Isidorus van Sevilla
Isidorus van Sevilla (560 — 636), ook wel Isidoor genoemd, was aartsbisschop van Sevilla en encyclopedieschrijver.
Hij werd in 560 geboren te Cartagena, uit een aanzienlijk Romeins geslacht. Na de dood van zijn broer kwam hij in 600 op de stoel van de aartsbisschop van Sevilla (Hispalis, vandaar dat hij ook genoemd wordt Isidorus Hispalensis).
Hij arbeidde met grote ijver aan de bekering van de Westgoten tot de Katholieke kerk. Hij deed ook veel aan de opleiding van een goede clerus. Zijn voornaamste verdienste lag op het terrein van het schrijven van boeken.
Hij overleed op 4 april 636 te Sevilla.
Boeken
Een catalogus van zijn boeken vindt men bij zijn beroemde leerling Ildefonsus van Toledo. Het belangrijkst werk is ongetwijfeld de 20 boeken Origenes s. Etymologiae, een encyclopedie van de toenmalige kennis. Dit werk is eeuwen lang beschouwd als een schatkamer voor wereldlijke en kerkelijke wetenschappen. Het is een compilatie uit andere werken, die soms woordelijk overgeschreven zijn.
Van hem is ook Ex scriptis vetustissimis auctorum, een soort kerkelijke archaeologie. Voor de kerkgeschiedenis is van waarde zijn Chronicon, een wereldkroniek van de schepping der wereld tot op de Westgothische koning Sisebut, en De viris illustribus, waarin 46 schrijvers behandeld werden. Voor de dogmengeschiedenis is van waarde zijn 3 B.B. Sententiarum, een geloofs- en zedenleer uit bewijsplaatsen van de kerkleraren samengesteld, voornamelijk uit Augustinus en Gregorius de Grote. Isidorus leverde niets nieuws, maar verzamelde met grote ijver het oude en reeds bestaande. De pseudo Isidorische decretalen zijn niet van hem.
Bron
F. W. Grosheide, J.H. Landwehr, C. Lindeboom, J.C. Rullmann, Christelijke Encyclopaedie voor het Nederlandsche volk. Kampen: J.H. Kok, 1925-1931. Zes delen. Tekst van het lemma 'Isidorus, II. Isidorus van Sevilla' is onder wijziging verwerkt op 25 juni 2020.