Jakobus de kleine
Jakobus de kleine of de jongere was een apostel van de Heer Jezus.
Hij was de zoon van Alfeüs of Klopas en Maria, en een broer van Joses (ook Jozef genoemd).
Lukas 6: 15 Mattheüs, Thomas, Jakobus, [de zoon] van Alfeüs, Simon, bijgenaamd de Zeloot, Judas, [de broer] van Jakobus, (Telos)
Mr 15:40 Nu stonden er ook vrouwen uit de verte toe te zien, onder wie ook Maria Magdalena was en Maria, de moeder van Jakobus de kleine en van Joses, en Salome, (TELOS)
Hij was dus één van de twee apostelen van de Heer die ‘Jakobus’ heetten. Hij werd bijgenaamd ‘de kleine’ of ‘de jongere’ om hem van de andere apostel Jakobus, zoon van Zebedeüs, te onderscheiden.
Zonder genoegzame grond houdt men zijn moeder Maria voor een zuster van de moeder van Jezus. Uit Joh. 19: 25 volgt het niet. Want het zou al zeer vreemd zijn dat twee zusters dezelfde naam zouden gedragen hebben, en dat Johannes de tegenwoordigheid van zijn moeder niet, maar wel die van andere vrouwen, op de kruisheuvel zou vermeld hebben. Jakobus de kleine was derhalve, voorzover wij weten, geen bloedverwant van de Heer.
Evenzeer ten onrechte houden velen hem voor dezelfde Jakobus, die gewoonlijk de broeder van de Heer geheten wordt en de schrijver is van de brief van Jakobus.
Bron
P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Tekst van het lemma 'Jakobus' is op 24 jan. 2015 verwerkt.