Gemelijk

Uit Christipedia

Gemelijk is iemand die misnoegd, knorrig is. Synoniem: chagrijnig[1].

Achab was gemelijk, omdat hij vruchteloos de nabijgelegen wijngaard van Naboth begeerde.

1Kon 21:4 Toen kwam Achab in zijn huis, gemelijk en toornig over het woord, dat Naboth, de Jizreëliet, tot hem gesproken had, en gezegd: Ik zal de erve mijner vaderen niet geven. En hij leide zich neder op zijn bed, en keerde zijn aangezicht om, en at geen brood. 1Kon 21:5 Maar Izébel, zijn huisvrouw, kwam tot hem, en sprak tot hem: Wat is dit, dat uw geest dus gemelijk is, en dat gij geen brood eet? 1Kon 21:6 En hij sprak tot haar: Omdat ik tot Naboth, den Jizreëliet, gesproken en hem gezegd heb: Geef mij uw wijngaard om geld, of, zo het u behaagt, zal ik u een wijngaard in zijn plaats geven; maar hij heeft gezegd: Ik zal u mijn wijngaard niet geven. (SV)

Ook de nieuwe Bijbelvertaling uit 1951 heeft "gemelijk":

1Kon 21:4 Toen kwam Achab in zijn huis, gemelijk en toornig over het woord dat de Jizreeliet Nabot tot hem had gesproken, namelijk dat hij gezegd had: Ik zal u de erfenis van mijn vaderen niet geven. En hij legde zich neer op zijn bed, keerde zijn gezicht om en wilde niets eten. 1Kon 21:5 Daarop kwam zijn vrouw Izebel bij hem en sprak tot hem: Waarom zijt gij zo gemelijk gestemd, dat gij niets eten wilt? (NBG51)

De Herziene Statenvertaling heeft "somber gestemd". De Naardense vertaling heeft "boos" en "verbolgen".

Voetnoot

  1. VanDale.nl, geraadpleegd 12 aug. 2017.