Jesaja (boek)/Hoofdstuk 49: verschil tussen versies
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
k (→Bronnen) |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 195: | Regel 195: | ||
Jes 49:20 Nog zullen de kinderen, waarvan gij beroofd waart, zeggen voor uw oren: De plaats is mij te nauw, wijk van mij, dat ik wonen moge. (SV) |
Jes 49:20 Nog zullen de kinderen, waarvan gij beroofd waart, zeggen voor uw oren: De plaats is mij te nauw, wijk van mij, dat ik wonen moge. (SV) |
||
'''De plaats is mij te nauw.''' Zie vers 19 |
'''De plaats is mij te nauw.''' Zie vers 19 |
||
== Jes. 49:26 == |
|||
Jes 49:26 En Ik zal uw verdrukkers spijzen met hun eigen vlees, en van hun eigen bloed zullen zij dronken worden, als van zoeten wijn; en alle vlees zal gewaar worden, dat Ik, de HEERE, uw Heiland ben, en uw Verlosser, de Machtige Jakobs. (SV) |
|||
Vgl.: |
|||
''Opb 14:20 En de wijnpersbak werd buiten de stad getreden en er kwam bloed uit de wijnpersbak tot aan de tomen van de paarden, zestienhonderd stadiën ver.'' (Telos) |
|||
== Bronnen == |
== Bronnen == |