Gevangenpoort
De Gevangenpoort was een poort in de stadsmuur van Jeruzalem ten tijde van Ezra en Nehemia.
Tijdens de inwijding van Jeruzalems herstelde muren kwamen de beide dankkoren uit bij de Gevangenpoort.
Ne 12:38 Het tweede dankkoor ging in tegenovergestelde richting, met mij erachter, en met de helft van het volk, over de muur, boven de Bakoventoren langs, tot aan de Brede Muur, Ne 12:39 boven de Efraïmpoort langs, en over de Oude Poort en over de Vispoort, de Hananeëltoren en de Honderdtoren, tot aan de Schaapspoort. Vervolgens bleven ze bij de Gevangenpoort staan. (HSV)
Plaats
Mogelijk is deze toren gelijk aan de elders genoemde Wachtpoort (zie plattegrond).
Waar de Gevangenpoort gestaan heeft is door de geleerden niet uitgemaakt.
- Enigen plaatsen de Gevangenpoort aan de noordzijde van het Tempelplein, en scheiden ze van het in Neh. 3:25 genoemde Voorhof der gevangenis, dat men òf in de nabijheid van het voormalig paleis op Zion, òf aan de zuidoostzijde van het Tempelplein zocht.
- Anderen nemen voor beiden de laatstgenoemde plaats aan, en stellen, zich den optocht der twee dank-koren zo voor, dat beiden op de oostelijken muur van de tempel elkaar ontmoetten, hier elkaar voorbijgingen, en zich toen tegenover elkaar plaatsten, de eerste op het vrije plein van de Waterpoort, de tweede bij de Gevangenpoort. Op deze wijze zou ook de gehele oostzijde van het Tempelplein mede omgetrokken, en de zich daar bevindende muren ook ingewijd zijn geworden, iets, dat bij de eerste opvatting, wanneer de Gevangenpoort ten noorden van het Tempelplein gesteld werd, niet het geval zou geweest zijn.
Bron
Karl August Dächsel; F P L C van Lingen; H van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Neh. 12:39. Enige tekst betreffende de plaats van de Gevangenpoort is verwerkt op 31 okt. 2016.