Jacobus (broer van Jezus)
Jacobus, ook gespeld Jakobus, was de naam van een van de broers van Jezus Christus. Hij is de schrijver van de nieuwtestamentische ‘Brief van Jakobus’.
Hij was de zoon van Jozef en Maria en naar het vlees, biologisch gesproken, een jongere halfbroer van Jezus (die door adoptie een zoon van Jozef was).
Naam. Wat is de betekenis van de naam die Jozef en Maria aan hun zoon gaven? Jacobus, in het Grieks Iakobos, hetzelfde als de Griekse vorm Iakoob, van het Hebreeuwse Ya'aqob (Nederlands Jacob), betekent 'hielenlichter' (d.w.z. 'die de hielen vasthoudt').
Deze zoon van Jozef en Maria is misschien vernoemd naar zijn opa, Jozefs vader Jacob.
Mt 1:16 en Jakob verwekte Jozef, de man van Maria, uit wie Jezus is geboren, die Christus wordt genoemd. (TELOS)
Gezin. De broers van Jacobus waren Jezus (zijn oudste broer), Jozef, Simon en Judas. Verder had hij tenminste twee zussen. Dit valt af te leiden uit de opgetekende uitspraken van zijn dorpsgenoten:
Mt 13:55 Is Deze niet de Zoon van de timmerman? Heet zijn moeder niet Maria en zijn broers Jakobus, Jozef, Simon en Judas? Mt 13:56 En zijn zijn zusters niet allemaal bij ons? Waar heeft Deze dan dit alles vandaan? (TELOS)
Mr 6:3 Is Deze niet de timmerman, de Zoon van Maria en de Broer van Jakobus, Joses, Judas en Simon? En zijn zijn zusters niet hier bij ons? En zij namen aanstoot aan Hem.(TELOS)
Dat Jacobus een broer van Jezus Christus was, blijkt uit de mededeling van de apostel Paulus. In Jeruzalem sprak deze niemand anders van de apostelen dan 'Jakobus, de broer van de Heer' (Gal. 1:19).
Ga 1:19 ik zag echter niemand anders van de apostelen dan Jakobus, de broer van de Heer. (TELOS)
Jacobus was derhalve lid van een groot gezin van tenminste negen personen: 2 ouders + Jacobus zelf + zijn 4 broers inclusief Jezus+ tenminste 2 zusters = tenminste 9 personen.
Ongeloof. Aanvankelijk geloofde Jacobus niet dat zijn broer Jezus de beloofde Verlosser van Israël was. Dat blijkt uit het volgende voorval.
Joh 7:2 Nu was het feest van de Joden, het loofhuttenfeest, nabij. Joh 7:3 Zijn broers dan zeiden tot Hem: Vertrek van hier en ga naar Judea, opdat ook uw discipelen uw werken aanschouwen die U doet; Joh 7:4 want niemand doet iets in het verborgen en tracht zelf openlijk bekend te zijn. Als U deze dingen doet, openbaar Uzelf dan aan de wereld. Joh 7:5 Want ook zijn broers geloofden niet in Hem. Joh 7:6 Jezus dan zei tot hen: Mijn tijd is nog niet aangebroken; maar uw tijd is altijd bereid. Joh 7:7 De wereld kan u niet haten, maar Mij haat zij, omdat Ik van haar getuig dat haar werken boos zijn. Joh 7:8 Gaat u op naar het feest, Ik ga nog niet op naar dit feest, omdat mijn tijd nog niet is vervuld. Joh 7:9 En nadat Hij dit tot hen had gezegd, bleef Hijzelf in Galilea. Joh 7:10 Maar toen zijn broers waren opgegaan naar het feest, toen ging ook Hijzelf op, niet openlijk maar als in het verborgen. (TELOS)
Verschijning van Jezus. De Heer Jezus is na zijn opstanding ook aan Jakobus verschenen. Paulus schrijft daarover:
1Co 15:3 Want ik heb u in de eerste plaats overgegeven wat ik ook ontvangen heb: dat Christus voor onze zonden gestorven is, naar de Schriften; 1Co 15:4 en dat Hij is begraven, en dat Hij op de derde dag is opgewekt, naar de Schriften; 1Co 15:5 en dat Hij aan Kefas is verschenen, daarna aan de twaalf. 1Co 15:6 Daarna is Hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders tegelijk, van wie de meesten tot nu toe in leven, maar sommigen ontslapen zijn. 1Co 15:7 Daarna is Hij verschenen aan Jakobus, daarna aan alle apostelen. 1Co 15:8 En het allerlaatst is Hij ook aan mij, als aan een misgeboorte, verschenen. (TELOS)
Slaaf. Jacobus is, wellicht nadat Jezus uit de doden was opgestaan en aan hem verschenen was, een slaaf van zijn broer, eigenlijk van de Heer Jezus Christus geworden, Jac. 1:1.
Jak 1:1 Jakobus, slaaf van God en van de Heer Jezus Christus, aan de twaalf stammen in de verstrooiing: gegroet! (TELOS)
Ook zijn broer Judas is een slaaf van de Heer Jezus Christus geworden:
Judas 1:1 Judas, slaaf van Jezus Christus en broer van Jakobus, aan de geroepenen die in God de Vader geliefd en in Jezus Christus bewaard zijn: (TELOS)
Jacobus en zijn broer Judas hebben beiden Jezus’ goddelijke afkomst, roeping en bediening erkend. Beiden hebben een brief geschreven die ons in de Bijbel is overgeleverd.
Apostel. Jacobus is evenals de Heer zelf een 'apostel', d.i. gezant geworden. Paulus schrijft:
Ga 1:19 ik zag echter niemand anders van de apostelen dan Jakobus, de broer van de Heer. (TELOS)
De Heer Jezus is ‘de apostel en hogepriester van onze belijdenis’:
Heb 3:1 Daarom, heilige broeders, deelgenoten van de hemelse roeping, beschouwt de apostel en hogepriester van onze belijdenis, (TELOS)
Zending. De Heer was gezonden tot de schapen van het huis van Israël, ook Jacobus had een zending onder de besnedenen, Gal. 2:9. Paulus schrijft over hem:
Ga 2:9 en toen zij de genade die mij gegeven is, erkenden, gaven Jakobus, Kefas en Johannes, die geacht werden steunpilaren te zijn, mij en Barnabas de rechterhand van gemeenschap, opdat wij naar de volken en zij naar de besnedenen gingen; (TELOS)
Steunpilaar. De Heer Jezus was een hoeksteen van de totale gemeente in de wereld. Jacobus werd een steunpilaar in de gemeente te Jerzulem, Gal. 2:9.
Leider. In hand. 15:13 komt Jakobus naar voren als een leidende broeder in de vergadering te Jeruzalem.
Brief van Jacobus. In zijn brief schrijft Jakobus allerlei praktische lessen op, lessen die belichaamd waren in het leven van de Heer Jezus. Bijvoorbeeld:
Jak 1:5 Als nu aan iemand van u wijsheid ontbreekt, laat hij die aan God vragen, die aan allen mild en zonder verwijt geeft en zij zal hem gegeven worden. Jak 1:6 Laat hij echter vragen in geloof, geheel zonder te twijfelen. … (TELOS)
Zijn dorpsgenoten te Nazareth hadden zich eertijds verwonderd over de wijsheid die Jezus aan de dag legde. Ook Jakobus zal die wijsheid, van God afkomstig, opgemerkt hebben.
Mt 13:54 En Hij kwam in zijn vaderstad en leerde hen in hun synagoge, zodat zij versteld stonden en zeiden: Waar heeft Deze die wijsheid en die krachten vandaan? (TELOS)
Een andere les die Jacobus heeft opgetekend:
Jak 1:12 Gelukkig de man die verzoeking verdraagt; want beproefd geworden zal hij de kroon van het leven ontvangen, die Hij beloofd heeft aan hen die Hem liefhebben. (TELOS)
Zijn halfbroer en Heer Jezus Christus heeft in de Judese woestijn verzoeking verdragen gedurende een periode van 40 dagen, en Hij is beproefd geworden.