Kennis

Uit Christipedia

Kennis is, volgens de gangbare begripsontleding, een ware gerechtvaardigde overtuiging.

Volgens de standaardanalyse van 'kennis', 'weten', zijn er ten minste drie noodzakelijke voorwaarden voor kennis. Persoon X weet dat P mits:

  1. P is waar
  2. X gelooft (op basis van bewijsmateriaal E) dat P
  3. X heeft goed bewijsmateriaal E (of goede reden) om te geloven dat P

Waardoor kennen wij? Wij kennen:

  • onmiddelijk door waarneming met onze natuurlijke vermogens
  • door redenering uit redegronden
  • op louter menselijk gezag en/of het getuigenis van medemensen
  • door bovennatuurlijke openbaring, verlichting

De eerste drie strekken tot natuurlijke gronden voor een overtuiging. De geopenbaarde waarheden nemen we aan op gezag van God. Als men op zuivere redegronden inziet, dat het geheim van de Heilige Drievuldigheid werkelijk door God geopenbaard is in de Bijbel en dus als volstrekt zekere waarheid door ons dient te worden aanvaard, dan blijft niettemin dit leerstuk voor ons mogelijk duister en aanvaarden wij het louter op goddelijk gezag[1].

Belangrijkste kennis

De kennis betreffende God en de godsdienst door Christus ingesteld, is de belangrijkste kennis, de noodzakelijkste wetenschap voor de mens. Boven ieder andere wetenschap is die kennis noodzakelijk. De kennis van andere zaken staat daar ver beneden. Wat onze Zaligmaker tot Martha, de zus van Lazarus, sprak, is ook hier toepasselijk: "Martha, Martha, je bent bekommerd om vele zaken en slechts één is nodig!"

Wie die kennis mist, wie ze in te geringe mate bezit, zal in gebreke blijven om God de verschuldigde eer te geven, zal licht vallen bij verleiding, zal zich gemakkelijk laten gebruiken ter bestrijding van het goede, ter bevordering van ondeugd.
Hos 4:6  Mijn volk gaat te gronde door het gebrek aan kennis.... (NBG51)
Met de kennis omtrent God en Zijn wil toegerust, zal de mens in staat zijn de middelen aan te wenden om te beantwoorden aan zijn bestemming, hij zal zich kunnen volmaken en heiligen, hij zal weten wat vereist wordt om eeuwig gelukkig te zijn in Gods rijk.
Efe 5:17  Weest daarom niet onverstandig, maar tracht te verstaan, wat de wil des Heren is. (NBG51)
Wie die kennis, opgenomen in de christelijke leer, als de meest noodzakelijke wetenschap beschouwt en beoefent, verkiest met Maria het goede, voorname deel.

Oorsprong en waarde van onze kennis

Omtrent de oorsprong en de waarde van onze menselijke kennis als zodanig bestaat verschil van meningen[2].

  • Meningen omtrent de oorsprong en waarde van onze kennis:
    • Realistisch objectivisme
    • Subjectivisme
      • Empiristisch subjectivisme
      • Idealistisch subjectivisme

Er zijn mensen die beweren dat wij werkelijk in staat zijn de dingen, zowel in als buiten ons te kennen en daaromtrent juiste oordelen te vormen; ja, dat we ook controleren kunnen, of en in hoever die oordelen juist zijn. Zij nemen met alle normaal denkende mensen aan, dat ons verstand naar waarheid kan oordelen over hetgeen buiten het verstand is, en dat wij niet alleen zinnelijk waarneembare verschijnselen kunnen kennen, maar ook iets wat daaronder en daarboven is. Zulke mensen zijn realistische objectivisten.

Er zijn ook mensen die beweren dat hetgeen wij kennis noemen, eigenlijk geen kennis is. Het is best mogelijk, zeggen zij, dat hetgeen wij menen te kennen, te weten, buiten ons niet bestaat, althans niet zo bestaat als wij het opvatten. Zulke mensen noemt men subjectivisten.

En onder die subjectivisten heb je weer verschillende soorten. De twee hoofdsoorten zijn: empiristische (of empirische) subjectivisten en idealistische subjectivisten. De eersten hechten alleen eigenlijk gezegde kenwaarde aan hetgeen we met de zinnen waarnemen; alleen de zinnelijke waarneming heeft volgens hen reële kenwaarde; van een bovenzinnelijke ondergrond der zinnelijke waarnemingen moeten ze niets hebben. Al wat metafysisch, bovenzinnelijk is, ontkennen zij, of trekken het ten minste in twijfel.

De idealistische subjectivisten hechten wel heel veel waarde aan het bovenzinnelijke, maar eigenlijk alleen verstandswaarde, geen werkelijke waarde, althans geen objectief reële waarde. Of de dingen werkelijk zo zijn als ons verstand ze opvat, weten we niet, zeggen ze. Volgens de Duitse filosoof Immanuel Kant vormen wij al onze door de zintuigen verworven aanschouwingen met denkvormen in ons.

Tegen de idealistische subjectivisten die in het denkspoor van Immanuel Kant gaan, kan men aanvoeren dat wij, behalve een zinnelijk oog, nog een yerstandelijk aanschouwingsvermogen bezitten. De noodzakelijke denkwetten van ons verstand blijken voor iemand, die zijn verstand goed gebruikt, geen blinde denknoodwendigheden of denkvormen te zijn; maar eenvoudig de formulering van de algemene waarheden, welke onze geest door middel van zijn abstractie-vermogen in het bijzondere en concrete, dat wij door middel der zinnelijke waarneming leren kennen, met de hoogste klaarheid zelf aanschouwt.

Voetnoten

  1. Th. F. Bensdorp, Apologetica. Verzameld en ingeleid door M. Stoks. Derde deel. Amsterdam: N.V. de R.K. Boek-Centrale, 1922. Blz. 47-48. Enige tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 18 nov. 2020.
  2. Th. F. Bensdorp, Apologetica. Verzameld en ingeleid door M. Stoks. Derde deel. Amsterdam: N.V. de R.K. Boek-Centrale, 1922. Enige tekst van blz. 95-100 is onder wijziging verwerkt op 10-11 mei 2021.