Genesis/Hoofdstuk 49: verschil tussen versies

2.527 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
Regel 3:
== Samenvatting ==
In het kort: Jakobs zegen. — Jakob ontbiedt zijn zonen, om hun de toekomst te voorzeggen (1). Na een inleiding (2), spreekt hij hen één voor één toe: Ruben (3-4), Simeon en Levi (5-7), Juda (8-12), Zebulon (13), Issaschar (14-15), Dan (16-18), Gad (19), Aser (20), Naftali (21), Jozef (22-26) en Benjamin (27); zo zegent hij de twaalf stammen (28).
 
== Gen. 49:4 ==
Ge 49:4  Snelle afloop als der wateren, u zult de voortreffelijkste niet zijn! want u hebt uws vaders leger beklommen; toen hebt u [het] geschonden; hij heeft mijn bed beklommen! (CP<ref>Hertaling of vertaling door Christipedia, uitgaande van de Statenvertaling. </ref>)
'''Snelle afloop als der wateren.''' Het Hebreeuwse woord dat hier "snelle afloop" vertaald is, betekent eigenlijk het uitvloeien, het opbruisen, als van kokend water. [[Ruben (persoon)|Ruben]] was onbezonnen en overhaastig in zijn optreden. Deze hier aangegeven karaktertrek van Ruben openbaarde zich eveneens in het aanbieden van zijn twee zonen tot bloedwraak (Gen. 35:22). Later openbaarde hij zich in de opstand van [[Dathan]] en [[Abiram]], die, in vereniging met de Leviet [[Korach]], een aandeel in het priesterschap wilden verkrijgen, wellicht zich de eerstgeboorte van hun vader herinnerende. Later verlangt de stam Ruben met die van Gad zijn erfdeel reeds aanstonds in het veroverde gebied aan de overzijde van de Jordaan (Num.32:1 vv.). Het verlangen werd toegestaan, onder voorwaarde, dat zij eerst mede de strijd om Kanaän ten einde zouden brengen. Daardoor komt Ruben in een afgezonderde toestand aan de zuidwestelijke grenzen boven de [[Arnon]]. Ook in het oprichten van een altaar aan de Jordaan bij hun terugkeren (Joz 22), openbaarde zich weer een haastigheid, die een burgeroorlog zou hebben doen ontstaan, indien zij zich niet nog tijdig verontschuldigd hadden.
 
'''U hebt uws vaders leger beklommen; toen hebt u [het] geschonden; hij heeft mijn bed beklommen!''' Ruben pleegde ontucht met [[Bilha]].
 
''Ge 35:22  En het geschiedde, als Israël in dat land woonde, dat Ruben heenging, en lag bij Bilha, zijns vaders bijwijf; en Israël hoorde het. ...'' (SV)
 
''1Kr 5:1  ... Ruben nu, den eerstgeborene van Israël; (want hij was de eerstgeborene; maar dewijl hij zijns vaders bed ontheiligd had, werd zijn eerstgeboorte gegeven aan de kinderen van Jozef, den zoon van Israël; doch niet [alzo], dat hij zich in het geslachtsregister naar de eerstgeboorte rekenen mocht;'' (SV)
 
== Gen. 49:13 ==
Regel 14 ⟶ 24:
'''Sidon.''' Niet zozeer de stad als wel het land Fenicië, waarvan Sidon de voornaamste stad was<ref>''John Gill's Expositor'', commentaar bij Gen. 49:13</ref>.
 
== BronBronnen ==
''Leidsche Vertaling (1914)''. Tekst van de samenvatting van Gen. 49 is onder wijziging verwerkt op 1 feb. 2021.
 
Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Gen. 49:4. Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt.
 
== Voetnoten ==