Jesaja (boek)/Hoofdstuk 54: verschil tussen versies

4.080 bytes toegevoegd ,  3 jaar geleden
k
geen bewerkingssamenvatting
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Commentaar hoofdstuk}} == Jes. 54:1 == Jes 54:1  Zing vrolijk, gij onvruchtbare, [die] niet gebaard hebt! maak geschal met vrolijk gezang, en juich, [die] geen...')
 
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1:
{{Commentaar hoofdstuk}}
 
== Samenvatting ==
Jahweh zal Israël vergaderen en zich over zijn volk ontfermen, zoals een man over zijn onvruchtbare, ontrouwe en eens verstoten maar nu weer aangenomen en vruchtbare vrouw. Zijn toorn was van korte duur, Zijn goedertierenheid jegens Israël is altoos en zijn verbond van vrede met Israël zal niet wankelen. (1-10) Jeruzalem zal heerlijk gemaakt worden (11-12). Israël zal door gerechtigheid bevestigd worden. Zijn kinderen zullen allen door God onderwezen zijn en hun vrede zal groot zijn. Wie zich ten strijde tegen Israël vergaderen, zullen vallen. De knechten van Jahweh, wier gerechtigheid uit God is, zullen hun tegenstanders veroordelen. (13-17).
 
== Inleiding ==
Dit hoofdstuk beschrijft het herstel van Israël in de ''huwelijkse'' verhouding met God. Er schijnt een verband te zijn met het schuldoffer en de rechtvaardigmaking van Jes. 53. Het schuldoffer van de Messias is van Godswege de grond voor het herstel.
 
== Jes. 54:1 ==
Jes 54:1  Zing vrolijk, gij onvruchtbare, [die] niet gebaard hebt! maak geschal met vrolijk gezang, en juich, [die] geen barensnood gehad hebt! want de kinderen der eenzame zijn meer, dan de kinderen der getrouwde, zegt de HEERE. (SV)
Israël wordt voorgesteld als een onvruchtbare en eenzame vrouw, die veel kinderen blijkt te zullen hebben.
 
'''De kinderen der eenzame zijn meer.'''
 
''Jes 54:13  En al uw kinderen zullen van den HEERE geleerd zijn, en de vrede uwer kinderen zal groot zijn.'' (SV)
 
== Jes. 54:2 ==
Regel 66 ⟶ 76:
 
'''Uw Verlosser.''' Zie vs. 5.
 
== Jes. 54:10 ==
Jes 54:10  Want bergen zullen wijken, en heuvelen wankelen; maar Mijn goedertierenheid zal van u niet wijken, en het verbond van Mijn vrede zal niet wankelen, zegt de HEERE, uw Ontfermer. (CP<ref name=":0" />)
'''Het verbond van Mijn vrede.''' Dit doet denken aan het "nieuwe [[verbond]]" met Israël. Zie voor deze vrede ook vers 13.
 
== Jes. 54:11 ==
Jes 54:11   Gij verdrukte, door onweder voortgedrevene, ongetrooste! zie, Ik zal uw stenen gans sierlijk leggen, en Ik zal u op saffieren grondvesten. (SV)
'''Ik zal uw stenen gans sierlijk leggen, en Ik zal u op saffieren grondvesten.''' Zie ook volgende vers. Het doet denken aan het [[Nieuwe Jeruzalem]]. Het kan ook betrekking hebben op de nieuwe aardse stad Jeruzalem in het [[Vrederijk]] van Christus.
 
== Jes. 54:13 ==
Jes 54:13  En al uw kinderen zullen van de HEERE geleerd zijn, en de vrede van uw kinderen zal groot zijn. (SV)
'''De vrede van uw kinderen.''' Zie ook vers 10, "het verbond van Mijn vrede".
 
== Jes. 54:14 ==
Jes 54:14  Gij zult door gerechtigheid bevestigd worden; wees verre van verdrukking, want gij zult niet vrezen; en [verre] van verschrikking, want zij zal tot u niet naderen. (CP<ref name=":0" />)
'''Wees verre van enz.''' De gedachte is niet dat Israël zich moet onthouden van verdrukking of verschrikking, maar dat deze zaken hem niet zullen bereiken. De NBG51-vertaling geeft de gedachte wellicht goed weer: "Weet u verre van onderdrukking, want gij hebt niet te vrezen, en van verschrikking, want zij zal tot u niet naderen."
 
== Jes. 54:15 ==
Jes 54:15  Ziet, zij zullen zich zekerlijk vergaderen, [doch] niet uit Mij; wie zich tegen u vergaderen zal, die zal om uwentwil vallen. (SV)
Vers 14 en 15 doen denken aan de vergadering tegen de heilige stad aan het einde van het 1000-jarig [[Vrederijk]].
 
''Opb 20:8  en hij zal uitgaan om de naties te misleiden die aan de vier hoeken van de aarde zijn, Gog en Magog, om hen tot de oorlog te verzamelen, en hun getal is als het zand van de zee.  Opb 20:9  En zij kwamen op over de breedte van de aarde en omsingelden de legerplaats van de heiligen en de geliefde stad; en er daalde vuur neer van God uit de hemel en verteerde hen.'' (Telos)
 
== Jes. 54:16 ==
Jes 54:16  Zie, Ik heb den smid geschapen, die de kolen in het vuur opblaast, en die het instrument voortbrengt tot zijn werk; ook heb Ik de verderver geschapen, om te vernielen. (CP<ref name=":0" />)
Zie ook vers 17. God heeft ook de mensen geschapen die zich wapenen en zich vergaderen tegen Israël: Hij heeft hen in zijn hand en is bij machte hen tegen te houden en ten val (vs. 15) te brengen.
 
'''Zie, ik heb den wapensmid geschapen, die de kolen in het vuur opblaast.''' Om een spies of pijl of ander krijgswapen te vervaardigen,
 
'''Wie het instrument voortbrengt tot zijn werk.''' Zodat het aan zijn bestemming kan beantwoorden;
 
'''Ook heb Ik den verderver geschapen'''. Die dat instrument ter hand neemt om te vernielen.
 
== Voetnoot ==