Kraamvrouw

Uit Christipedia

De kraamvrouw werd onder het Oude Verbond in Israël onrein door de geboorte van een kind en de daarbij horende bloedvloeiing. Lev. 12 bevat verordeningen met betrekking tot de reiniging van vrouwen na de bevalling, ‘de wet van degene die een jongetje of meisje gebaard heeft’ (Lev. 12:7).

De geboorte van een jongetje maakte zijn moeder zeven dagen onrein (Lev. 12:2). De geboorte van een meisje maakte haar twee weken, dus twee maal zeven dagen, onrein. Ze was dan onrein zoals tijdens haar maandelijkse bloedvloeiing (menstruatie) (Lev. 12:2, 5).

Schilderij door Louis de Boullogne. Titel: La Présentation de Jésus au temple
Voorstelling van Jezus in de tempel. Jozef, achter zijn geknielde vrouw, heeft een mandje met twee duiven. Schilderij door Louis de Boullogne. Titel: La Présentation de Jésus au temple.

Het pasgeboren jongetje moest op de 8e dag besneden worden (Lev. 12:3).

Na de eerste week van de bevalling van een jongetje was de moeder nog 33 dagen onrein (Lev. 12:4). In het geheel was zij 40 (= 7 + 33) dagen lang onrein (Lev. 12:4).

Was de geborene een meisje, dan was de moeder nog 66 dagen onrein, in het geheel dus 14 + 66 = 80 dagen (vs. 5).

Al die tijd bleef zij dan ‘in het bloed van haar reiniging’ (vs. 5).

In de tijd van haar onreinheid mocht zij niets heiligs aanraken. Tabernakel of tempel mocht zij niet bezoeken.

Wanneer de dagen van haar reiniging vervuld waren, moest zij twee soorten offers brengen: een éénjarig lam ten brandoffer, en een jonge duif of tortelduif als zondoffer. (Lev. 12:6-7). Wanneer ze echter arm was en daardoor niet in staat om een lam te brengen, dan kon ze volstaan met twee tortelduiven of twee jonge duiven (Lev. 12:8).

De moeder moest de offers brengen voor de deur van de tent der samenkomst, tot de priester. De priester offerde de dieren voor het aangezicht van Jahweh (vs. 7). Zo deed hij voor haar verzoening. Nu was zij ‘rein van de vloed van haar bloed’ (vs. 7).

Maria, de moeder van Jezus, bracht twee tortelduiven.

Lu 2:21 En toen acht dagen waren vervuld om Hem te besnijden, ontving Hij de naam Jezus, die door de engel was genoemd voordat Hij in de moederschoot was ontvangen. Lu 2:22 En toen de dagen van hun reiniging naar de wet van Mozes waren vervuld, brachten zij Hem naar Jeruzalem om Hem aan de Heer voor te stellen Lu 2:23 (zoals geschreven staat in de wet van de Heer: ‘Alles wat mannelijk is, dat de moederschoot opent, zal de Heer heilig worden genoemd’), Lu 2:24 en om een offer te brengen volgens wat in de wet van de Heer gezegd is: een paar tortelduiven of twee jonge duiven. (Telos)