Jesaja (boek)/Hoofdstuk 63: verschil tussen versies
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
k (→1) |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 72: | Regel 72: | ||
''Efe 4:30 En bedroeft de Heilige Geest van God niet, met Wie u verzegeld bent tot de dag van de verlossing.'' (Telos) |
''Efe 4:30 En bedroeft de Heilige Geest van God niet, met Wie u verzegeld bent tot de dag van de verlossing.'' (Telos) |
||
== 12 == |
|||
Jes 63:12 Die de arm van Zijn heerlijkheid heeft doen gaan aan de rechterhand van Mozes; Die de wateren voor hun aangezichten kliefde opdat Hij Zich een eeuwige Naam maakte? (CP<ref name=":0" />) |
|||
'''Opdat Hij Zich een eeuwige naam maakte.''' Zie vers 14. |
|||
== 14 == |
|||
Jes 63:14 Gelijk een beest, [dat] afgaat in de valleien, heeft hun de Geest des HEEREN rust gegeven. Alzo hebt Gij Uw volk geleid, opdat Gij U een heerlijke Naam zoudt maken. (CP<ref name=":0" />) |
|||
'''Opdat Gij U een heerlijke Naam zoudt maken.''' Zie vers 12. |
|||
== 16 == |
|||
Jes 63:16 Gij zijt toch onze Vader, want Abraham weet van ons niet, en Israël kent ons niet; Gij, o HEERE! zijt onze Vader, onze Verlosser van ouds af is Uw Naam. (SV) |
|||
'''... weet van ons niet ... kent ons niet.''' Doordat zij zijn overleden en geen bemoeienis meer met het volk op aarde hebben. |
|||
'''Israël.''' D.i. de aartsvader Jakob, die ook Israël wordt genoemd. |
|||
== Bron == |
== Bron == |