Jesaja (boek)/Hoofdstuk 27: verschil tussen versies

5.275 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Commentaar hoofdstuk}} == Jes. 27:1 == Jes 27:1 Te dien dage zal de HEERE met Zijn hard, en groot, en sterk zwaard bezoeken den Leviathan, de langwemelende slan...')
 
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 27:
Vgl. de wijngaard in vers 2-3. Dit wortelen, bloeien en groeien zien we een aanvang maken in onze tijd, maar in volle zin zal het pas gebeuren na de wedergeboorte van het volk.
 
== VoetnootJes. 27:7 ==
Jes 27:7  Heeft Hij hem geslagen, gelijk Hij dien geslagen heeft, die hem sloeg? Is hij gedood, gelijk zijn gedoden gedood zijn geworden? (SV)
De wijze der kastijding verschilt. God kastijdde Jacob anders dan zijn vijanden.
 
'''Heeft Hij hem geslagen.''' Heeft God Jakob (vers 6) geslagen.
 
'''Gelijk Hij dien geslagen heeft, die hem sloeg?''' Zoals God de vijand geslagen heeft, die Jakob sloeg.
 
'''Is hij gedood, gelijk zijn gedoden gedood zijn geworden?''' Is hij, Israël, gedood, zoals de vijanden, over wie het oordeel van God gegaan is, gedood zijn? Zij blijven in die dood, maar Israël zal weer opstaan.<ref name=":1">Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Jes. 27. </ref>
 
== Jes. 27:8 ==
Jes 27:8  Met mate hebt U met hem getwist, wanneer U hem wegstootte; [als] Hij [hem] wegnam door Zijn harde wind, in de dag van de oostenwind. (CP<ref name=":0" />)
'''Wanneer U hem wegstootte.''' Uit het Beloofde Land.
 
'''Door Zijn harde wind, ... de oostenwind.''' De wereldmacht uit het oosten, het Babylonische rijk en/of het Assyrische rijk.
 
== Jes. 27:9 ==
Jes 27:9  Daarom zal daardoor de ongerechtigheid van Jakob verzoend worden, en dit is de gehele vrucht, dat Hij de zonde van hem zal wegdoen, wanneer Hij al de stenen van het altaar maken zal als verstrooide kalkstenen, de gewijde palen en de zonnebeelden zullen niet bestaan. (CP<ref name=":0" />)
'''Daardoor.''' Door Gods kastijding, die niet tot verdelging, maar tot bekering moet leiden.
 
'''De gehele vrucht.''' De vrucht, het resultaat van Gods handelen.
 
'''Het altaar.''' Het altaar van Gods huis (dat Hem niet meer aangenaam was wegens Israël afgoderij) of het afgodische altaar dat in Israël op enige plaats was opgericht.
 
De afgodendienst was Israëls grootste zonde, het verlaten van God en het nawandelen van [[Baäls]] en [[Astarte|Astartes]].
 
== Jes. 27:10 ==
Jes 27:10  Want de vaste stad zal eenzaam, de woonstede zal verstoten en verlaten worden, gelijk een woestijn; daar zullen de kalveren weiden, en daar zullen zij nederliggen, en zullen haar takken verslinden. (SV)
'''De vaste stad.''' De ommuurde stad Jeruzalem.
 
'''Haar takken.''' Die op de begroeide ruïne zijn opgeschoten<ref name=":1" />.
 
== Jes. 27:11 ==
Jes 27:11  Als haar takken verdord zullen zijn, zullen zij afgebroken worden, [en] de vrouwen, komende, zullen ze aansteken; want het is geen volk van enig verstand; daarom zal Hij, Die het gemaakt heeft, Zich deszelven niet ontfermen, en Die het geformeerd heeft, zal aan hetzelve geen genade bewijzen. (SV)
'''Als haar taken ... aansteken.''' Als haar takken, het bosgewas op die grote ruïne, door de kalveren afgevreten verdord zullen zijn, zullen zij in de herfst afgebroken worden, en de vrouwen, komend in de wintertijd, zullen ze meenemen naar hun huizen en daar aansteken.<ref name=":1" />
 
'''Ht is geen volk van enig verstand.''' Het volk dat in Jeruzalem woont is zonder enig verstand voor hetgeen tot zijn vrede dient (Luk. 19:42,44)
 
''Lu 19:42  en zei: Och, mocht op deze uw dag ook u erkennen wat tot uw vrede dient. Nu is het echter verborgen voor uw ogen. (...) Lu 19:44  en u zullen omsingelen en u van alle zijden benauwen; en zij zullen u met de grond gelijkmaken met uw kinderen in u; en zij zullen in u geen steen op de andere steen laten, aangezien u de tijd waarin naar u werd omgezien, niet hebt erkend.'' (Telos)
 
'''Daarom.''' Omdat zij op Zijn woord niet letten en zich bekeren op de woorden van Zijn profeten.
 
== Jes. 27:12 ==
Jes 27:12  En het zal te dien dage geschieden, dat de HEERE uitkloppen zal, van de stroom der rivier af tot aan de rivier van Egypte; doch ulieden zult opgelezen worden, een bij een, o kinderen Israëls! (CP<ref name=":0" />)
'''Ten dien dage.''' In de dag van de figuurlijke oogst, wanneer Israël wordt verzameld (vers 13).
 
'''Uitkloppen'''. Statenvertaling: ''dorsen''. Het Hebreeuwse woord betekent eigenlijk: uitkloppen, en wordt gebruikt voor de meer tere vruchten die met de vlegel worden gedorst, in tegenstelling tot die, welke met de dorswagen van hun omhulsel worden bevrijd.
 
'''Van de stroom der rivier af tot aan de rivier van Egypte.''' Van de [[Eufraat]] tot aan de beek van Egypte. Dat is het gebied dat aan Israël is beloofd. Zie [[Toekomst van Israël]].
 
'''Opgelezen ... een bij een, o kinderen Israëls!''' Ze zullen allen aangenomen worden als vruchten van de oogst. Dat 'oplezen' doet ook denken aan de [[Opneming van de gemeente|opneming]] van de Gemeente van Christus.
 
== Bron ==
Karl August Dächsel; F. P. L. C. van Lingen; H. van Griethuijsen, Antz. et al, ''Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden'' (Kampen: Bos, 1893-1901), enige tekst van het commentaar op Jes. 27 is onder wijziging verwerkt.
 
== Voetnoten ==