Kerkleraars: verschil tussen versies

Uit Christipedia
Toegevoegde inhoud Verwijderde inhoud
(Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Kerkleraars''' zijn de schrijvers, die om hun buitengewone geleerd­heid en buitengewone (praktische) heiligheid door de Kerk uitdrukkelijk met deze titel vereer...')
 
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
'''Kerkleraars''' zijn de schrijvers, die om hun buitengewone geleerd­heid en buitengewone (praktische) heiligheid door de Kerk uitdrukkelijk met deze titel vereerd werden. De oudheid van de leraars is geen vereiste.
'''Kerkleraars''' zijn de schrijvers, die om hun buitengewone geleerd­heid en buitengewone (praktische) heiligheid door de Kerk uitdrukkelijk met deze titel vereerd werden. De oudheid van de leraars is geen vereiste.

Hieronder volgen namen van leraars, met het jaar waarin de [[Rooms-Katholieke Kerk|Rooms-katholieke kerk]] hun de titel van ''Kerkleeraar'' (''doctor ecclesiae'') schonk:

* Thomas van Aquino (1568)
* Bonaventura (1588)
* Anselmus (1720)
* Isodorus van Sevilla (1729)
* Potrus Chrysologus (1729)
* paus Leo I (1754)
* Petrus Damiani (1828)
* Hilarius (1851)
* Alphonsus de Liguori (1877)
* Cyrillus van Alexandrië (1883)
* Cyrillus van Jeruzalem (1883)
* Joannes Damascenus (1883)
* Beda (1899)
* Petrus Canisius (1925).


== Bron[bewerken | brontekst bewerken] ==
== Bron[bewerken | brontekst bewerken] ==

Versie van 2 aug 2020 17:10

Kerkleraars zijn de schrijvers, die om hun buitengewone geleerd­heid en buitengewone (praktische) heiligheid door de Kerk uitdrukkelijk met deze titel vereerd werden. De oudheid van de leraars is geen vereiste.

Hieronder volgen namen van leraars, met het jaar waarin de Rooms-katholieke kerk hun de titel van Kerkleeraar (doctor ecclesiae) schonk:

  • Thomas van Aquino (1568)
  • Bonaventura (1588)
  • Anselmus (1720)
  • Isodorus van Sevilla (1729)
  • Potrus Chrysologus (1729)
  • paus Leo I (1754)
  • Petrus Damiani (1828)
  • Hilarius (1851)
  • Alphonsus de Liguori (1877)
  • Cyrillus van Alexandrië (1883)
  • Cyrillus van Jeruzalem (1883)
  • Joannes Damascenus (1883)
  • Beda (1899)
  • Petrus Canisius (1925).

Bron[bewerken | brontekst bewerken]

H.M.H. Bartels, Geschiedenis der Katholieke Kerk (Venloo: G. Mosmans senior, 1926) blz. 59. Tekst hiervan is onder wijziging verwerkt op 2 aug. 2020.