De berg Hermon (Hebr. chermon) is een hoge berg (2814 meter boven de zeespiegel) in het grensgebied tussen Israël, Libanon en Syrië. Deut. 3: 9; Jos 11:3, 17; Ps. 89:13; 133:3. De berg is een hoofdtop van de bergketen Anti-Libanon.

De bergnaam betekent "uitstekende spits" (naar het Arabisch)[1] of "een heiligdom"[2] en komt 13x in het Oude Testament voor. 

Het meervoud van Hermon (Hebr. Chermoniem), dat in sommige Bijbeluitgaven op Ps. 42:7 gevonden wordt, moet van zijn onderscheidene toppen verstaan worden. 

Andere namen voor de berg zijn Siyon (= 'verheven'), Sirjon en Senir. 

De 3:9 de Sidoniërs noemen de Hermon Sirjon en de Amorieten noemen hem Senir (HSV)

De 4:48 ... tot aan de berg Siyon, dat is de Hermon, (HSV)

Daar de Hermonberg een soort van voorgebergte vormde, en een beschutting voor het land was, noemden de Sidoniërs hem Sirjon, en de Amorieten Senír, welke beide woorden 'pantser' betekenen (1 Sam. 17: 5; 1 Kon. 22: 34.)

In Hoogl. 4: 8 en 1 Kron. 5: 23 wordt enigszins onderscheid gemaakt tussen Senir en Hermon. 

De berg Hermon


Ligging van de Hermon in het uiterste noorden

De berg maakt het hoogste gedeelte van de Anti-Libanon uit. De Hermon is niet de gehele Libanon, maar alleen het gedeelte, dat ten Noorden en Oosten van de bronnen der Jordaan ligt. 

De top ervan was het gehele jaar door met sneeuw bedekt, waarom de Chaldeeërs en Arabieren hem ook 'sneeuwberg' noemden. Men haalde in de zomer de sneeuw in korven van daar ter verkoeling en verfrissing van andere dranken , Spr. 25:13. 

Een der spitsen van de Hermon heet Baäl-Hermon, waarschijnlijk omdat daarop de dienst van Baäl plaats vond.

De Israëlieten namen de landen van de koningen Sihon en Og in, vanaf de beek Arnon tot aan de berg Hermon.

De 3:8 Zo namen wij in die tijd het land uit de hand van de twee koningen van de Amorieten, die aan deze zijde van de Jordaan [woonden], vanaf de beek Arnon tot aan de berg Hermon (HSV)

David vergelijkt het samenwonen van broeders met de dauw van de Hermon. De dauw verfrist, bevochtigt, verkwikt.

Ps 133:1 Een lied Hammaäloth, van David. Ziet, hoe goed en hoe liefelijk is het, dat broeders ook samenwonen! Ps 133:2 Het is, gelijk de kostelijke olie op het hoofd, nederdalende op den baard, den baard van Aäron, die nederdaalt tot op den zoom zijner klederen. Ps 133:3 Het is gelijk de dauw van Hermon, [en] die nederdaalt op de bergen van Sion, want de HEERE gebiedt aldaar den zegen [en] het leven tot in der eeuwigheid. (SV)

Bronnen

P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Tekst van het lemma 'Hermon' is op 26 dec. 2014 verwerkt.

S.J. van Ronkel, Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld. (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Hermon. Hieruit is op 26 dec. 2014 tekst genomen en verwerkt. 

Voetnoten

  1. S.J. van Ronkel, Woordenboek der eigennamen, naar hunne eerste spelling en oorspronkelijke uitspraak met eene korte beschrijving de personen, landen en plaatsen, in het Oude Testament voorkomende, en voor het grootste gedeelte ook etymologisch behandeld. (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Hermon. Hieruit is op 26 dec. 2014 tekst genomen en verwerkt. Van Ronkel was destijds hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëdigd vertaler.
  2. Aldus Hebreeuws-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.