Johannes 6: verschil tussen versies

Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
Regel 47: Regel 47:
Joh 6:21  Zij wilden Hem dan in het schip nemen, en terstond kwam het schip aan het land waar zij heen voeren. (Telos)
Joh 6:21  Zij wilden Hem dan in het schip nemen, en terstond kwam het schip aan het land waar zij heen voeren. (Telos)
Wanner Jezus terugkomt, komt er rust en bereikt Israël zijn bestemming.
Wanner Jezus terugkomt, komt er rust en bereikt Israël zijn bestemming.

== 27 ==
Joh 6:27  Werkt niet om het voedsel dat vergaat, maar om het voedsel dat blijft tot in het eeuwige leven, dat de Zoon des mensen u zal geven, want Hem heeft de Vader, God, verzegeld. (Telos)
'''Dat de Zoon des mensen u zal geven.''' Naast voedsel heeft Hij ook levenswater. Immers, tegen de Samaritaanse zei Hij:

''Joh 4:14  maar ieder die drinkt van het water dat Ik hem zal geven, zal in eeuwigheid geen dorst hebben; maar het water dat Ik hem zal geven, zal in hem worden een bron van water dat springt tot in het eeuwige leven.'' (Telos)

== 30 ==
Joh 6:30  Zij zeiden dan tot Hem: Welk teken doet U dan, opdat wij zien en U geloven? Welk werk doet U? (Telos)
Opmerkelijk is dat zij om een teken vragen, terwijl Jezus duizenden van hen wonderbaarlijk gespijzigd heeft. Misschien hebben zij aan dat teken niet genoeg, en willen zij evenals Gideon nog een teken zien, een teken als het manna van weleer (vs. 31).

== 32 ==
Joh 6:32  Jezus dan zei tot hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: niet Mozes heeft u het brood uit de hemel gegeven, maar mijn Vader geeft u het ware brood uit de hemel. (Telos)
Het manna, brood uit de hemel (31), is een [[Typologie|type]] van het ware brood uit de hemel.

== 34 ==
Joh 6:34  Zij zeiden dan tot Hem: Heer, geef ons altijd dit brood. (Telos)
Vergelijk het antwoord van de Samaritaanse bij de waterput:

''Joh 4:15  De vrouw zei tot Hem: Heer, geef mij dat water, opdat ik geen dorst heb en ik niet meer hier kom om te putten.'' (Telos)

== 35 ==
Joh 6:35  Jezus zei tot hen: Ik ben het brood van het leven; wie tot Mij komt, zal nooit meer honger hebben; en wie in Mij gelooft, zal nooit meer dorst hebben. (Telos)
'''Ik ben het brood van het leven.''' De Heer Jezus is niet alleen de gever van het brood (27), maar tevens het brood zelf. Desgelijks, hij leidt ons naar het water des levens, maar Zijn Geest, de Geest van Christus en van God is, dat water tevens.


== Nabeschouwing ==
== Nabeschouwing ==