Germanen

Versie door Kees Langeveld (overleg | bijdragen) op 15 nov 2017 om 18:31 (Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Germanen''' is de taalkundige benaming van een verzameling volkeren en stammen die rond het begin van onze jaartelling een Germaanse taal spraken. Een Germaan w...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Germanen is de taalkundige benaming van een verzameling volkeren en stammen die rond het begin van onze jaartelling een Germaanse taal spraken. Een Germaan was een spreker van een Germaanse taal. Rond de geboorte van Christus bestonden de Germanen uit een groot aantal stammen. Ze woonden in Scandinavië en op de Noord-Europese Laagvlakte.

Terwijl de Grieken en Romeinen een hoge trap van ontwikkeling hadden bereikt, zwierven in Midden- en Noord-Europa tal van volksstammen rond, die nog geheel 'onbeschaafd' waren.

Taalkundig en ethnografisch begrip

Taalkundigen onderscheiden Noord-, West-, en Oostgermaanse talen. De Germaanse talen behoren tot de Indo-Europese taalfamilie, waartoe ook behoren de Romaanse talen, de Keltische talen, de Baltische en Slavische talen, de Indo-Iraanse talen, Albanees en Armeens. De talen vinden hun oorsprong in Zuid-Azië en Europa. Op grond van de overeenkomsten tussen deze talen is een hypothetische vooroudertaal (proto-taal) geconstrueerd, het Proto-Indo-Europees[1], dat tot het 3e millennium voor Christus gesproken zou zijn, mogelijk in Anatolië (Turkije) of de vlaktes ten noorden van de Zwarte Zee en de Kaukasus, alvorens uiteen te vallen in vele Europese, Iraanse en Zuid-Aziatische talen.

De mensen die een Germaanse taal spreken zijn niet alle genetisch verwant. Germaans als taalkundig begrip moet daarom onderscheiden worden van Germaans als ethnografisch. Lange tijd maakte men geen onderscheid. Maar er zijn miljoenen mensen die een Germaanse taal spreken zonder genetisch iets met de Germanen van weleer te maken te hebben, zoals bijvoorbeeld Engelstalige Chinese of Afrikaanse immigranten in de Verenigde Staten, Afrikaanse immigranten in Zweden of Congolezen in Vlaanderen.

Bronnen

Onze kennis van de Germaanse volkeren en stammen vóór de Grote Volksverhuizing is grotendeels gebaseerd op hetgeen door Romeinse schrijvers over hen is opgetekend. Onze belangrijkste bron uit de tijd voor de 4e eeuw is "De Germania" van de geschiedschrijver Publius Cornelius Tacitus (ca. 56-117).

Germaanse volksstammen

Er ontstonden in de loop der tijd vele verschillende volksstammen, die op verschillende tijdstippen en plaatsen met andere namen werden aangeduid (bijvoorbeeld de Friezen, Toxandriërs en Kaninefaten). Omstreeks de vijfde eeuw waren de belangrijkste volken de Saksen, Franken, Juten, Angelen, Goten (zowel Ostrogoten als Visigoten), Bourgondiërs en Vandalen.

De Romeinse historicus Tacitus verdeelde de Germanen in drie groepen: de Ingvaeones, Herminiones en Istvaeones, naar de mythische drie zonen van de oervader Mannus. De Romeinse schrijver Plinius de Oudere (23-79 n.C.) maakt in boek IV van zijn Naturalis Historia een verdeling in 5 groepen: 1. de Vandili, waartoe volgens hem de Burgodiones, Varinnae, Charini en Gutones behoorden; 2. de Ingvaeones, bestaande uit (Cimbri, de Teutoni en de volken der Chauci); 3. de Istvaeones, die het dichtst bij de Rijn woonden; 4. de Hermiones (Suebi, Hermunduri, Chatti en Cherusci); 5. de Peucini Basternae, aan de grenzen met Dacië.

Germanen en Kelten. Helaas maakten de Romeinen geen systematisch onderscheid tussen Germaanse en Keltische stammen. De Romeinen verwezen met ‘Germanen’ en ‘Kelten’ naar de min of meer los van elkaar levende groepen die toen het midden en het noorden van Europa bevolkten.

 
Europa volgens de Griekse geschiedkundige Strabo (ca. 64 v.C. – ca. 24 n.C.)

  1. Zie art. Proto-Indo-Europees, op Wikipedia.nl. Hiervan is enige tekst overgenomen. Art. Indo-Europese talen, op Wikipedia.nl. Hiervan is enige tekst overgenomen.