k
geen bewerkingssamenvatting
k (Kees Langeveld heeft pagina Juda (zoon van Jacob) hernoemd naar Juda (zoon van Jakob)) |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
(3 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1:
'''Juda''' (Eng. ''Judah'') was
'''Naam.''' Over de betekenis van de naam, zie [[Juda]].
'''Afkomst.''' Juda was de vierde zoon van [[Jakob (aartsvader)|Jakob]] en [[Lea]], Gen. 29 : 35.
Het was Juda, die zijn broers raadde om [[Jozef (zoon van Jacob)|Jozef]] te verkopen in plaats van diens leven te nemen. Juda's nakomelingen, de Joden, hebben hun broer naar het vlees Jezus - voorafgebeeld door Jozef - in de handen van heidenen overgeleverd.▼
{{Stamboom Jakob}}
Juda zondigde in de zaak van zijn schoondochter Thamar. Hij was gereed om haar te straffen totdat bleek dat ook hijzelf schuldig was. Naar de verkiezing der genade echter werd hij de erfgenaam der belofte, uit hem zou de Christus geboren worden; niet om Juda's uitnemendheid boven anderen - nog zeer jong huwde hij reeds een Kanaänietisch meisje, Gen. 38: 1-5; op rijpere leeftijd bedreef hij bloedschande met Thamar, zijn schoondochter, Gen. 38 : 13 v. - maar krachtens Gods vrijmachtige beschikking, Gen. 49 : 8 v., vgl. Ps. 78 : 68.▼
▲'''Juda en Jozef.''' Het was Juda, die zijn broers raadde om [[Jozef (zoon van Jacob)|Jozef]] te verkopen in plaats van diens leven te nemen. Juda's nakomelingen, de Joden, hebben hun broer naar het vlees Jezus - voorafgebeeld door Jozef - in de handen van heidenen overgeleverd.
'''Huisvrouw.''' Juda trouwde met een Kanaänitische, een dochter van Sua (Gen. 38:2, 12), bij wie hij drie zoons verwekte: Er, Onan en Sela (zie hieronder).
▲'''Juda en Tamar.''' Juda, weduwnaar geworden (Gen. 38"12), zondigde in de zaak van zijn schoondochter
[[Bestand:Juda pleit bij Jozef voor Benjamin-William Brassey Hole.jpg|miniatuur|499x499px|''Juda pleit bij Jozef voor Benjamin. Schilderij van William Brassey Hole. Juda geknield, naast hem met gebogen hoofd Benjamin, op de achtergrond de overige broers.'']]
'''Vooraanstaand.''' Hoewel Juda niet de oudste zoon was, begon hij een vooraanstaande plaats in de familie van
{{Juda familie}}
Er en Onan stierven kinderloos (Gen. 38: 6v). Zijn talrijke nakomelingschap dankt hij aan Sela (Num. 26 : 20) en aan Perez en Zera, uit zijn omgang met [[Tamar]] geboren (Gen. 38 : 29-30; 1 Kron. 2: 5).
Toen Jakob aan het eind van leven zijn zonen zegende, kwam uit zijn voorzeggingen naar voren dat bij (het nageslacht van) Juda koninklijke heersersmacht zou zijn. <blockquote>''Ge 49:8 Juda, jij bent het, jou zullen je broers loven! Je hand zal rusten op de nek van je vijanden; voor jou zullen de zonen van je vader zich neerbuigen.'' ''Ge 49:9 Juda is een leeuwenwelp; van [je] prooi ben je opgestaan, mijn zoon. Hij heeft zich gekromd, zich als een leeuw neergelegd, als een leeuwin; wie zal hem doen opstaan?'' ''Ge 49:10 <u>De scepter zal van Juda niet wijken en evenmin de heersersstaf van tussen zijn voeten, totdat Silo komt, en Hem zullen de volken gehoorzamen.</u>'' ''Ge 49:11 Hij bindt zijn jonge ezel aan de wijnstok en het veulen van zijn ezelin aan de edelste wijnstok; hij wast zijn kleren in wijn en zijn gewaad in druivenbloed.'' ''Ge 49:12 Zijn ogen zijn donker door de wijn en zijn tanden wit door de melk.'' (HSV)</blockquote>Uit Juda sproot David de koning, met een lange reeks opvolgers. Christus, geboren uit de stam van Juda en nakomeling van David, wordt aangeduid als "de Leeuw uit de stam van Juda" (Opb. 5:5).
==
Over de stam van Juda, zie [[Juda (stam)|Stam van Juda]]. Over het koninkrijk Juda, zie [[Juda (koninkrijk)]].
== Bronnen ==
|