Kernwapens

Uit Christipedia

Een kernwapen of atoomwapen is een krachtig wapen waarbij de vernielende kracht wordt geleverd door kernenergie[1].

In 2008 waren er zo'n 27.000 kernwapens in de wereld. 90% daarvan waren eigendom van de grootmachten de Verenigde Staten en Rusland. De verspreiding van kernwapens neemt toe en er is genoeg nucleair materiaal voorhanden om nog veel meer wapens te maken. De vrees bestaat dat terroristen de beschikking krijgen over kernwapens.

Uit een onderzoek in 21 landen bleek dat een grote meerderheid van de bevolking voor het verwijderen van kernwapens is.

Sommige bijbeluitleggers brengen bepaalde profetische bijbelpassages in verband met het gebruik van kernwapens. Zekerheid hierover is niet te verkregen.

Joe 2:27 En gij zult weten, dat Ik in het midden van Israel ben, en [dat] Ik de HEERE, uw God, ben, en niemand meer; en Mijn volk zal niet beschaamd worden in eeuwigheid. Joe 2:28 En daarna zal het geschieden, dat Ik Mijn Geest zal uitgieten over alle vlees, en uw zonen en uw dochteren zullen profeteren; uw ouden zullen dromen dromen, uw jongelingen zullen gezichten zien; Joe 2:29 Ja, ook over de dienstknechten, en over de dienstmaagden, zal Ik in die dagen Mijn Geest uitgieten. Joe 2:30 En Ik zal wondertekenen geven in den hemel en op de aarde: bloed, en vuur, en rookpilaren. Joe 2:31 De zon zal veranderd worden in duisternis, en de maan in bloed, eer dat die grote en vreselijke dag des HEEREN komt. Joe 2:32 En het zal geschieden, al wie den Naam des HEEREN zal aanroepen, zal behouden worden; want op den berg Sions en te Jeruzalem zal ontkoming zijn, gelijk als de HEERE gezegd heeft; en dat, bij de overgeblevenen, die de HEERE zal roepen. Joe 3:1 Want ziet, in die dagen en te dier tijd, als Ik de gevangenis van Juda en Jeruzalem zal wenden; Joe 3:2 Dan zal Ik alle heidenen vergaderen, en zal hen afvoeren in het dal van Josafat; en Ik zal met hen aldaar richten, vanwege Mijn volk en Mijn erfdeel Israel, dat zij onder de heidenen hebben verstrooid, en Mijn land gedeeld;

Lu 17:28 Evenzo, zoals het gebeurde in de dagen van Lot: zij aten, zij dronken, zij kochten, zij verkochten, zij plantten, zij bouwden; Lu 17:29 op de dag echter dat Lot uit Sodom ging, regende het vuur en zwavel van de hemel en verdelgde hen allen. Lu 17:30 Op dezelfde wijze zal het zijn op de dag dat de Zoon des mensen wordt geopenbaard. Lu 17:31 Wie op die dag op het dak zal zijn en zijn huisraad in huis, laat hij niet naar beneden gaan om het op te halen; laat hij die op het veld is, evenmin terugkeren naar wat achter hem ligt. Lu 17:32 Denkt aan de vrouw van Lot. Lu 17:33 Wie zijn leven tracht te behouden, zal het verliezen; en wie het zal verliezen, zal het behouden.

Opb 8:6 En de zeven engelen die de zeven bazuinen hadden, maakten zich gereed om te bazuinen. Opb 8:7 En de eerste bazuinde, en er kwam hagel en vuur vermengd met bloed, en het werd op de aarde geworpen; en het derde deel van de aarde verbrandde, en het derde deel van de bomen verbrandde, en al het groene gras verbrandde. Opb 8:8 En de tweede engel bazuinde, en iets als een grote berg, brandend van vuur, werd in de zee geworpen; en het derde deel van de zee werd bloed, Opb 8:9 en het derde deel van de schepselen in de zee, die zielen hadden, stierf, en het derde deel van de schepen verging. Opb 8:10 En de derde engel bazuinde, en er viel uit de hemel een grote ster, brandend als een fakkel, en zij viel op het derde deel van de rivieren en op de bronnen van de wateren. Opb 8:11 En de naam van de ster wordt Alsem genoemd. En het derde deel van de wateren werd alsem, en velen van de mensen stierven door de wateren, omdat zij bitter waren gemaakt. Opb 9:16 En het getal van de legers van de ruiterij was twintigduizend tienduizendtallen; ik hoorde hun getal. Opb 9:17 En aldus zag ik in het gezicht de paarden en hen die erop zaten: zij hadden vuurrode, donkerrode en zwavelkleurige harnassen, en de koppen van de paarden waren als leeuwekoppen, en uit hun monden kwam vuur, rook en zwavel. Opb 9:18 Door deze drie plagen werd het derde deel van de mensen gedood, door het vuur, de rook en de zwavel die uit hun monden kwamen. Opb 9:19 Want de macht van de paarden is in hun mond en in hun staarten; want hun staarten zijn aan slangen gelijk en hebben koppen, en daarmee brengen zij schade toe.

Voetnoot