Lende

Uit Christipedia
Versie door Jillis Roosken (overleg | bijdragen) op 7 feb 2019 om 09:33 (Nieuwe pagina aangemaakt met 'Volgens het woordenboek van Van Dale betekent '''lende''' (meervoud: lende, lendenen): # benedendeel van de rug met de daaraan grenzende delen van de zijden # vlee...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Volgens het woordenboek van Van Dale betekent lende (meervoud: lende, lendenen):

  1. benedendeel van de rug met de daaraan grenzende delen van de zijden
  2. vlees uit de lende

Lendenen omgord

De Heer Jezus gebiedt zijn leerlingen dat hun lendenen omgord zijn:

Lu 12:33 Verkoopt uw bezittingen en geeft aalmoezen. Maakt u beurzen die niet verouderen, een onuitputtelijke schat in de hemelen, waar geen dief bij komt en geen mot ze bederft;

Lu 12:34 want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.

Lu 12:35 Laten uw lendenen omgord en uw lampen brandend zijn,

Lu 12:36 en weest u gelijk aan mensen die op hun heer wachten, wanneer hij terugkomt van de bruiloft, om als hij komt en klopt, hem terstond open te doen.

Lu 12:37 Gelukkig die slaven die de heer, als hij komt, wakend zal vinden. Voorwaar, Ik zeg u, dat hij zich zal omgorden, hen zal doen aanliggen en zal naderkomen om hen te dienen.

Lu 12:38 En als hij in de tweede of als hij in de derde nachtwaak komt en hen zo vindt, gelukkig zijn die slaven.

Vergelijk:

Ex 12:11 Aldus nu zult gij het eten: uw lenden zullen opgeschort zijn, uw schoenen aan uw voeten, en uw staf in uw hand; en gij zult het met haast eten; het is des HEEREN pascha.

Zowel mannen als vrouwen droegen in het Oosten lange klederen, die tot de voeten reikten. Met de gordel werd het kleed opgehouden, zodat de voeten en benen meer bewegingsvrijheid hadden. Bij het omgorden van de lendenen werd het lange overkleed opgenomen en in de gordel gestoken, of door de gordel omhoog getrokken[1], als men zich bereidde om werk te verrichten of te reizen[2].

De lendenen omgord houden betekent: gereed zijn voor elk werk.

Treffend en ontroerend is dat de Heer Jezus zich na zijn terugkeer zal omgorden om zijn leerlingen te dienen.

Lu 12:37 Gelukkig die slaven die de heer, als hij komt, wakend zal vinden. Voorwaar, Ik zeg u, dat hij zich zal omgorden, hen zal doen aanliggen en zal naderkomen om hen te dienen.

Omgord-zijn betekent niet gereed zijn tot één bepaald soort werk, maar bereid zijn tot werk (of vertrek). De aard of de hoeveelheid van het werk blijft buiten beschouwing. Vergelijk:

Tit 3:1 Herinner hen eraan, aan overheden en machten onderdanig te zijn, gehoorzaam, tot alle goed werk bereid te zijn,

2Ti 2:21 Als dan iemand zich van deze vaten reinigt, zal hij een vat zijn tot eer, geheiligd, bruikbaar voor de Meester, tot alle goed werk toebereid.

Zie verder:

2Ti 3:17 opdat de mens Gods volkomen is, tot alle goed werk ten volle toegerust.

2Co 9:8 En God is machtig alle genade overvloedig te doen zijn jegens u, opdat u in alles, altijd in bezit van al het nodige, overvloedig bent tot alle goed werk,

Voetnoten

  1. De aantekening bij de Leidse Vertaling van Luk. 12:35 heeft: het kleed opnemen en in de gordel steken. De verklaring Tekst voor Tekst heeft: het kleed omhoogtrekken door de gordel.
  2. De aantekening bij de Leidse Vertaling van Luk. 12:35 spreekt van gereed zijn tot elk werk. De Kanttekening bij de Statenvertaling van Luk. 12:35 spreken van bereid zijn tot werk of reis. De aantekeningen bij de Willibrord-vertaling (1978) van Luk. 12:35 spreekt van gereed zijn om te gaan.