30:32 Op geens mensen vlees zal men ze gieten; gij zult ook naar haar maaksel geen dergelijke maken; het is heiligheid, zij zal ulieden heiligheid zijn. (SV) |
||
'''Op geens mensen vlees.''' Op geen vlees van een mens. De bedoeling is, op het vlees van een gewoon mens, van iemand, die geen priester was. <ref>Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901) |
'''Op geens mensen vlees.''' Op geen vlees van een mens. De bedoeling is, op het vlees van een gewoon mens, van iemand, die geen priester was. <ref name=":1">Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting): met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901). Enige tekst van het comentaar is onder wijziging verwerkt. </ref> In het Oosten werden mensen gezalfd bij feesten en andere gelegenheden. |
||
''Ps 23:5 Gij richt de tafel toe voor mijn aangezicht, tegenover mijn tegenpartijders; Gij maakt mijn hoofd vet met olie, mijn beker is overvloeiende.'' (SV) |
''Ps 23:5 Gij richt de tafel toe voor mijn aangezicht, tegenover mijn tegenpartijders; Gij maakt mijn hoofd vet met olie, mijn beker is overvloeiende.'' (SV) |