Heiden: verschil tussen versies

38 bytes toegevoegd ,  5 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'Een '''heiden''' is iemand die de God van de Joden en de Christenen niet aanbidt, ongeacht of hij al dan niet andere godheden vereert. De Heer Jezus heef...')
 
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
Een '''heiden''' is iemand die de [[God]] van de Joden en de Christenen niet aanbidt, ongeacht of hij al dan niet andere godheden vereert. Een ''heidin'' is een heidense vrouw.
 
De Heer Jezus heeft meermaals van de heidenen gesproken, bijvoorbeeld.<blockquote>''Mt 6:7 Als u bidt, gebruik [dan] geen omhaal van woorden zoals de heidenen, want zij denken dat zij door de veelheid van hun woorden verhoord zullen worden.'' (HSV)</blockquote><blockquote>''Mt 6:32 Want al deze dingen zoeken de heidenen. Uw hemelse Vader weet immers dat u al deze dingen nodig hebt.'' (HSV)</blockquote><blockquote>''Mt 18:17 Als hij niet naar hen luistert, zeg het dan tegen de gemeente. En als hij ook niet naar de gemeente luistert, laat hij dan voor u als de heiden en de tollenaar zijn.'' (HSV)</blockquote><blockquote>''Mt 20:19 en zij zullen Hem aan de heidenen overleveren om Hem te bespotten en te geselen en te kruisigen; maar op de derde dag zal Hij opgewekt worden.'' (HSV)</blockquote>In de Griekse grondtekst van het Nieuwe Testament wordt in Mt. 6:7 en Mt. 18:17 het bijvoeglijk naamwoord εθνικος ethni’kos, gebruikt. Dit zijn de enige plaatsen waar dat woord gebruikt wordt. In Mt. 6:32 wordt het zelfstandig naamwoord εθνος ‘ethnos, gebruikt, dat 164 maal in het Nieuwe Testament voorkomt. Het enkelvoud betekent 'volk'. Voorbeelden:<blockquote>''Mt 21:43 Daarom zeg Ik u dat het Koninkrijk van God van u weggenomen zal worden en aan een volk gegeven dat de vruchten ervan voortbrengt.'' (HSV)</blockquote><blockquote>''Mt 24:7 want volk zal opstaan tegen volk en koninkrijk tegen koninkrijk, en er zullen hongersnoden en aardbevingen zijn in verschillende plaatsen. (HSV)''</blockquote>Het meervoud van 'ethnos' (= volk) wordt vertaald door 'volken' of 'heidenen', waarbij doorgaans bedoeld worden niet-Joodse volken. Voorbeeld: <blockquote>''Mt 20:25 En toen Jezus hen bij Zich geroepen had, zei Hij: U weet dat de leiders van de volken heerschappij over hen voeren, en de groten gezag over hen uitoefenen.'' (TELOS)</blockquote><blockquote>''Mt 24:14 En dit evangelie van het koninkrijk zal over het hele aardrijk worden gepredikt tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde komen.'' (TELOS)</blockquote><blockquote>''Mt 28:19 Gaat dan heen, maakt alle volken tot discipelen, hen dopend tot de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest en hen lerend te bewaren alles wat Ik u heb geboden.'' ''(TELOS)''</blockquote>Het woord 'ethnos' wordt evenwel ook voor het volk der Joden gebezigd. Bij voorbeeld:<blockquote>''Lu 7:5 want hij heeft ons volk lief en heeft zelf de synagoge voor ons gebouwd.'' (TELOS)</blockquote><blockquote>''''Joh 11:48 Als wij Hem zo laten begaan, zullen allen in Hem geloven; en de Romeinen zullen komen en zowel onze plaats als ons volk wegnemen.'''' (TELOS)</blockquote>In het Grieks van het Nieuwe Testament wordt vaak het woord λαος, la’os, gebruikt om de joden aan te duiden, in onderscheid van de heidenen, die door een meervoud van 'ethnos' worden aangeduid. In  volgende verzen bij voorbeeld worden de 'naties' ('volken', 'heidenen') onderscheiden van 'volk(en)' van Israël.