Guido de Brès

Uit Christipedia

Guido de Brès (1522 – 1567) was een Waalse protestantse theoloog die de Nederlandse Geloofsbelijdenis opstelde (1561).

Guido de Brès, in het Frans Guy de BrèsGuy de Bresse, of Guy de Bray, is waarschijnlijk in het jaar 1522 te Mons (= Bergen, een plaats in België) in Henegouwen geboren, als zoon van Jean de Bres, een blauwschilder. Zijn moeder was in die dagen nog een trouwe dochter van de Rooms kerk. Guy koos 't vak van glasschilderen.

Dankzij 't lezen van Evangelische boeken brak hij met de Roomse kerk en wel tussen zijn 18de en 25ste levensjaar. In 1548 bevond hij zich nog te Mons, maar weldra vluchtte hij voor geloofsvervolging naar Engeland, waar hij met à Lasco, Micron, Datheen, Utenhove, e. a. kennis maakte en een geregeld gemeenteleven leerde kennen.

In 1552 trad hij in de Zuidelijke Nederlanden zelf als rondtrekkend prediker op met Rijsel als hoofdplaats. "Sijn eerste beginselen waren simpele vermaninghen". Te Rijsel bloeide de kruisgemeente onder zijn ijverige en nauwgezette leiding. Hier schreef hij zijn eerste werk Le Baston de la Foy Crestienne (1555 te Lyon uitgegeven).

Spoedig daarna vluchtte hij voor nieuwe vervolgingen naar Frankfort a/M., waar hij zeer waarschijnlijk ook Calvijn heeft ontmoet. Van Frankfort vertrok hij naar Zwitserland (einde 1556 of begin 1557), waar hij te Lausanne en te Genève zijn studies voortzette en aanvulde.

In 1559 is hij weer op vaderlandse bodem, huwt er met Catherine Ramon en preekt in Noord-Frankrijk, te Rijsel (hier voor een talrijk gehoor) en te Doornik.

In de nacht van 1 op 2 November 1561 wierp hij zijn Confession de foy (= belijdenis van geloof) over de muur van het kasteel te Doornik, waar juist Spanje's koning vertoefde. Deze geloofsbelijdenis is bekend geworden als de Nederlandse Geloofsbelijdenis of Confessio Belgica. Sedertdien werd hij 't voorwerp van vele nasporingen, maar de Bres vluchtte opnieuw naar Frankrijk. De bij de vlucht achtergelaten documenten werden op last van de regering verbrand. Zelfs werd hij verbannen verklaard en zijn beeltenis verbrand.

In Frankrijk toefde hij nu van december 1561 tot juli 1566 en was o.a. te Dieppe, Amiens, Montdidier en in Sédan (1565). Hier leert men hem kennen als zeer gematigd, niet afkerig van een mogelijke vereniging tussen Calvinisten en Martinisten (Luthersen).

In 1565 verscheen van zijn hand een grondig werk tegen de Anabaptisten. Allengs werd hij een hoogst belangrijke persoon, die met Prins Willem van Oranje confereerde en grote invloed uitoefende. In de Noord-Franse stad Valenciennes (of Valencijn) begeerde men zijn komst, waar de calvinist Peregrin de la Grange reeds met groten zegen predikte. Weldra waren zij de meesters van de stad. Na de beeldenstorm traden zij in twee van de leeggeplunderde kerken op.

Guido de Brès en Peregrin de la Grange terechtgesteld door ophanging (Valenciennes, 1567)

Op 14 december 1566 werd Valenciennes bij plakkaat van rebellie beschuldigd, waarop een beleg volgde, dat na een belegering van drie maanden eindigde met overgave. De predikanten, eerst ontsnapt, werden gegrepen en op 16 april geboeid binnen Valenciennes geleid. In de nacht van 30 op 31 mei werden beide predikanten, na blijmoedig getuigen, opgehangen (1567).

De laatste brief van Guido geschreven aan zijn moeder, 19 mei 1567, dat is 12 dagen vóór zijn dood[1].

Mijn lieve moeder, ik bid u, wees goedsmoeds te midden van uw droefheid, en draag deze beproeving, u van God toegezonden, met geduld en met blijdschap, wetend dat het het welbehagen van God is, dat men in genen dele mag weerstaan, al ware het ook, dat men hiertoe de macht had. Leef het overige van uw dagen in de vreze Gods, blijf mijner gedachtig, als ook dat ik mijn God gediend heb tot in de dood. 
Ik blijf u steeds, voor zolang als u in deze wereld nog zult leven, mijn arme vrouw en mijn kindertjes aanbevelen, die hun vader in hun vroegste jeugd verliezen, en ik bid de Heere, mijn God, uit de grond van mijn hart, dat het Hem behaagt, hun van hun kindsheid af Zijn Heilige geest te schenken, en hen in Zijn vreze te doen wandelen gedurende heel hun leven. Ik vraag Hem zonder ophouden om die zegen, dat Hij zich de man van mijn arme weduwe betoont, dat Hij haar zegent en haar genadig is tot in eeuwigheid.
Ik ben verheugd te vernemen, dat zij zich met haar kinderen naar Sedan begeven heeft, hetgeen mij enige rust en verademing schenkt; en hoewel zij van u en van mijn broeders verwijderd is, zo bid ik u allen haar nimmer te vergeten, maar zowel voor haar als voor mijn arme kleinen te zorgen.
Ik bid de Heere mijn God, dat het Hem behaagt u te vervullen met de overvloed van zijn genade en hemelse zegeningen, en uw grijsheid meer en meer in ere doet zijn, u bevestigend in alles goeds, totdat Hij u, met al Zijn volk in zijn zalig rijk inzamelt. 
Ik beveel u Gode en het Woord van Zijn genade, die machtig is u op te bouwen en u een erfdeel te geven onder alle heiligen. 
Vaarwel, mijn moeder, mijn lieve moeder, vaarwel. De Heere vertrooste u in uw bezoeking.

Deze 19de mei 1567. 
Door uw zoon, die u op het hartelijkst liefheeft: 
GUIDE DE BRÈS. 
Gevangen om Jezus Christus, de Zoon van God.

Van Guido's hand is ook nog La racine, source et fondement des Anabaptistes.

De Bres was een man van hoge statuur, met een bleek gelaat, een vrij mager en lang gezicht, hoge schouders en een baard. Van hem is geen portret overgeleverd. Hij studeerde veel, was in 't bezit van een groot aantal werken der Hervormers, voerde een uitgebreide correspondentie en nam al meer een vooraanstaande plaats in de Gereformeerde kerken in. Rusteloos arbeidend, voor geen gevaar terugdeinzend, heeft hij zich buitengewoon verdienstelijk gemaakt voor de uitbreiding der Reformatie in de Zuidelijke Nederlanden en in het tegenwoordige Noorden van Frankrijk.

Meer informatie

Émile Braekman en Erik de Boer, Guido de Bres. Zijn leven, zijn belijden (2011)

Bronnen

H. Kaajan, 'Bres (Guido de)', in: Christelijke Encyclopaedie voor het Nederlandsche Volk (Kampen: Kok, 1925-1931). Hieruit is tekst genomen.

Voetnoot

  1. De spelling is gemoderniseerd door Kees Langeveld; als brontekst is genomen de tekst op: http://members.home.nl/a.janssen/evangelie/guido.html