Granaatappel

Uit Christipedia

De Granaatappel (Punica granatum) is een struik of kleine boom die zelden hoger dan 4 meter wordt. De bladeren zijn smal en hebben een prachtig groene kleur. De vruchten zijn een lekkernij, de sap kan men drinken. Granaatappels bevatten kalium, vitamine C en een grote hoeveelheid stoffen die het afweersysteem van de mens versterken.

Hoo 8:2  Ik zou U leiden, ik zou U brengen in mijner moeders huis, Gij zoudt mij leren; ik zou U van specerijwijn te drinken geven, en van het sap van mijn granaatappelen. (SV)

Granaatappelbloesem. 

In Egypte kende het volk Israël de granaatappel, ze misten deze in de woestijn:

Nu 20:5 En waarom hebt gijlieden ons doen optrekken uit Egypte, om ons te brengen in deze kwade plaats? Het is geen plaats van zaad, noch van vijgen, noch van wijnstokken, noch van granaatappelen; ook is er geen water om te drinken.

Het beloofde land van de Israëlieten was een land van ... granaatappelen.

De 8:7 Want de HEERE, uw God, brengt u in een goed land, een land van waterbeken, fonteinen en diepten, die in dalen en in bergen uitvlieten; De 8:8 Een land van tarwe en gerst, en wijnstokken, en vijgebomen, en granaatappelen; een land van olierijke olijfbomen, en van honig;

Het purperen opperkleed van de hogepriester was aan de zoom bezet met granaatappels en gouden schelletjes.

Ex 28:33 En aan deszelfs zomen zult gij granaatappelen maken van hemelsblauw, en van purper, en van scharlaken, aan zijn zomen rondom, en gouden schelletjes rondom tussen dezelve.

In het Hooglied worden de wangen van de bruid vergeleken met de helft van een granaatappel, ja, zijzelf met een paradijs van granaatappels.

Hooglied 4:3 (Lutherse vertaling) Uwe lippen zijn als een karmozijn snoer, en uwe stem is liefelijk; uwe wangen zijn als een doorgesneden granaatappeltussen uwe vlechten.

Hoo 4:12 Mijn zuster, o bruid! gij zijt een besloten hof, een besloten wel, een verzegelde fontein. Hoo 4:13 Uw scheuten zijn een paradijs van granaatappelen, met edele vruchten, cyprus met nardus;

De bruid zegt tot haar vriend:

Hoo 7:11 Kom, mijn Liefste! laat ons uitgaan in het veld, laat ons vernachten op de dorpen. Hoo 7:12 Laat ons vroeg ons opmaken naar de wijnbergen, laat ons zien, of de wijnstok bloeit, de jonge druifjes zich opendoen, de granaatappelbomen uitbotten; daar zal ik U mijn uitnemende liefde geven. 

Het sap van de granaatappel is te nuttigen als een drank, zoals de bruid in Salomo's Hooglied aanduidt:

Hoo 8:2 Ik zou U leiden, ik zou U brengen in mijner moeders huis, Gij zoudt mij leren; ik zou U van specerijwijn te drinken geven, en van het sap van mijn granaatappelen.

De granaatappelbomen worden al 5000 jaar[1] door mensen gecultiveerd. Het oorspronkelijke gebied schijnt Perzië en omliggende gebieden te zijn geweest, maar reeds in oude tijden was hij ook in Egypte bekend, zoals talrijke piramide-vondsten en ook afbeeldingen bewijzen.

Granaatappels uit Israël

Bron

Voor de eerste tekst van dit artikel is, onder toestemming, gebruik gemaakt van J.P. van de Giessen, Granaatappel, kort artikel dd. 21 juni 2009. 

Meer informatie

Voetnoot

  1. Artikel Granaatappel of Punica granatum, op Tuinclub.be