Kadmiël

Uit Christipedia

Kadmiël heette een van de Levieten, die in de eerste helft van de 6e eeuw v.C. uit de Babylonische ballingschap terugkeerden.

Naam en betekenis. De naam Kadmiël is Hebreeuws en betekent “God is de Oude”[1]. Het Strongnummer is 06934. De eigennaam komt alleen in de bijbelboeken Ezra en Nehémia voor en wordt hierin 8x genoemd, Ezra 2:40; 3:9; Neh. 7:43; 9:4, 5; 10:9; 12:8, 24.

Vader. Zijn vader heette Hodavja (Ezr. 2:40) of Hodeva (Neh. 7:43).

Dienst. Met andere Levieten, onder wie Jesúa - met wie hij meermaals wordt genoemd - hield hij vanaf 537 v.C. het opzicht over de herbouw van het huis van God te Jeruzalem, Ezr. 3:9. Ook wekte hij met andere Levieten het volk op om God te loven,

Ne 9:5 En de Levieten, Jesua, en Kadmiël, Bani, Hasabneja; Serebja, Hodia, Sebanja, Petahja, zeiden: Staat op, looft den HEERE, uw God, van eeuwigheid tot in eeuwigheid; en men love den Naam Uwer heerlijkheid, die verhoogd is boven allen lof en prijs! (SV)

600 — 550 v.C. < Israël 550 — 500 v.C.[2] > 500 — 400 v.C.
Zacharia (Bijbelboek)Darius IKoresDarius de MederBelsazarKoresDaniël (profeet)

Zonen. Kadmiël had meerdere zonen. Hij en zijn zonen heten in Ezr. 3:9 ‘kinderen van Juda’, mogelijk omdat ze daarvandaan kwamen.

Sommigen[3] lezen hier ‘Hodavja’ in plaats van ‘Juda’, daar de Levieten niet, zoals bekend is, uit het geslacht van Juda, maar uit dat van Levi waren. Het zou om een omzetting van de letters gaan.

Eén zoon wordt met name genoemd: Jesúa, niet te verwarren met de hogepriester Jesúa (of Jozua) of en vooraanstaande Leviet genaamd Jesúa. Kadmiëls zoon Jesúa werd een hoofd van de Levieten, Neh. 12:24.

Voetnoten

  1. Hebreeuws-Nederlands Lexicon, onderdeel van de Online Bible, een uitgave van Importantia.
  2. De jaartallen zijn merendeels ontleend aan Bijbels ontstaansmodel; tijdbalk Masoreten (Stichting De Oude Wereld, 2009).
  3. Karl August Dächsel; F P L C van Lingen; H van Griethuijsen, Antz. et al, Bijbel, of De geheele Heilige Schrift, bevattende al de kanonieke boeken van het Oude en Nieuwe Testament (volgens de Staten-overzetting) : met in den tekst ingelaschte verklaringen en aanmerkingen van de beroemdste godgeleerden uit alle tijden (Kampen: Bos, 1893-1901), commentaar op Ezra 3:9.