Kanaän (naam en verwijzing)

Uit Christipedia

De naam Kanaän verwijst in de Schrift naar een persoon en een land:

  1. Kanaän, de zoon van Cham en de stamvader van de Kanaänieten
  2. het land Kanaän, waar de nakomelingen van Kanaän, de zoon van Cham, zich vestigden

De naam Kanaän betekent volgens sommigen misschien 'nederland, laagland', van het werkwoord Kanoä, 'vernederen' enz., in tegenoverstelling van Aram, 'hoogland', aangezien het land Kanaän meer naar de zeekant lag[1]. Anderen menen dat 'laagland' als betekenis onwaarschijnlijk is.

Voetnoot

  1. Zo S.J. van Ronkel, Woordenboek der eigennamen (Groningen: M. Smit, 1835) s.v. Kanaän. Hieruit is op 2 jan. 2013 tekst genomen en verwerkt. Van Ronkel was destijds hoofdonderwijzer aan een Joodse school en beëedigd vertaler. Van Ronkel zegt dat het woord Kanaän "wellicht" laagland betekent.